Klik op de foto om terug te gaan...

William Gargan (17 jul 1905 - 16 feb 1979)
Lengte: 1.83 m (6' )
Gewicht: 75,7 kg (167 lbs)
Ogen: blauw

Haar: rood bruin

Broer:
 Edward Francis Gargan
 (17 jul 1902 - 19 feb 1964), acteur

Echtgenote: Mary Elizabeth Patricia Kenny
         (19 jan 1928 - 16 feb 1979, zijn dood)
 Kinderen:
 William Dennis Jr. "Barrie"
         (25 feb 1929 - 12 dec 1982) &
 Leslie Howard (28 jun 1933)
Boven rechts: William's moeder op de achtergrond kijkt naar haar twee zonen,
zijn broer Edward en hijzelf. De twee meisjes zijn nichtjes.
William Dennis Gargan Jr. werd geboren in 427 Henry Street in Brooklyn, New York, waar, zo zei men de baby's "hun tandjes aanscherpten op lantaarnpalen". Zijn ouders waren William en Irene Gertrude Flynn. Zijn vader was een gokker, deurwaarder, bookmaker en kroegeigenaar met connecties met de maffia. Zijn moeder was een lerares. Hij werd als tweeling geboren, één van zeven kinderen, waarvan alleen hij en zijn oudere broer Edward niet op jonge leeftijd stierven. Gargan vermeldde later dat zijn moeder conservatiever en enigszins preuts leek, maar in werkelijkheid was ze altijd aan de zijde van zijn vader. Beide ouders hadden een goed gevoel voor humor.

Toen Bill werd geboren, gaf een oom van vaderskant zijn oudere broer Ed een kleine puppy. Die noemde de pup Prince en schoof de hond min of meer door naar Bill. Ze groeiden samen op. Net als zijn oom was Ed groter dan Bill, waardoor Bill 'Tiny Bill' werd genoemd.

Naar verluidt maakte Gargan zijn filmdebuut - zij het zonder vermelding - toen hij zes of zeven jaar oud was en een jonge honkbalspeler speelde in een korte komedie met John Bunny en Lillian Walker die werd opgenomen in de Brooklyn's Vitagraph Studios.

Nauwelijks tien jaar oud bracht Gargan tijd door in de bar van zijn vader in Sunset Park, Brooklyn. Net als zijn oudere broer ging hij eerst naar de St. Francis Xavier Basisschool. In tegenstelling tot zijn broer werd hij geen koorknaap. In de kerk zingen leek hem bijna net zo dwaas als studeren, en wat studeren betreft—nou, men zegt dat het alleen door dreigementen om de basisschool plat te branden was dat de autoriteiten de jonge Gargan wisten te overtuigen om naar St. James High te gaan.

Gargan groeide op met zomers in Sea Gate en vocht samen met de Ierse kinderen uit Bay Ridge tegen de Italiaanse kinderen in verlaten terreinen. Hij speelde honkbal en basketbal voor de basisschool St. Francis Xavier en de middelbare school St. James. In het voorjaar speelde hij pool en spijbelde om over de hekken van Ebbets Field te klimmen en naar de Dodgers en hun sterren uit de jaren 1910 te kijken — Zack Wheat en Ivan Olson.

Toen hij 13 jaar oud was, had hij al veel avontuurlijke baantjes gehad, waaronder frisdrank verkopen bij het Ringling Brothers Circus, gestoomde kledij afleveren voor een kleermaker, vegen in één van de saloons van zijn vader, bezorger op de fiets bij een bloemist, pakjes inpakken bij het warenhuis Abraham & Straus Brooklyn en verschillende andere baantjes.

Gedurende tien jaar, met zeldzame uitzonderingen, van 1911 tot 1920, nam zijn vader hen mee naar Saratoga Springs in augustus voor de paardenraces. Daar op een zomerse dag, op 13 augustus 1919, won zijn vader $57.000 (!). Bill werkte dat jaar op de renbaan, want zijn vader bezorgde hem een baan als 'sheet writer' op wat ze daar de "Back Stretch" noemden.

Billy ontmoette Mary Kenny op een ijsbaan in Prospect Park, Brooklyn. Toen Bill 14 was, had hij er een baantje versierd als ijsveger, in ruil voor een gratis toegangskaartje. Op een middag flitste hem een lenig jong ding voorbij in een pelsjas en een felrode rok. Hij slaagde erin haar met zijn bezem te raken en haar opzettelijk tegen de grond the laten gaan. Mary klom meteen weer overeind, haar ogen spuwden vuur en haar mond deed het ook niet slecht. Vanaf dat moment wist Bill dat hij verliefd was. (7)

Mary onthulde later de ware versie van hun eerste ontmoeting. Dit is hoe het echt gebeurde:

Ik had mijn hele leven in New York gewoond en hield ervan. Op een zaterdag, toen ik ongeveer dertien was, overtuigde mijn nicht Ellen, die onlangs naar Brooklyn was verhuisd, me om het weekend bij haar door te brengen. We hielden allebei van schaatsen en besloten de schaatsbaan bij haar in de buurt uit te proberen. Voor deze gelegenheid had ik een schitterende outfit bemachtigd - althans, dat was mijn indruk op dat moment - bestaande uit een felrode wollen rok en jas, afgewerkt met een eekhoornmuts, die ik van mijn moeder had geleend en haastig had aangepast. De staart van de muts stak een beetje uit aan de achterkant, waardoor het een uitdagend Daniel Boone-achtig uiterlijk kreeg.

Mij duidelijk superieur voelend aan iedereen in Brooklyn, draaide ik rond de baan, maakte achten en ingewikkelde lussen, overtuigd dat ik een heel indrukwekkend figuur sloeg. Ik was buitengewoon tevreden met mezelf en volledig onbewust van de gefascineerde blik van een jonge Brooklyniet die aan de zijkant stond, blijkbaar gehypnotiseerd door de eekhoornstaart aan de achterkant van mijn muts.

Ik had net een sierlijke draai gemaakt toen plotseling een wazige figuur op me af stormde. Ik voelde een hand naar mijn muts grijpen, en het volgende moment lag ik plat op het ijs. De figuur materialiseerde in een jongen met rood haar, die ook op het ijs lag. Blijkbaar een kleine misrekening. Maar hij bleef niet om uitleg te geven. Hij krabbelde overeind en verdween in de menigte voor ik begreep wat er was gebeurd.

Mijn Ierse temperament kookte van woede. Mijn rok had een scheur van boven tot onder, en mijn muts, mijn prachtige muts, lag zwaar gewond op het ijs.
Ellen kwam naar me toe gerend. "Heb je dat gezien?" stamelde ik woedend. "Heb je gezien wat die... dat wezen me aandeed?" Ik was zo boos dat ik nauwelijks kon praten, wat heel ongebruikelijk voor me was. "Als ik maar wist wie hij was."
"Ik weet wie hij is," zei Ellen. "Hij gaat naar school met mijn broer. Zijn naam is Bill, maar iedereen noemt hem Red. Zijn achternaam is Deegan of zoiets. Nee, Gargan. Dat is het, Bill Gargan." "Nou," zei ik veelbetekenend, "dat is goed om te weten. Gargan, hè?"

Het belangrijkste probleem, in de daaropvolgende weken, was uit te zoeken wanneer ik deze Gargan weer kon ontmoeten. Ellen vertelde me dat er een schooldans zou zijn, waar hij waarschijnlijk ook zou zijn, en we besloten dat we wel moesten gaan.

Via Ellen's broer regelde ik een introductie met roodharige meneer G. Voordat de avond voorbij was, volgde Bill Gargan, de jonge pletwals, me als een dromerige spaniel. "Goh," zei hij af en toe, "je komt me zo bekend voor." En ik glimlachte onschuldig naar hem terug.

Mijn wraak was zoet. Ik besloot Bill me mee te laten nemen naar de volgende dans, waar ik hem prompt dumpte en al mijn aandacht gaf aan zijn aartsrivaal, de aanvoerder van het honkbalteam. Dan weer accepteerde ik afspraakjes voor de film, en kwam gewoon niet opdagen. Ik deed allerlei vreselijke dingen met hem, en hij keek alleen maar verwarder en neerslachtiger - maar bleef me bellen.

Op een dag ging ik met hem wandelen in Central Park. We liepen gewoon, terwijl ik aan één stuk door praatte, toen ik plotseling naar hem keek en me raar voelde. Ik weet niet wat het was - het rode haar, de gekwetste blik in zijn blauwe ogen die me zo recht aankeken, of misschien een vleugje lente. Wat het ook was, dat was het moment waarop ik verliefd werd op Bill, want toen vertelde ik hem dat ik "eekhoornmuts" was.

Hij keek me alleen maar aan in uiterste verbazing, en we begonnen allebei te lachen. Het was een prachtig moment!

Vanaf dat moment was er nooit meer iemand anders voor ons beiden. We begonnen met elkaar te gaan en stopten nooit meer, pas jaren later spraken we echt over trouwen.


Mary woonde in Manhattan maar bracht de weekenden door in Bay Ridge, Brooklyn. Ze hingen rond op Coney Island bij Feltman’s, bij Lundy’s in Sheepshead Bay, of bij de Loew’s Metropolitan en de Keith’s Prospect.

Op de middelbare school ontdekte Bill nog iets wat zijn aandacht trok en vasthield. De school voerde toneelstukken op, en het duurde niet lang voordat hij de beste acteur van de school was. Tenminste, hij stond klaar om te vechten met iedereen die zei dat hij dat niet was, en er waren weinig uitdagers. Zijn talent voor toespraken houden groeide zo sterk dat hij de gouden medaille voor welsprekendheid won. Hij speelde in schoolvoorstellingen van Hamlet, Macbeth, en Romeo en Julia. Echter, een leraar die het op Gargan gemunt had vanwege zijn komische gedrag, maakte zijn leven zo ellendig tijdens zijn laatste jaar dat hij stopte met school.

Toen hij reeds samen was met Mary kreeg Bill op zijn zestiende zijn eerste baantje. Hij werkte een dag als frisdrankventer en verdiende 3 dollar per dag. De winkel was kilometers van zijn huis en omdat hij bang was om 's ochtends te laat op zijn werk te komen en 's avonds te laat thuis te eten, nam hij een taxi heen en terug. Aan het einde van de eerste dag besloot hij dat er geen winst in zat.

Van Gargan is geweten dat hij een man was van twaalf stielen dertien ongelukken jobs variërend van limonadeverkoper tot tramconducteur maar het was pas toen hij de middelbare school (1922, St. James School, Brooklyn) verliet dat hij een aantal maatpakbanen kreeg
. Zo besloot hij op achttienjarige leeftijd zakenman te worden en kreeg een baan als "verkoper op commissie" van Wesson slaolie aan de winkelketens in Brooklyn. "Ik heb nog nooit iemand zo enthousiast over een baan gezien," lachte Mary Gargan. "Elke keer als hij bij mij thuis kwam eten, bracht hij zijn slaolie mee en stond hij erop om sladressings voor ons te mengen. Hij maakte liters per keer tot we er bijna in verdronken. Gelukkig duurde die baan maar twee maanden." Dat kwam omdat hij gedurende het werk stiekem naar vaudeville shows ging kijken. Op een dag gingen de lichten aan en zag Gargan dat zijn baas naast hem zat. "Goede show," zei Gargan, "Je bent ontslagen," antwoordde zijn baas.

Vervolgens werkte hij als boodschappenjongen voor een makelaarskantoor op Broad Street en kredietonderzoeker en rechercheur voor een kledingsfirma. Zo werd Gargan ooit geschoten toen hij een wanbetaler er wilde toe overhalen zijn rekening te vereffenen. Daarna, op 19-jarige leeftijd, werkte hij ongeveer één jaar als privédetective in een agentschap in Wall Street voor "$10.00 per dag en onkosten." Gargan voerde er de gebruikelijke detective taken uit: bewaking van geldtransport, schaduwen van mogelijke verdachten, uitoeren van surveillances, en het beschermen van cliënten met waardevolle zaken. Hij werd ontslagen toen een diamantverkoper, die hij moest beschermen, uit het oog verloor.
In 1924 ging hij, verveeld door de sleur die bij een normale job hoorde, acteren. Bill ontdekte dat praten op het podium het leukste is. Iemand nam hem mee naar de Lambs' Club en toen realiseerde hij zich dat de theaterwereld de beste ter wereld was. Acteren en ervoor betaald worden, dat was pas leven! Hij ging naar zijn oudere broer, die het koor had verlaten voor het ensemble van Rose Marie (Imperial Theatre, 2 sep 1924 - 16 jan 1926), en liet zich voorstellen aan verschillende heren uit het vak.

Op aanmoediging van toneelschrijver Le Roy Clemens ging Bill op auditie voor en won de een rol in ondersteuning van Vivienne Osborne in Aloma of the South Seas
(Lyric Theatre, 20 april - 1 juni 1925) op het Broadway toneel. Ze openden in november 1924 in Baltimore in het Old Ford's Theatre. Gargan leerde snel en kende zowel ieders rol als die van de toneelmeester. Binnen een jaar regisseerde hij de productie van het toneelstuk in Philadelphia. Bill speelde eerst een heer van kleur. Gedurende acht weken bedekte hij zichzelf met een mooie tint bruine make-up, waarvoor hij een vorstelijke vergoeding van 30 dollar per week ontving, en speelde vrolijk als een bewoner van de betoverde eilanden. Bill was zo uitbundig dat het management na twee weken besloot hem wat te temperen. Een beetje met tegenzin kreeg hij toch de rol van Red Malloy toegewezen en bracht de volgende 69 weken door als een 65-jarige strandjutter. Nadien werden twee rondtrekkende gezelschappen gevormd één voor Philadelphia en één voor Chicago. Hij bood aan om het stuk te regisseren en tot zijn verbazing ging men akkoord. Chicago sloot reeds na 3 weken en de regisseur nam het over van Bill in Philadelphia waar het stuk een succes werd en veertig weken op tournee ging.

Het is onzeker of hij op Broadway optrad in Laff That Off (Wallack's Theatre, 2 nov - 9 okt 1925). Maar hij ging wel op tournee met Laff That Off  naar Philadelphia, Baltimore en Boston voor telkens één week gevolgd door kortere reeksen van optredens doorheen het land. Gargan verkocht, als hij tussen twee acteerjobs in zat, gin of bootleg whisky aan clandestiene bars in New York City. Het luidruchtige Chicago (Music Box Theatre, 30 dec 1926 - 28 mei 1927) zou op tournee gaan en zocht spelers. In de zomer van 1927 werd Gargan hiervoor gecontacteerd.** Chicago werd een lange tournée: Chicago, Kansas City, St. Louis, Baltimore, Washington, Boston en Pittsburg. Bill begon zich te vervelen.

Toen Bill op tournee was, voelde Mary zich vreselijk eenzaam. Op een weekend, terwijl hij een tien weken durende show in Baltimore speelde, pakte Mary haar moeder en vader mee en ging hem bezoeken. Beide waren erg dol op Bill en hadden geen bezwaren tegen hun romance, hoewel ze zich een beetje zorgen maakten over het feit dat hij acteur was. Toen de drie verschenen, was Bill verrast. "Ik geef me over. Waar gaat de bruiloft plaatsvinden?" zei hij lachend. Ze begonnen ter plekke plannen te maken en twee weken later waren ze getrouwd.
Mary Kenny (derde meisje van links in "Russell Markert's Markettes", naar verluidt een van de voorgangers van de beroemde Rockettes (Missouri Rockets, American Rockets, Rosettes, Roxyettes). Vroeg in hun huwelijk werd zij een van de eerste Rockettes toen Radio City Music Hall werd geopend.
Boven: Mary Kenny (derde meisje van links in "Russell Markert's Markettes", naar verluidt een van de voorgangers van de beroemde Rockettes (Missouri Rockets, American Rockets, Rosettes, Roxyettes). Vroeg in hun huwelijk werd zij een van de eerste Rockettes toen Radio City Music Hall werd geopend (1932).
Bill trouwde op 19 januari 1928 met Mary Kenny, zijn jeugdliefde in Baltimore*. Mary was vroeg begonnen met acteren. Ze speelde kinderrollen voor Pathé in New York in de oude stomme films. Daarna stapte ze over naar het toneel als acrobatische danseres en werkte ze in Ziegfeld, Earl Carroll en George White producties (Scandals). Patricia was eigenlijk als Mary Elizabeth gedoopt, dus Bill besloot origineel uit de hoek te komen en noemde haar Mary. Er was geen huwelijksreis, Bill moest de meeste tijd in het theater zijn. Ze slaagden er zelfs amper in om eens samen alleen te dineren.

Het toneelstuk* verhuisde naar Atlantic City, het National Theatre in Washington, Philadelphia en Boston, waar hij en Mary verbleven in het Arlington Hotel. Eens de tournee afliep trok hij noodgedwongen met zijn kleine familie in bij zijn schoonmoeder in Garfield Place.
 
William en Mary Kenny wandelend in de straatGargan en zijn vrouw, Mary, in Palm Springs eigen Our Lady of Solitude kerk waar ze waarschijnlijk net hun geloften hebben vernieuwd. Het stel was voor het eerst getrouwd in 1928.
Boven links: William en Mary Kenny wandelend in de straat.
Boven rechts: Gargan en zijn vrouw, Mary, in Palm Springs eigen Our Lady of Solitude kerk waar ze waarschijnlijk net hun geloften hebben vernieuwd. Het stel was voor het eerst getrouwd in 1928.
 
Na deze laatste speelde Bill samen met Richard Bennett in The People, dewelke nog tijdens de tournee ophield. Hij nam toen de tweede hoofdrol op zich bij een repertoriumgezelschap in Cleveland, waar hij een paar toneelstukken deed die geproduceerd werden door Pat McCoy, een zeer succesvolle producent van repertoriumtoneel in het Middenwesten. In het Playhouse, tegenover het oude Hollanden Hotel in Cleveland, was de eerste show een melodrama met Clark Silvernail in de hoofdrol, en na een week flopten ze zo erg dat ze besloten het met een komedie te proberen, Not Herbert. Maar Not Herbert (1928) deed het niet beter.

Later in zijn carrière zou Bill beweren dat hij in The War Song (National Theatre, 24 sep - 1 dec 1928) de rol van luitenant had gespeeld. In werkelijkheid gebeurde dit pas tijdens de laatste voorstelling in New York. Daarna nam hij die rol op voor de 13 weken durende tournee. De Gargans speelden aanvankelijk allebei in het toneelstuk als Mr. & Mrs. James Perkins. Op de avond dat de show eindigde, beviel Mary Kenny van hun eerste zoon, William Dennis Gargan III
(25 feb 1929) ook wel "Barrie" genoemd, naar Sir James Matthew Barrie, Mary's favoriete toneelschrijver.

De volgende 9, 10 maanden kon Bill zelfs geen baan als koorknaap versieren. Eerst was er een periode waarin Bill gretig op zoek ging naar figurantenrollen, meestal zonder credits. Zo'n eerste vrij onbeduidende rol kreeg hij in Lucky Boy
(Tiffany, 1 feb 1929) en My Mother's Eyes (1929) beide met George Jessel. Maar dit bezorgde hem maar iets op voor één dag. Hij had dan ook nauwelijks een cent toen hij op een dag Charlie Wilson, de vaudeville man, tegenkwam en een klein rolletje kreeg in een show in het Prospect Theatre, Brooklyn, slechts acht straten verderop aan 75-85 $ per week. Het was een rolletje in een 15 minuten durende sketch genaamd "The Family Upstairs". Het deed hem goed om te werken om zo alle gedachten aan de slechte dagen te doen verdwijnen. Hij voelde zich terug goed in zijn vel en viel daarom ook niet flauw toen een manager William Farnum belde om hem een echte rol aan te bieden in een echt toneelstuk, Headquarters (Forrest Theatre, Atlanic City 4 - 31 dec 1929). Hij zakte echter wel bijna in elkaar toen ze hem vertelden dat het salaris ca. 275 dollar per week was. De show sloot na twee weken.

Er volgende nog meer optredens op Broadway: City Haul (Hudson Theatre,  30 dec 1929 - 8 mrt 1930) met Herbert Rawlinson, Out of a Blue Sky (Booth Theatre, 8 - 25 feb 1930) in een regie van Leslie Howard en Roar China (Martin Beck Theatre, 27 okt - 27 dec 1930). In dit laatste stuk gooide een lid van de cast hem elke nacht van een schip in dertien centimeter water. Afgezien van een lichte mank en een paar kneuzingen op vitale plaatsen, deed Bill het goed genoeg in die rol.

Mary vond ondertussen een nieuw appartement, een woning met één slaapkamer net onder straatniveau in Union Street, in Brooklyn, vlakbij het Grand Army Plaza (1930).

Hij speelde ook in totaal in minstens 10 Broadway shows. Eindigend met She Lived Next to the Firehouse (Longacre Theatre, 10 feb - 1 mrt 1931) en He (Guild Theatre, 21 sep - 1 okt 1931).


Nu kwam de filmindustrie ook op de proppen met wat extra figurantenwerk: eerst als gangster in Follow the Leader (Paramount, 6 dec 1930) met Ed Wynn alsook twee klussen in Claudette Colbert-films: His Woman (Paramount, 21 nov 1931) en Misleading Lady (Paramount, 15 apr 1932).

I
n 1932 tenslotte kreeg hij heel wat lof ("Drama Critics Award for Outstanding Performance of the Year") voor zijn werk in Philip Barry's Broadway stuk The Animal Kingdom (Broadhurst Theatre, 12 jan - juni 1932). Bill wilde de rol van 'Red Regan' in die show meer dan wat dan ook. Miller, de producent, en de ster, Leslie Howard, weigerden hem aanvankelijk nog allebei (herfst 1931). Hij begon de auteur van het toneelstuk te achtervolgen, en op een avond zette hij Phil Barry vast in zijn hotel en dwong hem te luisteren terwijl hij Regan's lijnen voorlas. Barry knikte en gaf toe. Enkele weken later, op de openingsavond, prees het publiek de nieuwe speler. Tijdens de try-out in Pittsburgh wilde Barry Gargan's rol nog schrappen, maar Leslie moest hier niet van weten. Op de openingsavond boog Howard, de grote ster, voor een oorverdovend applaus, ging toen naar de coulissen en haalde Gargan erbij om het applaus te delen, om vervolgens stilletjes weg te glippen zodat Gargan het alleen kon ontvangen. Hij en Leslie Howard ontwikkelden een levenslange vriendschap. Gargan vernoemde zelfs een van zijn kinderen naar de acteur.
Leslie Howard als Tom Collier en William Gargan als Richard Regan in "The Animal Kingdom" in het Broadhurst Theatre, New York. 12 januari 1932 t/m juni 1932.
Boven: Leslie Howard als Tom Collier en William Gargan als Richard Regan in The Animal Kingdom in het Broadhurst Theatre, New York. 12 januari 1932 t/m juni 1932.
RKO Radio Pictures kwam met een aanbod en hij beloofde mondeling bij hen te tekenen, terwijl de contracten werden opgesteld. Ondertussen kwam MGM met een beter aanbod, maar hij had zijn woord gegeven aan de eerste maatschappij. Met hen filmde hij The Animal Kingdom (RKO Radio Pictures, 23 dec 1932).

Het was de lof voor zijn toneelwerk die leidde tot zijn rol in de film Rain (United Artists, 12 okt 1932) met Joan Crawford waarvoor hij werd uitgeleend aan United Artists.
A W. Somerset Maugham sprookje voorzag het verhaal voor "Rain" (1932) Miss Sadie Thompson (Joan Crawford), een prostituté, valt al snel in het oog van Sergeant Tim O'Hara (William Gargan). "Headline Shooters" (1933) Reporter Bill Allen (William Gargan) krijgt zijn verhaal onafgezien van de gevolgen. Maar wanneer Allen de no-nonsense Jane Mallory (Frances Dee) ontmoet valt hij voor haar charmes. Andere tegenspelers waren Ralph Bellamy en Jack La Rue.
Boven links: A W. Somerset Maugham sprookje voorzag het verhaal voor Rain (United Artists, 12 okt 1932) Miss Sadie Thompson (Joan Crawford), een prostitué, valt al snel in het oog van Sergeant Tim O'Hara (William Gargan).
Boven rechts:
Headline Shooters (RKO Radio Pictures, 28 juli 1933) Reporter Bill Allen (William Gargan) krijgt zijn verhaal onafgezien van de gevolgen. Maar wanneer Allen de no-nonsense Jane Mallory (Frances Dee) ontmoet valt hij voor haar charmes. Andere tegenspelers waren Ralph Bellamy en Jack La Rue.
Hij ging in Hollywood wonen waar hij nu een butler van tien dollar per week had, Isaac, waarmee hij zich kostelijk amuseerde. Hoewel hij gek werd van het zand, vond hij het wel fijn om een groot huis te hebben om zich in te vermaken.

In de meeste van zijn films speelt Gargan zichzelf: een robuuste, knappe, stoutmoedige Ier. Gargan was lid van wat in Hollywood liefkozend "de Ierse maffia" werd genoemd.
William Gargan en Mary Kenny in de Hollywood club The Coconut Groove (12 mei 1933)Mr & Mevr William Gargan met hun kinderen, Barrie (de oudste) en Leslie Howard Gargan
Boven links: William Gargan en Mary Kenny in de Hollywood club The Coconut Groove (12 mei 1933)
Boven rechts: Mr & Mevr William Gargan met hun zonen, Barrie (de oudste) en Leslie Howard Gargan (geboren op 28 juni 1933).
Bij RKO in 1933, werden acteurs gedwongen een grote salarisverlaging te accepteren, vanwege de depressie. Bill was een van hen. Hij hield een bijeenkomst met collega-acteurs om te bepalen of zij de voorwaarden van RKO's hoge pieten zouden accepteren - een salarisverlaging van 50 procent. Ze tekenden, maar hij weigerde een clausule in het nieuwe contract. Daarin stond dat ze afzagen van alle rechten op verdere compensatie in het geval dat hun films aan de televisie zouden worden verkocht. Alle anderen tekenden. Denkend dat televisie niet in hun leven zou gebeuren. Dat gebeurde wel. Bill had geen kristallen bol, hij haatte het gewoon om iets zomaar weg te geven aan de Hollywood moguls. (7)

Bill was verhuisd van zijn "huis van stro" in de Hollywood Hills naar een appartement op Cherokee Avenue in Hollywood zelf. De eerste van een reeks verhuizingen. North Ogden Drive volgde waar ze een huis op een heuvel huurden, en toen vonden ze met Kerstmis 1933 een gemeubileerd huis op 1515 North Laurel.

Veel minder benadrukt zijn Gargan's optredens in radioprogramma's: Four Frightened People (21 januari 1934) en Hollywood On The Air (NBC, 3 februari 1934). Terwijl de eerste het verhaal vertelde van het filmen van de gelijknamige film in de jungle, vertelde Gargan in de laatste vertelde Jimmy Fidler over zijn korte carrière als privédetective en andere banen.
Stewart Corder (William Gargan) met schooljuf Judy Jones (Claudette Colbert) in "Four Frightened People" (1934). "Black Fury" (1935) met William Gargan als Slim Johnson tegenover Paul Muni.
Boven links: Stewart Corder (William Gargan) met schooljuf Judy Jones (Claudette Colbert) in Four Frightened People (Paramount, 26 jan 1934).
Boven rechts:
Black Fury (Warner Bros., 10 april 1935) met William Gargan als Slim Johnson tegenover Paul Muni.
In 1935 ging Gargan naar Engeland en maakte er verschillende films. Daar waren hij en zijn vrouw te gast bij de Leslie Howards in hun 400 jaar oude Tudorhuis in Surrey net buiten London. De Gargans woonde zelf niet in Beverly Hills, waar ze toch wilden zijn, dus huurde Gargan bij zijn terugkeer ze het huis van de moeder van Marion Davies op 727 North Bedford Drive, een Beverly Hills versie van een Engelse Tudor en trok er meteen in.

Zijn ander "ernstiger" filmwerk bevatte vermeldenswaardige prestaties in The Story of Temple Drake (Paramount, 6 mei 1933), Four Frightened People (Paramount, 26 jan 1934) en You Only Live Once (United Artists, 23 jan 1937).
(L-R) Bill Gargan, Joan Blondell, Dick Powell, Bette Davis, Mary Kenny, en Regis Toomey op een zwembadparty georganiseerd door Powell, 1936.
Boven: (L-R) Bill Gargan, Joan Blondell, Dick Powell, Bette Davis, Mary Kenny, en Regis Toomey op een zwembadparty georganiseerd door Powell, 1936.
Huizen huren was ook niet echt "de Hollywood-way". Uiteindelijk ontdekte Mary in juni 1937 dat toen Jean Harlow overleed haar huis te koop kwam te staan. Zeventien kamers, hoge gewelfde plafonds van natuurlijke ruwe balken, een echt Spaans huis... en ze trokken in 512 North Palm Drive. Hij had een Engelse bull pup genaamd "Nagrag", (omgekeerde van Gargan). De hond won een prijs op de Palm Springs bench show. (Hij had uiteindelijk twee buldogs, Lord en Lady Nagrag). Voor zijn kinderen bracht hij uit Europa 3 schildpadden mee die ze Clayton, Jackson en Durante noemden.

Hij was opgewekter en meer onderhoudend in B-films als Headline Shooters (RKO Radio Pictures, 28 juli 1933), Man Hunt (Warner Bros., 29 jan 1936), Wings Over Honolulu (Universal, 16 mei 1937), en Bombay Clipper (Universal, 11 jan 1942).
William Gargan en de mooie Helen Mack in "The Milky Way" (1936) een film met een sprekende Harold Lloyd. "Sky Parade" (1936) In dit avontuur in de lucht, werken drie vrienden uit WW I samen om een commerciële luchtvaartlijn uit te baten, met Katherine DeMille en William Gargan.
Boven links: William Gargan en de mooie Helen Mack in The Milky Way (Paramount, 31 jan 1936) een film met een sprekende Harold Lloyd.
Boven rechts:
Sky Parade (Paramount, 19 april 1936) In dit avontuur in de lucht, werken drie vrienden uit WW I samen om een commerciële luchtvaartlijn uit te baten, met Katherine DeMille en William Gargan.
Een gefrustreerde Gargan verklaarde later "Ik had een naam in Hollywood, King of the Bs" refererend naar zijn periode bij Warner.

Vanaf 1939 kwam er regelmatiger wat radio werk: The Lux Radio Theatre (CBS, 6 mrt 1939 en 17 mrt 1941, min. 2), Good News of 1940 (NBC, 4 jan - 22 feb, min. 7) en gastoptredens her en der.

Voor
They Knew What They Wanted (RKO Radio Pictures, 8 okt 1940) kreeg hij een nominatie als "Beste mannelijke bijrol"  Terwijl hij in de jaren  '30 nog gestalte gaf aan energieke, sociale hoofdrollen in vele"B"-films en bijna hoofdrollen in grote films, evolueerde hij later naar karakterrollen. bvb.  I Wake Up Screaming (20th Century-Fox,  31 okt 1941), Who Done It? (Universal, 6 nov 1942), The Canterville Ghost (MGM, 19 juli 1944), en The Bells of St. Mary's (RKO Radio Pictures, 6 dec 1945).

"The House of Fear" (1939) Een acteur, John Woodford , sterft op het podium tijdens een voorstelling.  Zijn lichaam wordt naar de kleedkamer gebracht waarna het verdwijnt. Het theater blijft voor meer dan één jaar gesloten, en in  Broadway beginnen de geruchten als zou Woodford's geest er rondspoken zich te verspreiden. Een detective (William Gargan) , die zich als producer voordoet, huurt het theater en probeert dezelfde voorstelling te brengen,  maar dan doen zich allerhande "spookachtige" zaken zich voor die zijn plannen dwarsbomen. Met Irene Hervey, Harvey Stevens. Voor "They Knew What They Wanted" (1940), kreeg hij een nominatie als "Beste mannelijke bijrol"  Hier in de film samen met Carole Lombard.
Boven links: The House of Fear (Universal, 30 juni 1939) Een acteur, John Woodford , sterft op het podium tijdens een voorstelling. Zijn lichaam wordt naar de kleedkamer gebracht waarna het verdwijnt. Het theater blijft voor meer dan één jaar gesloten, en in Broadway beginnen de geruchten als zou Woodford's geest er rondspoken zich te verspreiden. Een detective (William Gargan), die zich als producer voordoet, huurt het theater en probeert dezelfde voorstelling te brengen, maar dan doen zich allerhande "spookachtige" zaken zich voor die zijn plannen dwarsbomen. Met Irene Hervey en Harvey Stevens.
Boven rechts: Voor
They Knew What They Wanted (RKO Radio Pictures, 8 okt 1940), kreeg hij een nominatie als "Beste mannelijke bijrol" Hier in de film samen met Carole Lombard.

Hij speelde de meesterdetective Ellery Queen in drie in 1942 uitgebrachte Columbia films tegenover Margaret Lindsay's Nikki Porter: A Close Call for Ellery QueenA Desperate Chance for Ellery Queen en Enemy Agents Meet Ellery Queen. De series zou makkelijk hebben kunnen doorgaan tot de oorlog voorbij was maar het gebrek aan contractuele verbinding met enige studio verhinderde dit. "Bellamy's Ellery Queen films brachten ook veel meer op dan diegene die ik deed. "Hij is Ellery Queen niet," zeiden de toeschouwers over mij." De serie werd zo snel aan de kant gezet dat Gargan en Lindsay moesten verder gaan in een niet gerelateerde film No Place for a Lady (Columbia, 11 feb 1943).
Irene Hervey met William Gargan in Universal's mysterie "Bombay Clipper" (1942). William Gargan met Margaret Lindsay in "A Desperate Chance for Ellery Queen" (1942).
Boven links: Irene Hervey met Gargan in Universal's mysterie Bombay Clipper (Universal, 11 jan 1942).
Boven rechts: William Gargan met Margaret Lindsay in A Desperate Chance for Ellery Queen (Columbia, 7 mei 1942).
In de eerste week van juni 1943 gaf hij een persoonlijk optreden in het M-G-M Capital Theatre op Broadway. De lichten werden verduisterd en een witte schijnwerper dook op hem neer. Toen de band "Coming in on a Wing and a Prayer" speelde, opende Bill met: "De laatste keer dat ik op Broadway was, was met Leslie Howard in The Animal Kingdom", gewoon om hen eraan te herinneren dat hij daar begonnen was, en echt "één van de jongens" was. Hij ging verder, maar kreeg de eerste paar minuten niet veel respons. Hij vroeg zich af wat er mis was met de openingszinnen. Toen stapte hij naar buiten en daar was de krantenkop. "Leslie Howard gedood. Vliegtuig neergeschoten boven Golf van Biskaje."
Hij deed de resterende vijf shows met "een steen op zijn borst".

Sinds 1941 was het leven niet langer aangenaam en voorspelbaar voor iedereen. Bill probeerde in dienst te gaan, maar ze wilden hem niet. Hij sloot zich echter aan bij de USO en bracht het grootste deel van de oorlogsjaren in het buitenland door. Hij was de eerste acteur die over de Himalaya vloog en de eerste die de jongens in India bereikte. Met kerst 1943, vertrok Gargan op USO toer samen met collega filmsterren Claudette Colbert en Keenan Wynn. Hij bezocht in de komende maanden verschillende Amerikaanse basissen in China, Birma en India. Gargan deed er hoofdzakelijk mee in sketches. Hij werd er ook geapprecieerd voor zijn informele gesprekken met de GI's en voor Gargan betekende deze ervaring (tot voorbij het eerste kwartaal van 1944) één van de meest belonende van zijn ganse carrière. Gedurende die tijd droeg hij het uniform van een legermajoor, omdat, zo was hem verteld, de vijand nooit majoors neerschoot.
Paulette Goddard veilt haar orchideeëncorsage met William Gargan die de biedingen leidt tijdens de War Bond Rally in Madison Square Garden (30 september 1942).Paulette Goddard veilt haar orchideeëncorsage met William Gargan die de biedingen leidt tijdens de War Bond Rally in Madison Square Garden (september 1942).
Tijdens de oorlog leidde Bill Gargan een USO-groep met Paulette Goddard, Keenan Wynn en accordeonist Andy Arcari, die door China-Burma-India toerde. Vier maanden lang verdroeg hij enkele van de zwaarste omstandigheden van de oorlog, gaf shows en reisde met verschillende propellervliegtuigen, ondanks een aanhoudende oorinfectie. Hij hield zichzelf op de been door te drinken wat hij maar kon vinden. Toen hij eindelijk thuis kwam, was zijn oor zo gezwollen dat zijn vrouw Mary hem voor de grap Dumbo noemde.Na een bezoek aan de bases in China bezocht de groep basissen in India. Hier poseert Paulette Goddard met personeel van het 490ste Bomb Squadron in Kurmitola, India. Piloot 1Lt. Angelo J. Brush Mus. William Gargan staat rechts op de foto.

Top links en rechts: Paulette Goddard veilt haar orchideeëncorsage met William Gargan die de biedingen leidt tijdens de War Bond Rally in Madison Square Garden (30 september 1942).
Boven links: Tijdens de oorlog leidde Bill Gargan een USO-groep met Paulette Goddard, Keenan Wynn en accordeonist Andy Arcari, die door China-Burma-India toerde. Vier maanden lang verdroeg hij enkele van de zwaarste omstandigheden van de oorlog, gaf shows en reisde met verschillende propellervliegtuigen, ondanks een aanhoudende oorinfectie. Hij hield zichzelf op de been door te drinken wat hij maar kon vinden. Toen hij eindelijk thuis kwam, was zijn oor zo gezwollen dat zijn vrouw Mary hem voor de grap Dumbo noemde.
Boven rechts: Na een bezoek aan de bases in China bezocht de groep basissen in India. Hier poseert Paulette Goddard met personeel van het 490ste Bomb Squadron in Kurmitola, India. Piloot 1Lt. Angelo J. Brush Mus. William Gargan staat rechts op de foto.
Klik op eender welke foto om een stukje te zien van hun show (met gedeeltelijk ook audio)!
Omdat de Californiërs meenden zich meer zorgen te moeten maken over een Japanse invasie dan andere Amerikanen, veranderden velen tijdens de oorlogsjaren van woonplaats. De Gargans deden afstand van hun ranch en huurden een huis in de San Fernando Valley.

Als
William Gargan authenticiteit aan zijn rollen bijdroeg dan had dit niet alleen te maken met zijn vele banen maar ook met zijn jeugd. Door zijn vader's baan leerde Gargan veel over de gokwereld en ontmoette veel interessante karakters uit alle lagen van de bevolking. De hoofdreden waarom Gargan zo overtuigend was als detective moet wel het feit geweest zijn dat hij de enige was die er ook één was geweest. Vooraleer hij bij televisie terecht kwam had hij verschillende rollen in series of shows op tv.

Hij nam de rol over van Edmond MacDonald als "Inspecteur Burke", de ster van Murder Will Out (ABC, 1945 - 1946). De radioshow volgde tot op zekere hoogte de formule van Ellery Queen: elke show bevatte een volledig gedramatiseerd mysterie, gevolgd door gissingen van het publiek over de identiteit van de moordenaar. In tegenstelling tot Queen bevatte dit geen ingewikkelde aanwijzingen, de verhalen ontvouwden zich in chronologische volgorde, waarbij de aanwijzingen in werden aanboden in de volgorde waarin ze werden gevonden. Vier deelnemers (twee van elk geslacht) werden uit het publiek getrokken. Voor elk correct antwoord werd een prijs van $5 (in oorlogszegels) uitgereikt; de winnaars die de moordenaar en de juiste aanwijzing raadden, wonnen een oorlogsobligatie van $50 en een ingelijst Gold Detective-certificaat.

Hij gaf gestalte aan Ross Dolan, een veteraan detective die opnieuw begon aan zijn job na als matroos te hebben gediend in WO II, of zoals Dolan het zelf stelde, "een rondje in Nonkel Sugar's Navy" in radio's I Deal in Crime (ABC, 1946-1947).

Toen het televisietijdperk aanbrak nam het grotendeels de bestaande radioformats over, die toendertijd een hele industrie was geworden. Precies daarom maakten ook vele radiosterren de overgang naar televisie. Het duurde ook niet lang vooraleer hij ook hier detectiverollen kreeg aangeboden.

"Follow That Woman" (1945) was eigenlijk nog één "Thin Man" clone, ditmaal in oorlogsomstandigheden. Het verhaal zelf was niet altijd op niveau, maar William Gargan en Nancy Kelly leken goed samen te werken. "Het leven van twee vrouwen hangt af van wat deze man te vertellen heeft!" scene uit Night Editor (1946) met William Gargan, Janis Carter, Jeff Donnell
Boven links: Follow That Woman (Paramount, 14 dec 1945) was eigenlijk nog één "Thin Man" clone, ditmaal in oorlogsomstandigheden. Het verhaal zelf was niet altijd op niveau, maar William Gargan en Nancy Kelly leken goed samen te werken.
Boven rechts:
 "Het leven van twee vrouwen hangt af van wat deze man te vertellen heeft!" scene uit Night Editor (Columbia, 29 mrt 1946) met William Gargan, Janis Carter, Jeff Donnell.

In "Waterfront At Midnight" (1949) Geeft Gargan (links) een agent gestalte die een misdadiger probeert te klissen om uiteindelijk zelf beschuldigd te worden van moord op zijn eigen broer. "Dynamite" (1949) aannemer William Gargan heeft zijn zinnen gezet op de mooie Virginia Welles, als Johnny Brown (Richard Crane) op de proppen komt op hem zowel op professioneel als amoureus vlak te belagen. Uiteindelijk komt een ramp redding brengen...
Boven links: In Waterfront At Midnight (Paramount, 25 juni 1949) Geeft Gargan (links) een agent gestalte die een misdadiger probeert te klissen om uiteindelijk zelf beschuldigd te worden van moord op zijn eigen broer.
Boven rechts:
 Dynamite (Paramount, 18 jan 1949) aannemer William Gargan heeft zijn zinnen gezet op de mooie Virginia Welles, als Johnny Brown (Richard Crane) op de proppen komt op hem zowel op professioneel als amoureus vlak te belagen. Uiteindelijk komt een ramp redding brengen...

Na de oorlog ontdekte hij dat de filmindustrie, net als alles, ook veranderd was. Het was moeilijk om zijn oude positie terug te krijgen en hij vond dat de rollen die hij kreeg erg inspiratieloos. Hij wilde niet alleen in films spelen, hij wilde acteren. Het leek erop dat Hollywood geen echte plaats meer voor hem had. Hij besloot zijn carrière her op te bouwen. Radio was een mogelijkheid, maar dat was niet nieuw voor hem. Televisie daarentegen... dat was een uitdaging! Hij zocht naar een niche en ging in overleg met zijn schrijver Ted Herdiger. Samen creëerden ze Martin Kane, Private Eye.

Na 1948 maakte hij nog weinig films, maar van 1949 tot 1951 nam hij de hoofdrol op zich in de TV series Martin Kane, Private Eye , een serie die aanvankelijk was bedoeld voor televisie maar die ook werd uitgezonden via Mutual Radio tussen 1949 en 1952. Op 1 september 1949 debuteerde de serie op NBC Network en had als eerste de integratie van reclame in de show. Kane gaat zijn favoriete tabakswinkel binnen en bespreekt pijptabak en sigaretten voor hij naar een zaak gaat, gesponsord door United States Tobacco Company.

Live shows zijn tien keer meer hectisch dan films maken. Martine Kane was live. Een tijd lang genoot hij van Martine Kane, en toen hij er mee ophield, was dat niet omdat hij uitgeblust of uitgeput was geraakt door de onophoudelijke routine.  Langzaam aan verslechterden de verhaallijnen. Hij voelde zich beschaamd door de slonzigheid, de meisjes die kwamen opdraven, hun decolleté toonden, hun tekst mompelden en weer uit beeld verdwenen. Dus zei hij tegen de producer: "Ruim die rotzooi op. Zorg voor fatsoenlijke scripts. Stop met de vleesparades. Of neem een andere jongen." Dat deden ze. Een moment van pure opluchting. (7)

Gargan speelde Martin Kane in een tongue-in-cheek stijl, een spoof van de hard boiled detective. Het werd een van de populairste shows op de TV. Na zijn vertrek probeerden ze hem te vervangen door verschillende andere acteurs. Het werkte niet. Gargan was Martine Kane. Niemand anders.
Boven: Gargan speelde Martin Kane in een tongue-in-cheek stijl, een spoof van de hard boiled detective. Het werd een van de populairste shows op de TV. Na zijn vertrek probeerden ze hem te vervangen door verschillende andere acteurs. Het werkte niet. Gargan was Martine Kane. Niemand anders.
Gargan verliet deze tv-reeks in 1951 en vond vrijwel onmiddellijk een nieuwe detectiverol die op hem scheen te wachten dit keer als Barry Craig, die zijn debuut maakt op NBC Radio 3 oktober 1951. Barry Craig, Confidential Investigator (1951-1955). Die rol van Craig was misschien wel teveel op maat van Gargan geschreven. Zijn karakter's naam werd oorspronkelijk gespeld als "Barry Crane," later als "Barrie Craig" en uiteindelijk als "Barry Craig."   Dit omwille van protest vanwege de producers van Martin Kane, die beweerden dat “Kane” en “Crane” te gelijkklinkend waren. Dus werd de detective veranderd in “Craig.”
Op het eind van de aflevering "Ghosts Don’t Die in Bed,"(9/7/54) kon de luisteraar hoe Gargan zijn vooropgenomen opmerking over de show voor volgende week bracht ("The Corpse Who Couldn’t Swim"), maar al snel wordt afgebroken door de presentator John Lang, die de rolverdeling voorleest en tenslotte een klein bommetje lost "Met spijt delen we u mede dat met de zonet afgelopen aflevering we aan het eind zijn gekomen van onze Barry Craig series…We hopen dat u er hebt van genoten en we kijken er al naar uit ze in de zeer nabije toekomst voort te zetten."  Minder dan een maand later was dan die  “zeer nabije toekomstaangebrokenhet program kreeg uitstel van executie en herstarte op 3 oktober 1954 . Het liep uiteindelijk nog één seizoen en eindigde uiteindelijk echt op 30 juni 1955.

Zijn vriend Randy Hale vroeg hem om te spelen in de toneelthriller The Desperate Hours (Augustus 1955) naast Nancy Coleman & Richard Jaeckel.  Ze zouden in The Alcazar in San Francisco openen, om dan noordwaarts te gaan naar Tacoma, Portland (okt 1955) en Seattle, en vervolgens terug af te zakken naar Hollywood om er te openen in het Carthay Circle Theatre. The Oakland Tribune schreef: "Ik kan de tijd niet herinneren wanneer we drie optredens zagen zoals die van Gargan, Coleman en Jaeckel. Ze leverden uitstekend werk."

In 1957 hernam Gargan de rol van Martin Kane in een gesyndiceerde series genaamd The New Adventures of Martin Kane.  De serie werd in 1956 gefilmd op filmpellicule op diverse locaties in Europa. Tijdens zijn verblijf in Europa kreeg Gargan (en mary) een audiëntie bij de Paus. Na het eerste seizoen nam Gargan's inkomen een vlucht. Gedeeltelijk ook door zijn deel in TV rechten voor zijn films. Het leek bijna idioot om dat jaar nog veel meer te werken. Hij en Mary kochten een huis in Bermuda Dunes, drie slaapkamers, een zwembad, Spaanse stijl.
Gargan speelde 'Father' in "The Ford Television Theatre's"  "Favorite Son" met Anita Louise (episode # 3.37) 16 juni 1955. Advertensie  voor "The New Adventures of Martin Kane"  met Academy Award Winner William Gargan in de hoofdrol, die het opneemt tegen de sinistere krachten van de Europese onderwereld. Zondag 17:30 op WNAC-tv 7
Boven links: Gargan speelde "Father" in The Ford Television Theatre's "Favorite Son" met Anita Louise (episode # 3.37) 16 juni 1955.
Boven rechts: Advertentie voor The New Adventures of Martin Kane met Academy Award Winner William Gargan in de hoofdrol, die het opneemt tegen de sinistere krachten van de Europese onderwereld. Zondag 17:30 op WNAC-tv 7.
Iets langer dan 20 jaar (sinds 1937) woonde hij in een huis met zeventien kamers dat ooit van Jean Harlow was in 512 North Palm Drive, Beverly Hills en kocht in 1960 een tweede huis in Bermuda Dunes, vlakbij Palm Springs.

Bill werd door Randy Hale in 1960 uit zijn pensioen gehaald om een ex-president te spelen die wist dat hij stervende was in het toneelstuk The Best Man. Ze waren van plan om om tournee te gaan, langs de kust tot Chicago. Ze begonnen de eerste week van juli 1960 met repeteren in een klein theater op La Cienega Boulevard, L.A. Nadat ze begin augustus in Santa Barbara waren geopend met geweldige recensies, verhuisden ze naar het oude Alcazar Theatre in San Francisco, waar de zaken zo goed gingen dat ze besloten enkele weken te blijven voordat ze naar Chicago gingen. De manager was nog steeds op zoek naar een nieuwe locatie in Chicago toen hij te horen kreeg dat hij kanker had. Hij had twee en een half pakje per dag gerookt.

Zijn zakelijk manager werd gevraagd om zijn financiële zaken te bekijken. Zonder beroep was er geen inkomen. Om nu wat geld te hebben, zou hij al zijn bezittingen liquideren zodat Mary iets zou hebben voor het geval hij het niet zou overleven.

Getroffen door larynxkanker, werd in 1960 zijn strottenhoofd verwijderd, meteen ook het einde van zijn carrière
. Hij leerde oesophagale spraak en gaf uiteindelijk hierin ook les voor de American Cancer Society. Als Martin Kane zou Gargan nog reclame maken in Happy McMann's Tobacco shop, om zijn sponsors ter wille te zijn maar nu voerde hij een onvermoeibaar campagne tegen roken. Hij werd een actief woordvoerder voor de American Cancer Society en richtte een productiemaatschappij op.

In de hoop hun huis in Beverly Hills te verkopen, zetten ze het te huur en verhuisden naar Bermuda Dunes. In januari 1961 trokken ze weer in op 512 North Palm omdat het verhuurseizoen voorbij was. Het huis stond nog steeds te koop, maar er waren geen kopers. Net dan  kregen en accepteerden ze een bod. Dit was prima, maar liet hen zonder een huis om in te wonen. Mary en Bill kregen de kans om een unit in een duplex te huren aan South Elm Drive in Beverly Hills in januari 1962.

Foto van Gargan met Mary genomen op 4 februari 1962In 1963 had hij de eer president John F. Kennedy te ontmoeten toen hij in Washington de jaarlijkse kruistocht tegen kanker hielp aftrappen.
Boven links:  Foto van Gargan met Mary genomen op 4 februari 1962.
Boven rechts: In 1963 had hij de eer president John F. Kennedy te ontmoeten toen hij in Washington de jaarlijkse kruistocht tegen kanker hielp aftrappen.

Twee jaar nadat hij z'n stem verloor gaf hij zijn afscheidsvoorstelling, in de rol van een stomme clown op TV in King of Diamonds (ZIV, 1962).

Op 26 oktober 1965 won hij in het Beverly Hills Hotel de Criss Award, de onderscheiding van Mutual of Omaha voor individuele bijdragen aan gezondheid en veiligheid. Hij kreeg een gouden medaille en een belastingvrije toelage van $10.000.

Moe van de smog trokken Bill en Mary in 1966 weg uit Los Angeles. Ze vonden een plek bij de La Costa Spa and Country Club, negentig mijl langs de kust en een paar mijl landinwaarts van de oceaan bij Carlsbad.

Op 12 november 1967 ontving Gargan de Screen Actors Guild Lifetime Achievement Award. Hij beschreef dit zelf als "het meest opwindende moment van mijn leven", omdat hij een acteur in hart en nieren was en altijd zou blijven.
Op 12 november 1967 ontving Gargan de Screen Actors Guild Lifetime Achievement Award.De Gargans met een functionaris van de American Cancer Society in 1970.
Boven links: In 1967 ontving Gargan de Screen Actors Guild Lifetime Achievement Award uit handen van Charlton Heston.
Boven rechts: De Gargans met een functionaris van de American Cancer Society in 1970.
Boven rechts: William Gargan, op een meeting van vrijwilligers van de Amerikaanse kankervereniging in New Orleans te Baton Rouge. Ondanks keelchirugie in 1960, was Gargan de hoofdspreker op de meeting.Washington, 18 april 1974 - Een kus en een prijs. Veteraanacteur William Gargan, die zijn strottenhoofd verloor aan kanker, krijgt een kus van First Lady Pat Nixon, samen met de jaarlijkse "courage award" van de American Cancer Society, op donderdag in het Witte Huis. Gargan zei dat hij zich zeer nederig voelde en voegde eraan toe: "Voor het eerst in mijn leven kan ik geen grap bedenken."
Boven links: William Gargan, op een meeting van vrijwilligers van de Amerikaanse kankervereniging in New Orleans te Baton Rouge in februari 1974. Ondanks keelchirurgie was Gargan de hoofdspreker op de meeting.
Boven rechts: Washington, 18 april 1974 - Een kus en een prijs. Veteraanacteur William Gargan, die zijn strottenhoofd verloor aan kanker, krijgt een kus van First Lady Pat Nixon, samen met de jaarlijkse "courage award" van de American Cancer Society, op donderdag in het Witte Huis. Gargan zei dat hij zich zeer nederig voelde en voegde eraan toe: "Voor het eerst in mijn leven kan ik geen grap bedenken."

Hij schreef ook een autobiografie, Why Me? (1969), waarin hoofdzakelijk zijn gevecht met kanker aan bod kwam.

William Gargan stierf op 73 jarige leeftijd tijdens een vlucht tussen NY en San Diego aan een hartaanval op 16 februari 1979. Mary overleed 31 januari 1983 in San Diego, CA. op 76-jarige leeftijd. Gargan had een bewogen leven, wat enigszins te verwachten was, want zoals Mary ooit zei: "Met Gargan in de buurt kan er van alles gebeuren." - Dat gebeurde ook.

Gargan schreef ook een autobiografie, Why Me? (1969), waarin hoofzakelijk zijn gevecht met kanker aan bod kwam.
Boven rechts: Gargan schreef ook een autobiografie, Why Me? (1969),
waarin hoofdzakelijk zijn gevecht met kanker aan bod kwam.
 
Notities:

* Een bron beweert (na Aloma of the South Seas) "Toen kwamen de veertig weken met Francine Larrimore in Laugh That Off (sic). Bill was op de top van de wereld en hij en Mary trouwden terwijl het gezelschap in Chicago speelde". Zijn biografie bevestigt Baltimore als plaats van het huwelijk.

** Francine Larrimore speelde samen met William in Chicago (Music Box Theatre, 30 dec 1926 - 28 mei 1927). Het stuk werd ook in Chicago opgevoerd in het Harris Theatre.


Alle vermelde data voor films zijn voor de eerste release in de VS.
Alle vermelde data voor TV programma's zijn die van eerste uitzending.
Alle vermelde data voor (radio)toneelstukken zijn voor de periode waarin de acteur erbij betrokken was.

De feiten in het rood moeten nog bevestigd worden.

 
Klik op Uncle Sam als je denkt ons te kunnen helpen...!  Klik als je denkt ons te kunnen helpen...!

Andere referenties
(1) IMDb
(2) Wikipedia

(3) IBDB
(4) OTRRpedia
(5)
Radiogoldindex

(6) Gunmen and Gangsters - Michael Schlossheimer
(7) Why Me? An autobiography by William Gargan, Doubleday & Co.
     N.Y. 1969
(8) Inafferrabile Leslie Howard fan site for the actor
(9) Playbill

(10) "That's My Bill" by Mary Gargan
(11) "You don't know Bill Gargan" by Clark Warren
(12) "He Upset Joan's Party" by Jeanne North
(12) "These two boys are going places" by Lee Townsend

Bijkomende video & audio bronnen
(1) Barrie Craig, Confidential Investigator "A Very Odd Job"
     (OTR, 30 jan 1952)
(2) Headline Shooter clip from the 1933 movie

(3) The Paulette Goddard USO Show Kunming China 1944 (partial audioloss)

 

Dit profiel van de acteur hierboven maakt deel uit van Ellery Queen a website on deduction. Deze acteur speelde de rol van Ellery Queen  in een Ellery Queen film serie.
Vele van de profielen op deze site zijn samengesteld na zeer nauwgezet onderzoek van diverse bronnen. "Please quote and cite ethically!"


Pagina aangemaakt 22 mei 2016 
Laatste update 23 juni 2024
 

t e r u g   n a a r    L i j s t   v a n   V e r d a c h t e n


 
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie?  | Q.E.D. | Moord en scene | Nieuw | Auteursrecht
Copyright
© MCMXCIX-MMXXIV   Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden.