Klik op de foto om terug te gaan...

Speelde in een EQ radiodramaAlan Reed (20 aug 1907 - 14 jun 1977)
Haarkleur: bruin
Ogen: blauw
Lengte: 1 m 78 (5' 10")
Gewicht: 107 kg. (
237 lbs.)
Huwelijk:
Finnette Walker (5 apr 1932 - 14 jun 1977, zijn dood)
Kinderen:
    Alan Anthony Reed Jr.(b. 10 mei 1936)
    Steven Colgate (b. 29 aug 1939),
    Christopher Robin (b. 1941),
Lid van B’nai B’rith (voormalig voorzitter).
Finette Walker, sedert kort bij het  Washington D.C. Operagezelschap en optredend in de muziekrevue, "The New Yorkers" is nu te horen en te zien op een gesynchroniseerde Columbia televisie en radiouitzending respectievelijk op W2XAB and W2XE. Deze twintigjarige sopraan zingt zowel in het Frans, Spaans, Italiaans als het Engels. (1929).
Boven rechts: Finette Walker, sedert kort bij het Washington D.C. Operagezelschap en optredend in de muziekrevue, "The New Yorkers" is nu te horen en te zien op een gesynchroniseerde Columbia televisie en radiouitzending respectievelijk op W2XAB and W2XE. Deze twintigjarige sopraan zingt zowel in het Frans, Spaans, Italiaans als het Engels (1929).

Geboren op 20 augustus 1907 als Herbert Theodore Bergman bij Joodse ouders. Vader Henry Bergman, een handelaar en moeder Rae Greenberg woonden in New York City, maar waren zelf afkomstig uit respectievelijk Oostenrijk en Rusland.

Naar verluid zou Teddy sinds zijn schoolgaande jeugd een wat pessimistische ingesteldheid hebben gehad, alhoewel die jeugd toch vrij rimpelloos verliep. Slechts in één kranteninterview af hij zelf een gebeurtenis mee die hij als één van de meest dramatische en indrukwekkende van zijn leven benoemde "... toen hij in Bronx Park met zijn vader en moeder in een roeiboot  zat tijdens een storm".

Als jongere maakte hij vakantiereizen als hulpje aan boord van de vele Trans-Atlantische schepen. Het was daar dat Reed naar verluid zijn talent voor het imiteren van vele accenten opdeed.

Reed ging naar de Washington High School (nu George Washington Educational Campus). Met het vertolken van de rol van Shylock in Washington High's uitvoering van De Koopman van Venetië, kreeg de toneelmicrobe Teddy te pakken.  De jonge Teddy was niet geïnteresseerd in het stelen van appels, het zoeken naar extra centjes of het ontsnappen aan de wijkagent. Hij was eerder een boekenwurm die uitblonk met zijn schoolresultaten. Hij studeerde dan ook één jaar vroeger af dan normaal voorzien.
Nog te jong om aan de Columbia universiteit te beginnen,  wat zijn ultieme ambitie was, spendeerde hij de interim tijd als vrije student aan de
American Academy of Dramatic Arts en starte toen aan zijn studies in de journalistiek (Bachelor of Arts, Columbia, 1926).

Aan de Columbia Universiteit werd hij, op de intercollege kampioenschappen, zowel kampioen in het verspringen als bij het worstelen. Maar hij schreef ook toneelstukken voor de universiteit, om te bewijzen dat een stevige arm ook een delicate pen kon hanteren. Tijdens een optreden tijdens de jaarlijkse toneeluitvoering werd hij gespot door Ralph Rose, een snoeptycoon uit Oklahoma, en verliet prompt de school. Zijn eerste job in de show business was dus bij het Ralph A. Rose toneelgezelschap in Oklahoma City, waar hij gestalte gaf aan Pierre of the Plains, het stuk liep één seizoen of drie weken. Vervolgens ging hij naar het Provincetown Playhouse in Massachusetts waar hij de knepen van het toneel onder de knie kreeg en zijn acteertalent uitbouwde in een reeks van zeemansstukken van de hand van Eugene O'Neill, de zelfde stukken die later de basis zouden vormen voor de film Long Voyage Home.

Na een tijdlang ook geprobeerd te hebben om een functie uit te oefenen achter de schermen, als manager en chef productie van het New Playwright's Theater, een job bij een bescheiden theater waar hij zowat alles moest doen van het verplaatsen van decors tot het verplaatsen van tekst. Een goede ervaring, maar kleine theaters betaalden niet goed, en dus zocht Reed zijn toevlucht bij vaudeville.

Verschillend jaren trok Reed rond in het vaudeville circuit met zijn neef Harry Green (aka Henry Blitzer, 1892-1958) maar ook met Bert Gordon.  Sparend vergaarde hij zo'n $2,800 samen met winst die hij opdeed bij het dobbelen.  Hiermee zette hij samen met Ralph Rose een zaak op waarbij ze snoeppralines produceerden. Aanvankelijk liep dit goed maar nadat het snoepgoed in voorraad versuikerde gingen ze overkop (1927).

Hij was een eerste keer op radio te horen op WOR in 1927 in The Singing Jailbirds.

Hij ging terug het land rond om te werken bij diverse toneelgezelschappen met onder andere What Price Glory, Road to Rome. Het waren harde tijden en werk was schaars dus probeerde de atletische Ted aan inkomsten te komen door te gaan werken als instructeur en manager van een gymnasium in Manhattan. Hij leerde er onder andere S. L. (Roxy) Rothafel handbal spelen.

Reed was best wel athletisch gebouwd zoals men kan zien op deze foto uit zijn portfolio. (1950s). © Alan Reed Collection [digital resource], Pepperdine University Special Collections and University Archives (Used by permission)
Boven: Reed was best wel athletisch gebouwd zoals men kan zien op deze foto uit zijn portfolio. (1950s).
©
Alan Reed Collection [digital resource], Pepperdine University Special Collections and University Archives (Used by permission).

Zijn andere job vond hij op de Copake Country Club (1929-1930) als "sociale directeur, entertainment producer en acteur." "Daar leerde ik pas echt wat veelzijdigheid was," vertelde hij ooit. "De ene avond een standaard presentator, de andere avond een aankondiger van een symfonisch programma, dan weer een rol in een drama; misschien een lolbroek — alles wat je maar kon bedenken."

Op naar New York waar Teddy zich aansloot bij de Theatre Guild en regelmatig op Broadway aan het werk was. Hij had dan ook een uitgesproken flair voor komische rollen en werkte toen onder zijn eigen naam.

Het was dan ook maar een kwestie van tijd vooraleer hij bij de radio aan de slag ging aals aankondiger. Producers en regisseurs hadden snel door dat Teddy makkelijk zo'n twintig dialecten aankon en kreeg het dan ook vrij druk.

Hij deed zijn eerste radioauditie in 1929, dat was voor een rol als gangster. Hij kreeg de rol niet, ging naar huis en belde prompt de regisseur op, hem bedreigend in de rol van een gangster.  “I’m just gonna tell you somethin’,” zo sprak hij tot de verbaasde producent. “I’m comin’ into your office in a couple of minutes. You’re gonna give me a job, or you’re goin’ for a ride.” Vervolgens hing hij op en ging terug naar het bureel van de producent. De regisseur was zo onder de indruk toen hij hoorde wie hem had gebeld dat Teddy alsnog de job kreeg. Zo maakt hij zijn radio debuut als Joe the Mug in True Detective Mysteries.

In 1930, Reed (op affiche als Teddy Bergman) trad hij samen op met Herbert Polesie in Henry and George, een CBS programma met korte "minute dramas", populaire grappenmakers, onderbroken door selecties van dansmuziek
(zie foto hieronder links).

In 1930, Reed (op affiche als Teddy Bergman, rechts op de foto) trad hij samen op met Herbert Polesie (L) in "Henry and George", een CBS programma met korte "minute dramas", populaire grappenmakers, onderbroken door selecties van dansmuziek.Harvesters' Teddy Bergman (1936).
Boven links: In 1930, Reed (op affiche als Teddy Bergman, rechts op de foto) trad hij samen op met Herbert Polesie (L) in Henry and George, een CBS programma met korte "minute dramas", populaire grappenmakers, onderbroken door selecties van dansmuziek.
Boven rechts: Harvesters' Teddy Bergman (1936).

Zijn eerste job in de film was in de rol van verteller in de stomme-film compilatie Chase Me Charlie uit 1932 .

Actrice en zangeres Finette Walker (1909-2005), verscheen op het podium in de vroege jaren 30 en maakte deel uit van het chorus in the de originele Broadway productie van Anything Goes, uit 1934, met Ethel Merman.  Ted ontmoette haar in de televisiestudio's van W2XAB (het latere WCBS-TV) in New York City. Best wel grappig want enkele dagen voor hij haar effectief zou ontmoeten toonde een vriend van hem haar foto:"Zie ja dat meisje? Is het geen stuk? Ik ga woensdag met haar uit!" (Met enige trots). Maar in tussentijd ontmoette Teddy haar "het was iets van die op het eerste zicht dingen, denk ik," om het met zijn eigen woorden te zeggen. Hij had geen benul dat dit het meisje was dat hij op de foto zo achteloos had bekeken, maar hij ontfutselde zijn vriend toch diens woensdagse afspraak. Na maar zes weken, huwden ze op 5 april 1932, een week voor de opening van zijn nieuwe reeks Joe Palooka.  Ze zouden drie zonen krijgen en één van hen volgde in de voetsporen van zijn ouders en werd acteur onder de naam Alan Reed, Sr.

Zijn grootste kans kreeg Teddy met The Eddie Cantor Show in 1932. Cantor had het voorbije jaar op zijn orkestleider David Rubinoff ingepraat, maar die weigerde resoluut een sprekende rol te spelen in het radioprogramma. Niet van hun voornemen af te brengen huurden Cantor en schrijver Dave Freedman Teddy Bergman in om een violinist van Russische afkomst te spelen voorzien van een zwaar 'So-vj-et' accent rechtstreeks uit de steppe. Deze "Rubinoff" rol was één van de grote hits van het seizoen en zorgde ervoor dat de naam Teddy Bergman naambekendheid verwierf bij de studios. (7)

Teddy maakte ook drie "korte" musicals: Rambling 'Round Radio Row (1934, als "Blubber" Bergman), Teddy Bergman's International Broadcast (1936) en Teddy Bergman's Bar-B-Q in 1937.

In 1938 kreeg hij één van de meest glansrijke rollen voor een specialist in dialecten door lide te worden van Fred Allen's legendarische Mighty Allen Art Players. Daarin werden de grootste specialisten in dialecten ooit samen gebracht in één programma: de kleine Minerva Pious uit Bridgeport bracht elke nationaliteit bedenkbaar naar voor met een pittige, schelle stem. Teddy Bergman verving de meesterlijke Jack Smart voor zowat alles gaande van overactieve filmbazen tot ongeduldige binnenhuisarchitecten. Het was de baan met het hoogste profiel in zijn carrière dusver, en het betekende ook het begin van een samenwerking met Allen die bijna 10 jaar zou duren. (7)

Hij werd ook deels eigenaar van Camp Copake, het zomerkamp bij Craryville, New York, waar hij kort na het verlaten van school zijn eerste job had. Hij bracht er nu al zijn vakanties door (1938).

Toen regisseur een keer te veel "Grappige kerel, maar we hebben hier iemand ernstiger nodig" zeiden besloot Bergman om dit obstakel te omzeilen door een nieuwe identiteit voor zichzelf te bedenken. Hij noemde zich naar zijn zoon Alan Reed Bergman en aldus kreeg "Alan Reed" het meer dramatische werk -- soaps, nachtelijke melodrama's -- terwijl Teddy Bergman verder deed met komische rollen. Deze identiteitssplitsing vroeg echter ook zijn tol en om de boekhouding te vereenvoudigen, nam de artist in 1939 zijn pseudoniem als wettelijke naam.

Teddy verscheen op Broadway in het William Saroyan stuk, Love's Old Sweet Song, waar de rol van hem vereiste om met een volledig geschoren hoofd op het podium te verschijnen (Mei 1940).

Doorheen de oorlog bleef hij lid van het Fred Allen's toneelgezelschap, en in 1941 gaf Allen hem de rol waarop hij zijn carrière had gewacht -- een rol die, zij het kort, een nationaal fenomeen werd. Allen had, reeds verschillende jaren, komische dichters laten aandraven in nieuwsbulletins. Reeds vroeg in deze nieuw decade, kreeg één van Reeds Fred Allen (L) met drie van de leden van Alley's goegemeente(L naar R) Minerva Pious, Alan Reed en Kenny Delmar.herkenbare stemmen regelmatig van deze opdrachten -- een stem waar de zelfgenoegzaamheid van afdroop, een stem van een waardige maar licht vooringenomen artist. Allen probeerde verschillende namen uit voor deze figuur alvorens te blijven hangen bij diegene waar het klikte. Doorheen de oorlogsjaren zou Alan Reed dan ook het meest bekend zijn als de bard van Allen's Alley, Falstaff Openshaw -- een rol die hem, eindelijk tot sterrenstatus verhief. Toen Allen in 1944, door zijn gezondheid werd gedwongen tijdelijk op rust ging te gaan, boodt hij Reed de rechten aan tot het Openshaw karakter als geschenk voor zijn jaren dienst in het programma -- en aldus verscheen Falstaff ook kort in zijn eigen programma. Reed zou verder ook het karakter bezigen in een populaire reeks opnames voor kinderen, waardoor de versleten dichter nog meer een plaats kreeg in de populaire cultuur. (7)
Boven rechts: Fred Allen (L) met drie van de leden van Alley's goegemeente (L naar R) Minerva Pious, Alan Reed en Kenny Delmar.

"Falstaff Openshaw" had als dichter van dienst altijd een gepast gedicht voor het moment. Wereldoorlog II raasde door Europa en Openshaw kwam op de proppen met volgende onsterfelijke openingslijn voor een gedicht: "My little niece is saving grease to help to beat the Japs. To help to beat the Nazis she's collecting bacon scraps...." Dit ging verder en eindigde met: "When the Axis time at last has come, and the world's restored to peace. The day that Hitler's goose is cooked my little niece will save the grease." (6)

In de herfst van 1941 zag Alan af van enkele goed betalende radiorollen om een rol op te nemen in het toneelstuk Hope for a Harvest, met Fredric March. Hij deed dit bewust omdat hij hoopte dat talenterjagers voor de film hem zouden opmerken voor iets wat hij meer dan wat dan ook wou - een Hollywood contract.
Dat gebeurde ook, met het uitbreken van de oorlog weigerde Alan het contract uit vrees om met zijn familie naar de Westkust te moeten verhuizen. Tot overmaat van ramp was het stuk, ondanks de goede kritieken voor Alan zelf  (hij werd genomineerd voor beste vertolking in Hope for a Harvest, New York Critics Drama Circle), niet vrij succesvol. Het sloot enkele weken na de première.

Dan maar terug naar radio waar hij als Sol Levy (afbeelding hieronder links) te horen was in Abie Irish Rose (1942-1944). Op een ogenblik deed Alan meer dan 35 shows per week, die hij terugbracht tot 15 eens hij karakterrollen in films kreeg aangeboden. In 1943 verhuisde Alan met zijn familie dan toch naar Beverly Hills. Zijn eerste film was Days of Glory waar hij te zien was tegenover Gregory Peck (afbeelding hieronder rechts).

Alan Reed als Sol Levy in "Abie Irish Rose" (1942-1944).Gregory Peck & Alan Reed in "Days of Glory" (1944).
Boven links: Alan Reed als Sol Levy in Abie Irish Rose (1942-1944).
Boven rechts: Gregory Peck & Alan Reed in Days of Glory (1944).

Hij speelde  Ezra Liam Kennedy in The Postman Always Rings Twice (1946). Naar verluid deed men een beroep op Alan Reed omwille van enkele zware scènes waarbij hij in de film een van ergste scheldtirades ooit naar het hoofd kreeg geslingerd, tijdens een woordenwisseling met de ster uit de film John Garfield.

In 1947 werd aan Reed gevraagd om de rol van Sergeant Velie op te nemen in radio's The Adventures of Ellery Queen.

Fannie Brice speelde de rol van Baby Snooks op zo'n manier dat het voor vrienden (en het radiopubliek) soms onmogelijk was het onderscheid te maken tussen de Fannie Brice, de vrouw, en Baby Snooks, de fictieve figuur. Dit was zeker zo voor Hanley Stafford, die als Papa (een rol eerder opgenomen door Alan Reed in de Follies uitzendingen van 1936), steeds weer begon te repeteren van een charmante volwassen vrouw, maar uiteindelijk volledig afgeleid werd door een verwend kind, beide dezelfde persoon.

Het moment van de gedaanteverandering: Brice (midden) wordt Baby Snooks met hulp van (van L naar R) Papa Hanley Stafford, script meisje Ruth Hahn, Alan Reed (Mr. Wemish, Papa's baas) en Arlene Harris (Mama) (1947)
Boven: Het moment van de gedaanteverandering (zie afbeelding hierboven): Brice (midden) wordt Baby Snooks met hulp van (van L naar R) Papa Hanley Stafford, script meisje Ruth Hahn, Alan Reed (Mr. Wemish, Papa's baas) en Arlene Harris (Mama) (1947).

In My Friend Irma (CBS, 1947-54) op radio was hij Mr. Clyde, Irma's baas. En in CBS-Radio's Life With Luigi (1948-53) introduceerde Teddy met de rol "Pasquale", Luigi's vriend en sponsor, eigenaar van "Pasquale's Spaghetti Palace" in Chicago en vader van volslanke Rosa die hij constant aan de lieve, opgeruimde Luigi wou opdringen. Deze show voorzag wellicht de mooiste collectie van dialecten op radio: Zweeds,  Italiaans, Duits allen perfect naar voren gebracht (zie afbeelding hieronder links).

Natuurlijk kon ook de film niet achterblijven zo was Teddy Bergman o.a. Kol. LaMartine in de komedie The Redhead and the Cowboy (1950), Tony in Emergency Wedding (1950) en Walter Godfrey in Here Comes the Groom (1951). In de dramatische films was hij als Alan Reed onder meer te zien in The Postman Always Rings Twice (1946) en Harry Patullo in Perfect Strangers (1950).

In CBS-Radio's "Life With Luigi" (1948-53) introduceerde Teddy met de rol "Pasquale", Luigi's vriend en sponsor, eigenaar van "Pasquale's Spaghetti Palace" in Chicago en vader van volslanke Rosa die hij constant aan de lieve, opgeruimde Luigi wou opdringen. Deze show voorzag wellicht de mooiste collectie van dialecten op radio: Zweeds,  Italiaans, Duits allen perfect naar voren gebracht.Als Teddy Bergman speelde hij "Kol. LaMartine" in de komedie "The Redhead and the Cowboy" (1950) tegenover Rhonda Fleming.
Boven links: In CBS-Radio's Life With Luigi (1948-53) introduceerde Teddy met de rol "Pasquale".
Boven rechts: Als Teddy Bergman speelde hij "Kol. LaMartine" in de komedie The Redhead and the Cowboy (1950) tegenover Rhonda Fleming.

Misschien wel één van zijn meest gedenkwaardige rollen was die van de beroemde Mexicaan Pancho Villa in Viva Zapata (1952) een film waarin Marlon Brando de hoofdrol speelde.

Met betrokkenheid in radio en film hoe kon televisie achterblijven? Teddy nu officieel Alan Reed maakte verschijningen in zowat elke televisiereeks: Dr.Kildare, Batman, Petticoat Junction, The Lucy Show, The Beverly Hillbillies, Richard Diamond, Private Detective, Green Acres, Alfred Hitchcock Presents en allen daartussen waaronder zelfs The Johnny Carson Show. Zijn verbazingwekkende kunde en nogal ongewone, eerder korrelige stem maakten van hem één van de drukst bezette acteurs zowel op radio televisie en film. Hij was te zien in zowel de radio als TV versies van het uiterst populaire Duffy's Tavern (met Ed Gardner) op radio als Clancy de agent en op televisie als de niet bijster snuggere Finnegan.

He deed ook de stem van "Boris" in Disney's
Lady and the Tramp (1955).

In 1955 richtte hij Alan Reed Enterprises op, een firma gespecialiseerd in de verkoop van relatiegeschenken, adverteerspecialiteiten en geschenkengroothandel. Kewtee Bear
(1955 of 1956) werd mee opgericht door Alan Reed, Bert Stout en Truman Quigley, die samen een marketing plan voor hun wollige vriend. Kewtee dolls werd gefabriceerd door de beroemde Knickerbocker speelgoedfabrikant. Alan nam op het Columbia label een plaat op met een vertelling met deze beer in de hoofdrol.
Alan Reed en Frankie Laine in "He Laughed Last" (1956).Alan Reed speelt de zangers' manager Kol. Mapleson in de episode of "Death Valley Days" S8Ep33, "Emma Is Coming" (1975).
Boven links: Alan Reed en Frankie Laine in He Laughed Last (1956).
Boven rechts: Alan Reed speelt de zangers' manager Kol. Mapleson in de episode of Death Valley Days S8E33, "Emma Is Coming" (1975).
Maar Alan Reed zal met veel plezier worden herinnerd als de luidsprekende, pompeuze, brullende "Fred" uit The Flintstones op radio en TV. "Fred Flintstone" was naar verluid gebaseerd op Jackie Gleason's character "Ralph Kramden" in de nu klassieke reeks The Honeymooners. Fred leefde met zijn vrouw Wilma (actrice Jean VanderPyl) in de prehistorische stad Bedrock met hun babydochter Pebbles. Hun buren waren Barney Rubble (gespeeld door de alomtegenwoordige Mel Blanc die ook de stem deed van Dino, Fred's huisdier dinosaurus) en dienst vrouw Betty (Bea Benaderet) met hun geadopteerde zoon "Bamm-Bamm". Aanvankelijk werd deze Hanna-Barbera creatie The Flagstones genaamd maar dit werd veranderd om verwarring te vermijden met de toen populaire strip Hi and Lois (the Flagstons).
Alan Reed als Fred Flintstone, Jean Vander Pyl als Wilma Flintstone, Bea Benaderet als Betty Rubble en Mel Blanc als Barney Rubble.
Boven: Alan Reed als Fred Flintstone, Jean Vander Pyl als Wilma Flintstone, Bea Benaderet als Betty Rubble en Mel Blanc als Barney Rubble.
Toen we aan de 12de show begonnen, ontwikkelde, Alan cataract aan beide ogen. Hij nauwelijks nog iets zien. We voorzagen een script met groter lettertype tot, gelukkig zijn zicht terug verbeterde.”
Alan die de rol voor het eerst speelde in 1960, was perfect als "Fred Flintstone" en genoot van zijn rol. Er werden vele spin-offs van het originele gemaakt waarbij ook Reed was betrokken. Hij werkte veel voor de Hanna-Barbera Studios.

Misschien wel de vreemdste naam voor een figuur die hij gestalte gaf kreeg Alan in Audrey Hepburn's
Breakfast at Tiffany's (1961, zie afbeelding hieronder) waar hij de rol van "Sally Tomato". Alhoewel moet gezegd worden dat "Puddles Podell" in Marjorie Morningstar , de Natalie Wood film uit 1958, toch ook niet ver uit de buurt is.
Misschien wel de vreemdste naam voor een figuur die hij gestalte gaf kreeg Alan in Audrey Hepburn's "Breakfast at Tiffany's" (1961).
Boven: Als "Sally Tomato" in Audrey Hepburn's Breakfast at Tiffany's (1961).
In een scene uit de "Batman" episode "Penguin Sets a Trend" (1967) zien we Majoor Beasley gespeeld door Bob Hastings (R), hij zou later de stem vertolken van Gordon in "Batman: The Animated Series" en Generaal MacGruder gespeeld door Alan Reed (L).Een van zijn laatste verschijningen op het scherm was in een aflevering van "Petticoat Junction" genaamd "Bad Day at Shady Rest" in de rol van Bandit Lawson (1968).
Boven links: In een scene uit de Batman episode "Penguin Sets a Trend" (1967) zien we Majoor Beasley gespeeld door Bob Hastings (R), hij zou later de stem vertolken van Gordon in Batman: The Animated Series en Generaal MacGruder gespeeld door Alan Reed (L)
Boven rechts: Een van zijn laatste verschijningen op het scherm was in een aflevering van Petticoat Junction genaamd "Bad Day at Shady Rest" in de rol van Bandit Lawson (1968).
Radio toneelschrijver en regisseur Norman Corwin gaf in 1969 Reed de rol van Kerstman in de KCET televisie lezing zijn stuk uit 1938 genaamd The Plot to Overthrow Christmas.

Reeds 10 jaar voor zijn dood kreeg Reed, een kettingroker, de diagnose van blaaskanker die chirurgisch werd verwijderd. Alhoewel deze operatie succesvol was ontwikkelde hij later emfyseem en overleed in het St. Vincent Medical Center dichtbij zijn huis in West Los Angeles op 14 juni 1977 aan een multisysteemziekte met hartfalen twee maanden voor zijn 70ste verjaardag. Zijn lichaam werd aan de wetenschap gedoneerd (Loma Linda Medical Center). Alan Reed stierf voordat hij zijn autobiografie Yabba Dabba Doo!: The Alan Reed Story kon afmaken.
Een foto van een oudere Reed met baard zittend op een sofa. Veel slanker dan op voorgaande foto's wat doet vermoeden dat deze foto laat in Reed's leven is genomen. © Alan Reed Collection [digital resource], Pepperdine University Special Collections and University Archives (Used by permission)
Boven:
Een foto van een oudere Reed met baard zittend op een sofa. Veel slanker dan op voorgaande foto's wat doet vermoeden dat deze foto laat in Reed's leven is genomen. © Alan Reed Collection [digital resource], Pepperdine University Special Collections and University Archives (Used by permission).
De figuren die hij gestalte gaf klonken misschien wel anders, maar ze hadden allen één ding gemeen: ze geleken op Abraham Greenberg, Reed’s grootvader. Onder de breed uitgesmeerde komedie en overdreven accenten, besefte Reed dat aan de oorspong van het verhaal van iedere immigrant een diep gewortelde onzekerheid, een angst leefde, een zekere verwarring over hoe men de waarden uit de oude wereld in de nieuwe kon bewaren. Als kind zag Reed hoe deze emoties zijn grootvader overmeesterden, en hij had een afkeer van de oude man en zijn levenswijze. Als volwassene echter, kon hij van het gekmakende tot het sublieme optillen, door de éne Abraham Greenberg na de andere gestalte te geven en hierdoor zijn creaties warmte en humor inblazend. (9)
Notities:

Alle vermelde data voor films zijn voor de officiële release in de VS.
Alle vermelde data voor TV programma's zijn die van eerste uitzending.
Alle vermelde data voor (radio)toneelstukken zijn voor de periode waarin de acteur erbij betrokken was.

De feiten in het rood moeten nog bevestigd worden.

Klik op Uncle Sam als je denkt ons te kunnen helpen...!  Klik als je denkt ons te kunnen helpen...!

Andere referenties
(1) Wikipedia
(2)
IMDb
(3) IBDB Alan Reed - IBDB Teddy Bergman
(4) RUSC
(5) Alan Reed Jr. Remembers the Flintstones at 55

(6) Post by Betsy W. 2006
(7) Talent enough for two at When Radio Was
(8) Alan Reed The Face behind the voice... The Scott Rollins Film and TV Trivia
     Blog
(9) Fred Flintstone: A Stone Age Star With A Jewish Voice
(10) Radiogoldindex


Bijkomende video & audio bronnen
(1) Old Time Radio Downloads

(2) The Plot to Overthrow Christmas

(3) Fred and Barney bowling clip
(4) The Beverly Hillbillies clip
(5) Strictly For Laffs Alan Reed & Moe Howard (Three Stooges)
(6) Lady and the Tramp clip with Alan Reed voicing Boris, the 'Russian' grey dog
(7) The Flintstones - Voice Actors Interviews (1965) Alan Reed, Jean Vander Pyl and Gerry Johnson were interviewed for radio in 1965 by Hollywood commentator Dick Strout to promote the sixth and final season of Hanna-Barbera's TV series. For unknown reason, Mel Blanc was not interviewed.

 

Dit profiel van de acteur hierboven maakt deel uit van Ellery Queen a website on deduction. Deze acteur speelde de rol van Sergeant Velie in één van de Ellery Queen radioseries.
Vele van de profielen op deze site zijn samengesteld na zeer nauwgezet onderzoek van diverse bronnen. "Please quote and cite ethically!"


Pagina aangemaakt 18 november 2017  
Laatste update 24 juli 2020
  

t e r u g   n a a r    L i j s t   v a n   V e r d a c h t e n


 
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie?  | Q.E.D. | Moord en scene | Nieuw | Auteursrecht
Copyright © MCMXCIX-MMXXIV   Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden.