Klik op de foto om terug te gaan...

Speelde in een EQ speelfilm ...Eddie Quillan (31 maa 1907  -  19 jul 1990)
Lengte: 1 m 68
Gewicht: 63,5 kg
Ogen: bruin
Haarkleur: zwart
De jongen rechts is Eddie Quillan op zevenjarige leeftijd toen hij reeds optrad met twee van zijn broers, John en Buster, in een vrij bekend vaudeville stuk.
Boven rechts: De jongen rechts is Eddie Quillan op zevenjarige leeftijd toen hij reeds optrad met twee van zijn broers, John en Buster, in een vrij bekend vaudeville stuk.
 

Edward "Eddie" Francis Quillan zag het levenslicht in Philadelphia, Pennsylvania op 31 maart 1907 (Paaszondag). Geboren op Hollywood Street ergens in Philadelphia leek Eddie vanaf het begin voorbestemd voor de filmwereld. Zijn katholieke ouders, Joseph Francis Quillan (1884-1952) en Sarah Owens (1885-1969) hadden reeds een acteercarrière achter de rug in een groep in hun geboorteland Schotland. Als oude vaudeville headliner (stond sedert zijn 18de op een podium) trouwde Joe met Sarah en verbrak zo de succesvolle sister act waarin ze speelde. Een van hun motto's was "alles gebeurt voor het beste". Men zou zich kunnen afvragen of dat het geval was toen de vader van Eddie, een rijke man, fabrikant en producent van toneelstukken in Schotland, zijn geld verloor. Na het huwelijk trokken naar de V.S. waar ze verder aan de kost kwamen met optredens. Meneer en mevrouw Quillan waren dan ook graag geziene gasten en waren dan ook spelers met een contract in het meer prestigieuze circuit van de zgn. "big time" vaudeville franchises.

Eddie maakte zijn debuut reeds op zeven jarige leeftijd om tegen 1917 reeds aan het hoofd te staan van een troep die rondtrok onder de naam "Buster Quillan and (His) Pals," samen met broers Thomas (of 'Buster'), John en Joe en zus Marie (later kregen ze nog het gezelschap van vier zussen Helen, Margaret "Peggy", Isabell(a) en Roseanne "Rosebud" , in het totaal negen Quillan kinderen).

Nota: De naam van het ensemble veranderde naarmate meer broers en zussen in de act kwamen of succesvoller werden, met namen variërend van The Four Quillans tot Eddie Quillan and Family.

Broers:
   
Joseph Edward (21 sep 1903 - 31 mei 1913)
   
John Joseph "Johnny" (25 jun 1905 of 1906 -  27 aug 1985)
    Thomas James "Buster" (13 jul 1911 - 8 feb 1989)
    Joseph Francis "Joe" (31 aug 1916 - 6 apr 1961)

Zussen
    Mary Ann , "Marie" (17 maa 1909 - 16 april 1998)
    Margaret , "Peggy" (1916  - nog in leven in 1990)
    Helen (feb 1918 of 1919 - )
    Isabella (1921 - )
    Roseanne A. , "Rose Ann", "Rosebud", "Rose" (18 mei 1924 - 15 okt 2019)
Eddie deed een jeugdige imitatie van Harry Lauder die bijna de hoofdact werd en hen waarschijnlijk goed in die "big time" zou hebben gelanceerd had de wet niet had ingegrepen met verplicht onderwijs.
Eddie (foto rechts) deed een goede jeugdige imitatie van Harry Lauder die bijna de hoofdact werd en hen waarschijnlijk goed in die "big time" zou hebben gelanceerd had de wet niet had ingegrepen met verplicht onderwijs. Het gezin keerde terug naar Philadelphia en Eddie kreeg zijn schoolopleiding aan de Saint Gabriel's School in South Philadelphia en studeerde later af aan Mount Carmel. Daarna vervoegde Eddie terug het gezelschap op tournée. 
In 1917, gedurende de Eerste Wereldoorlog, schreef Joseph een vaudevillestuk genaamd The Rising Generation met alle Quillans in de hoofdrol: zingend, dansend, grappen vertellend en spelend op instrumenten. Vader die meereisde met het gezelschap, meestal tijdens de zomermaanden, deed dienst als manager van de act, hun moeder was hun gids.

Toen de Quillan kinderen hard werkten in de Amerikaanse vaudeville, hielden ze zich aan hun lijfspreuk dat "werk spelen was". Ze gingen nooit "werken", zei Eddie. Het was altijd "We spelen vanavond."
Bijzonder zeldzame foto van een Quillan-familiebijeenkomst. Eddie is te zien, links op de foto, staand.
Boven: Bijzonder zeldzame foto van een Quillan-familiebijeenkomst. Eddie is te zien, links op de foto, staand. 

Zo trok Edward samen met de familie doorheen de V.S. In een interview met Michael Ankerich in 1988 beschreef Eddie dit vroege leven op de weg:  "We speelden in de meeste plaatsen waar we als kinderen mochten optreden. Omwille van de autoriteiten kon dit niet overal. Zo konden we nooit in New York optreden omwille van de strenge regels van de Gerry Society, opgericht om minderjarigen te beschermen tegen uitbuiting."

 

Eddie beschreef ook een typische dag op het vaudeville circuit: "Zo rond 11 uur 's morgen stond ik op en we zouden een eerste optreden verzorgen rond 14 uur in de middag. Daarna verzorgden we ook een avond show, meestal zelfs twee, om zo in totaal aan drie optredens per dag te komen. We stopten rond 23 uur, en nadat we onze make-up hadden verwijderd gingen we op restaurant wat eten. Dus het was zo rond 1 uur 's nachts wanneer we naar bed gingen."

 

Soms was de familie ook op tournee wanneer de school reeds herstart was. Gedurende die tijd kregen de Quillan kinderen hun onderricht via de New York Professional Children's School, en dat ging per brief. 

 Joseph Quillan (1884-1952) met Sarah (1885-1969) en hun negen kinderen (Eddie op de trein)

 Joseph Quillan (1884-1952) met Sarah (1885-1969) en hun negen kinderen (Eddie is de vierde van links)
Boven:  Joseph Quillan (1884-1952) met Sarah (1885-1969) en hun negen kinderen (Onderste foto: Eddie is de vierde van links).

Tegen zijn tienertijd was Quillan al een doorwinterd artiest, beslagen in zowel zingen, dansen als acteren. Daarenboven speelde hij saxofoon en trad ook op als stand-up komiek.

 

Terwijl hij opgroeide was Eddie wel fan van de film maar niet meer dan dat. Het was zijn moeder die hem het acteurschap in het hoofd praatte. Bij een optreden in Chicago lieten de kinderen hun individuele portretten nemen. Wanneer hun moeder Sarah deze publiciteitsfoto's zag, zei ze meteen dat Eddie echt in de film thuishoorde waarbij Eddie voor het eerst de mogelijkheid echt serieus nam.


Na tien jaren te hebben opgetreden in theaters trokken de Quillans naar de Westkust. De teleurgang van vaudeville had zich ingezet en vader Joseph was niet blind voor de kansen die de stomme film bood en stond klaar om de gelegenheid voor zijn getalenteerde kinderen te baat te nemen. Hij deed een eerste ronde bij de vele studio's maar zonder veel succes.

 

Sommige versies variëren. Maar toen Eddie een solo tapdans deed, terwijl hij tegelijkertijd een spiegel voor zijn gezicht hield. Broeder John kwam naar buiten en vroeg: "Wat is de bedoeling van de spiegel, Eddie?" En toen kwam het serieuze antwoord: "Papa zei dat ik voorzichtig moest zijn en mezelf in de gaten moest houden tijdens dit nummer." Onder de mensen in het publiek die lachten was Mack Sennett. Hij regelde een screentest voor de drie jongens, John, Buster en Eddie.

In een andere versie van de gebeurtenissen gaf Mack Sennett's Keystone Studio uiteindelijk vier (?) van zijn kinderen een auditie toestond.

 

Toen Eddie en zijn broers als eerste de filmtests zagen waren ze zo verafschuwd dat ze zonder het resultaat af te wachten de studio uitliepen. Dat was buiten Sennett gerekend die, na het zien van de test, zo onder de indruk was van Eddie dat hij zelfs een detective huurde om hem te vinden. De familie toerde in die tijd doorheen gans Californië als deel van het Orpheum Circuit.

Nota: Volgens verschillende bronnen kreeg Eddie in 1922 voor een eerste (kleine) rol in de film, Up and At 'Em. Maar dit kon niet bevestigd worden. Terwijl de anecdote rond de ontdekking door Sennett toch suggereert dat Eddie pas zijn filmdebuut maakte in 1926.

 

De levendige scene van de Charleston, jazz, knielange rokken en Oxford bag-broeken werd wijd erkend in speelfilms uit het midden tot eind jaren 1920. Deze films toonden doorgaans de levendige sfeer op universiteitscampussen of in glamoureuze Art Deco-herenhuizen. Dit culturele fenomeen vond echter ook op kleinere schaal expressie, met modieuze "vamps" en levendige danswedstrijden in komische korte films. Een opmerkelijk voorbeeld is de serie uit 1926-27 geproduceerd door Mack Sennett, met het energieke duo Alice Day en Eddie Quillan. Helaas zijn deze films grotendeels in de vergetelheid geraakt. (8)

Mack Sennett op de set met Eddie Quillan (1926)
Boven: Mack Sennett op de set met Eddie Quillan (1926) naar verluid tijdens het draaien van zijn eerste film.
In de vroege jaren twintig keerde Sennett terug naar het vertrouwde formaat van de kluchtige twee-spoelenfilm. Met het groeiende enthousiasme voor de "flaming youth" (waarbij flapper-cultuur rond 1922 opkwam), besloot Sennett jeugdgerichte korte films te maken. Een sleutelfiguur in deze nieuwe trend was de levendige Alice Day. Naarmate de serie zich ontvouwde, verschoof de verhaallijn vaak en richtte zich meestal op het personage van Day, dat genegenheid koesterde voor een welgestelde man, zich niet bewust van de nederige bewonderaar die hoopte haar genegenheid te winnen. Deze rol van bewonderaar werd later overgenomen door de recent aangeworven Eddie Quillan, wiens verlegen jeugdigheid perfect bleek te passen bij de serie. (8)

Ondanks zijn kleine gestalte en delicate kenmerken, die bijna etherisch leken onder de witte make-up op het scherm en zwarte eyeliner, nam Quillan de overdreven rol op zich van een tiener-"sheik" uit die tijd in de films van Sennett. Hij was consequent gekleed in Oxford bags, over-gepatroniseerde vesten en vrolijke strohoeden met gestreepte hoedbanden. De media prezen de ontdekking van Sennett, waarbij Eddie werd omschreven als iemand die de saxofoon speelde, uitblonk in de Charleston, een zwak had voor ijscoupes, bretels droeg en af en toe zijn sokken in een collegiale stijl droeg. Ondertussen speelde Alice Day in de serie doorgaans een meisje uit een klein stadje dat onder de indruk was van de verfijnde O'Shea, terwijl Quillan, vaak aangeduid als "Buddy Jones," de rol speelde van haar verlegen en oprechte bewonderaar. (8)
De eerste samenwerking tussen Day en Quillan was "A Love Sundae" (1926), waarin het plattelandsmeisje Day ontdekt dat haar liefje O'Shea gevallen is voor een verleidelijk stadmeisje. Ze probeert hem terug te winnen door weg te lopen met Quillan, een verlegen soda-jongen. Vandaag verloren, tonen prikkelende foto's nog steeds dat het hoogtepunt van de korte film een Halloween-themafeest was met slingers en rijen papier-maché jack-o'-lanterns die aan het plafond hingen. Day verschijnt in een frivool "klein meisje"-outfit, omringd door modieuze medetieners, wat suggereert dat er een grap is waarbij zij de enige is die in kostuum op het feest verschijnt.
Boven: De eerste samenwerking tussen Day en Quillan was A Love Sundae (april 1926), waarin het plattelandsmeisje Day ontdekt dat haar liefje O'Shea gevallen is voor een verleidelijk stadmeisje. Ze probeert hem terug te winnen door weg te lopen met Quillan, een verlegen soda-jongen. Vandaag verloren, tonen prikkelende foto's nog steeds dat het hoogtepunt van de korte film een Halloween-themafeest was met slingers en rijen papier-maché jack-o'-lanterns die aan het plafond hingen. Day verschijnt in een frivool "klein meisje"-outfit, omringd door modieuze medetieners, wat suggereert dat er een grap is waarbij zij de enige is die in kostuum op het feest verschijnt. (8)
Aanvankelijk probeerde Sennett van Quillan de nieuwe Harry Langdon te maken. Zo speelde Quillan in Love Sundae een graatmagere, bloembleke komiek die echt wel zijn leeftijd toonde. Als Buddy Jones, een limonade verkoper over zijn oren verliefd op een zekere Alice (Alice Day met wie Eddie vele van zijn eerste shorts speelde). Quillan's vader die zijn zoon's zakelijke belangen bleef behartigen begon het hard te spelen met Sennett en kreeg uiteindelijk ook Eddie's loon van 65 $ naar 175 $ per week. Quillan zou de naam van Buddy Jones nog meerdere maken gaan gebruiken.

De komische serie van Day en Quillan is grotendeels verloren gegaan in de nevelen van de tijd - slechts drie ervan zijn bewaard gebleven als gedeeltelijke afdrukken. (Vreemd genoeg zijn veel korte films die door andere Sennett-eenheden rond dezelfde tijd zijn geregisseerd, wel bewaard gebleven.)
Eddie Quillan, onbekend, Danny O'Shea in "Kitty from Killarney" (1926) In de laatste film met Day, geregisseerd door Cline, gaat zij terug naar haar eerdere rollen als immigrant. Ze vertolkt een Iers meisje dat zich vermomt als de dochter van een Joods echtpaar om Ellis Island te doorkruisen en uiteindelijk deel wordt van hun gezin. Bij het ontmoeten van Quillan, een vroegere vlam uit Ierland, ontdekt ze dat hij een relatie heeft met een Italiaans meisje dat samen met hem optreedt op het podium, waarbij Quillan zijn vaudeville-vaardigheden tentoonspreidt. Overmand door jaloezie gaat Day naar het theater en gooit groenten naar Quillan tijdens zijn optreden. Op zijn beurt slaat hij terug, wat leidt tot chaos in het hele theater.Van links naar rechts Eddie Quillan met regisseur Larry Semon, Alice Day en Danny O'Shea. De acteurs waren te zien in "Pass The Dumplings" en "The Plumber's Daughter" (1927).
Boven links: Eddie Quillan, onbekend, Danny O'Shea in Kitty from Killarney (nov 1926). In de laatste film met Day, geregisseerd door Cline, gaat zij terug naar haar eerdere rollen als immigrant. Ze vertolkt een Iers meisje dat zich vermomt als de dochter van een Joods echtpaar om Ellis Island te doorkruisen en uiteindelijk deel wordt van hun gezin. Bij het ontmoeten van Quillan, een vroegere vlam uit Ierland, ontdekt ze dat hij een relatie heeft met een Italiaans meisje dat samen met hem optreedt op het podium, waarbij Quillan zijn vaudeville-vaardigheden tentoonspreidt. Overmand door jaloezie gaat Day naar het theater en gooit groenten naar Quillan tijdens zijn optreden. Op zijn beurt slaat hij terug, wat leidt tot chaos in het hele theater.
Boven rechts: Van links naar rechts Eddie Quillan met regisseur Larry Semon, Alice Day en Danny O'Shea. De acteurs waren te zien in Pass The Dumplings (jan 1927) en The Plumber's Daughter (feb 1927).

Uiteindelijk vestigde de met poppenogen voorziene, altijd lachende Quillan zich als gevestigde waarde voor levendige studentikoze rollen.

Het volgende conflict leidde tot het verbreken van zijn contract met. Het dispuut ging over een script voor één van Eddie's komedies, Pass the Dumplings (jan 1927). Bij het nalezen van het script overzicht vond Eddie iets te geriskeerd en niet in karakter met zijn komische rol. Eddie zei Sennett dat hij weigerde de rol te spelen zoals die op papier stond. Maar Sennett wou van geen wijken weten en beval Eddie om de scene te spelen zoals voorzien. Eddie deed dit ook maar het zou zijn laatste film met Sennett worden.

 

Quillans afwezigheid bij Sennett was kortstondig, aangezien hij slechts enkele maanden later terugkeerde, wat wijst op geen blijvende animositeit. Tegen die tijd was de Day-serie afgelopen, en Sennett, op zoek naar iemand om in de slapstick-schoenen te stappen die recentelijk door Harry Langdon waren verlaten, zag potentieel in Quillan. In korte films zoals Catalina, Here I Come (april 1927) en The College Kiddo (aug 1927) lijkt Quillan Langdons langdurige blikken en eigenaardige, fladderende bewegingen te imiteren. Gelukkig was deze Langdon-achtige rol van korte duur, omdat Quillan ook rollen op zich nam in klassiekers zoals Love in a Police Station (dec 1927), een Sennett-satire met zijn iconische Keystone Kops. (8) De nieuwe Kops waren Andy Clyde, Barney Hollum, William Armstrong en Tiny Ward, met Eddie Quillan als verkeersagent.

Madeline als serveerster en Eddie als kok in "Catalina, Here I Come" (april 1927) In "Love in a Police Station" (Dec 1927) blies Sennett zijn iconische Keystone Kops nieuw leven in. Eddie, hier te zien met Madeline Hurlock, speelde een verkeersagent, een baan die niet bestond toen de vorige Keystone Kops er nog waren!
Boven links: Madeline als serveerster en Eddie als kok in Catalina, Here I Come (april 1927)
Rechtsboven: In Love in a Police Station (Dec 1927) blies Sennett zijn iconische Keystone Kops nieuw leven in. Eddie, hier te zien met Madeline Hurlock, speelde een verkeersagent, een baan die niet bestond toen de vorige Keystone Kops er nog waren!
The Bull Fighter (nov 1927) zou de laatste film zijn die Quillan voor Mack Sennett zou maken. In juni spande Quillan een rechtszaak aan tegen Sennett die hem wou verbieden voor andere producenten te werken, dit op basis dat zijn contract van 7 november 1925 ongeldig zou zijn omdat hij minderjarig was op het moment dat hij het ondertekende (hoewel Quillan 18 was op het moment van ondertekening). Het geschil werd het buiten de rechtbank geregeld en de twee gingen naar verluidt als vrienden uit elkaar. Quillan ging korte films maken voor Educational en daarna speelfilms met een hoofdrol. (4)
Eddie Quillan en familie in "A Little Bit of Everything" (1928), Vitaphone Variety
Boven: Eddie Quillan en familie in A Little Bit of Everything(1928)
Quillan begon freelance te werken. Zo speelde hij in A Little Bit of Everything (1928), opmerkelijk omdat zijn broers en zussen Marie, Thomas ("Buster"), Joseph en John een hoofdrol speelden. Deze 8 minuten durende karaokeversie van het hitnummer met dezelfde naam bevatte een karaoke-achtergrondtrack met op het scherm scrollende songteksten. In essentie een heropvoering van een eerdere vaudeville-act van de familie (met 2 liedjes).

Quillan maakte zijn eerste grote filmverschijning toen hij meedeed in Cecil B. DeMille's The Godless Girl (maa 1929). Een van DeMille's beste werken - verraadt zichzelf alleen in een paar zwakke romantische intermezzo's en in het overspannen spel, vooral van Noah Beery als de sadistische hoofdbewaker. Het begint op een middelbare school, waar Judy (Lina Basquette) een bijeenkomst van de Godless Society toespreekt. Judy's liefde voor Bob Hathaway (George Duryea) beschermt haar niet wanneer hij een stormtroep leidt om de bijeenkomst te verstoren. Haar vriend "Goat" (Eddie Quillan) wordt in elkaar geslagen en een meisje komt om wanneer ze van de bovenste verdieping valt. De jongeren worden naar een tuchtschool gestuurd en ontdekken hoe snel en bruut straffen kan zijn. Wanneer ze in de wasruimte over de schreef gaan, laat de hoofdbewaker een zeer pijnlijke brandslang op hen los. Quillan maakt ruzie met Beery en wordt neergeslagen, hij stuitert recht op de met water doordrenkte vloer. Het bleek dat de elektrische kabels voor de lichten in het water lagen en hij een hevige schok had gekregen.
 Eddie Quillan & Lina Basquette in "The Godless Girl" (1928)Quillan (rechts) met Carole Lombard (links) en Bessie Barriscale (midden) in "Show Folks" (1928). Marion Nixon en Eddie dansen de charleston in (jan) 1929's "Geraldine".
Top links: Eddie Quillan & Lina Basquette in The Godless Girl (maa 1928).
Top rechts: Quillan (rechts) met Carole Lombard (links) en Bessie Barriscale (midden) in
Show Folks (okt 1928).
Boven:  Marion Nixon en Eddie dansen de charleston in (jan) 1929's Geraldine.
The Godless Girl leidde tot een contract bij Pathé studios, waar Quillan de hoofdrol zou spelen in een reeks onstuimige vehikels.

In Noisy Neigbors (jan 1929) waren ook de meeste van de Quillan clan te zien als onwillige deelnemers aan een hillbilly vete. Het gaf hen de kans hun muzikale (vadeville) talent te tonen in de Photophoned versie van de Pathé productie. Eddie gaf zijn impressies van een saxofoonvirtuoos, terwijl Miss Vaughn en Marie Quillan hun vaardigheden op de piano demonstreerden. Eddie en zijn vader deden ook een dansje. Het was ook de laatste keer dat Eddie professioneel met zijn vader en moeder zou samenwerken.
 
Eddie tegenover zijn vader in "Noisy Neighbors". Zoals wel vaker voorkwam in die tijd verdienden de Quillans ook nog een extra centje met de liedjes die in deze shorts voorkwamen. Zo zongen Alberta Vaughn en Eddie Quillan het themalied voor Noisy Neighbors "a waltz ballad" genaamd "Waiting Through The Night". De opbrengsten werden gegenereerd door zowel verkoop van platen als van (vnl.) bladmuziek.
 Eddie Quillan, Alberta Vaughn, Marie Quillan en andere spelers (waaronder andere Quillans: Joseph, Isabelle, John, Buster) in "Noisy Neighbors" (1929), die hen de kans gaven hun muzikale talent te tonen in de Photophoned versie van de Pathé productie. Eddie gaf zijn impressies van een saxofoonvirtuoos, terwijl Miss Vaughn en Marie Quillan hun vaardigheden op de piano demonstreerden. Eddie en zijn vader deden ook een dansje.
Top links: Eddie tegenover zijn vader in Noisy Neighbors.
Top rechts: Zoals wel vaker voorkwam in die tijd verdienden de Quillans ook nog een extra centje met de liedjes die in deze shorts voorkwamen. Zo zongen Alberta Vaughn en Eddie Quillan het themalied voor Noisy Neighbors "a waltz ballad" genaamd "Waiting Through The Night". De opbrengsten werden gegenereerd door zowel verkoop van platen als van (vnl.) bladmuziek.
Hierboven: Eddie Quillan, Alberta Vaughn, Marie Quillan en andere spelers (waaronder andere Quillans: Joseph, Isabelle, John, Buster) as "The Marvelous Monarchs" in Noisy Neighbors (jan 1929).

De andere vehikels naast Noisy Neighbors (jan 1929) waren onder andere: The Sophomore (aug 1929, zijn 'all-talkie' debuut met "Little by Little" de hit op de muziek van Earl Burnett's Biltmore L.A. orkest); Night Work (1930);  Big Money (1930) en The Tip-Off (1931).

Sally O'Neil en Eddie Quillan, "The Sophomore" (1929). De Pathé-film volledig met dialogen is aangepast aan Corey Ford's serie "Joe College" uit "College Humor" Magazine.Eddie Quillan in "The Sophomore" (aug 1929).
Eddie (en zijn familie) deden er alles aan om van "The Sophomore" een succes te maken. Eddie Quillan sprong aan boord van de "ballyhoo" (reclame) wagen die gebruikt werd door het management van het RKO theater tijdens de vertoning van "The Sophomore". Iedereen werkte mee, inclusief vader - de familie Quillan blies hun vaudeville act nieuw leven in voor de "Sophomore". Vader, mevrouw Quillan, Eddie, John, Marie, Buster, Joe, Helen, Margaret, Isabelle en Rosebud waren aanwezig. "Ik ben zeker in de lucht geweest en New York vanuit een vliegtuig zien is een sensatie op zich," zei Eddie Quillan. Eddie maakte dit optreden samen met de vertoning van "The Sophomore" in de New York en Brooklyn Paramount theaters. Hij is hier te zien terwijl hij een Pathex-"film" maakt van zijn "vader" vanuit een TAT-vliegtuig.
Night Work (1930) een scene met Eddie Quillan (Bron: http://barbara-stanwyck.tumblr.com/post/142149898412/eddie-quillan-in-night-work-1930)Night Work (1930) een scene met Eddie Quillan (Bron: http://barbara-stanwyck.tumblr.com/post/142149898412/eddie-quillan-in-night-work-1930)"The Tip-Off" (1931) Eddie Quillan onder het bed met daarop Robert Armstrong en Ginger Rogers.

Top links: Sally O'Neil en Eddie Quillan, The Sophomore (aug 1929). In de film geeft Eddie Quillan een echte imitatie van de moderne Amerikaanse student. De Pathé-film volledig met dialogen is aangepast aan Corey Ford's serie Joe College uit College Humor Magazine.
Top rechts: Eddie Quillan in The Sophomore (aug 1929).
Midden links: Eddie (en zijn familie) deden er alles aan om van The Sophomore een succes te maken. Eddie Quillan sprong aan boord van de "ballyhoo" (reclame) wagen die gebruikt werd door het management van het RKO theater tijdens de vertoning van The Sophomore. Iedereen werkte mee, inclusief vader - de familie Quillan blies hun vaudeville act nieuw leven in voor de "Sophomore". Vader, mevrouw Quillan, Eddie, John, Marie, Buster, Joe, Helen, Margaret, Isabelle en Rosebud waren aanwezig.
Midden rechts: "Ik ben zeker in de lucht geweest en New York vanuit een vliegtuig zien is een sensatie op zich," zei Eddie Quillan. Eddie maakte dit optreden samen met de vertoning van The Sophomore in de New York en Brooklyn Paramount theaters. Hij is hier te zien terwijl hij een Pathex-"film" maakt van zijn "vader" vanuit een TAT-vliegtuig.

Onder
links: Twee gifs met Eddie Quillan in
Night Work (1930).
Onder rechts: The Tip-Off (1931) Eddie Quillan onder het bed met daarop Robert Armstrong en Ginger Rogers.
 

Op 29 januari 1931 nam RKO Pictures de controle over de Pathé Exchange over, waarbij ze de studio van Pathé in Culver City en al haar gecontracteerde spelers verwierven. In 1932 bundelde David O. Selznick, de productiechef, RKO Radio en RKO Pathé tot een geïntegreerde eenheid in een poging financiële uitdagingen aan te pakken. Ondanks grootschalige ontslagen en salarisverlagingen tijdens het dienstverband van Selznick, bleef Eddie Quillan op de loonlijst staan en bleef hij verschijnen in enkele van de financieel succesvolle producties van het studio in het begin van de jaren dertig.  (5)

Eddie Quillan behield zijn populariteit als zowel hoofd- als bijrolspeler gedurende het tijdperk van geluidsfilms en oogstte lof in ondersteunende rollen in de jaren 1930 en 1940. Hij toonde zijn talent in opmerkelijke films zoals de productie Girl Crazy uit 1932, waarin hij de rol van de held op zich nam en het goed ontvangen Gershwin-lied "But Not For Me" zong. Desondanks wisselde Quillan vaak af tussen het spelen van hoofdrollen in kosteneffectieve producties en het aannemen van bijrollen, vaak via uitleenovereenkomsten met grote studio's, met name Paramount en MGM. (5)

Charles Laughton, Donald Crisp & Eddie QuillanDe rol waarmee Eddie waarschijnlijk best bekend is geworden is die van Tommy Elison, de zo onderhoudende en tragische figuur en deel van de bemanning, in de film, Mutiny on the Bounty (1935). De film had Clark Gable, Charles Laughton, en Franchot Tone in de hoofdrollen.
Boven: Twee foto's uit Mutiny on the Bounty (1935). Charles Laughton, Donald Crisp & Eddie Quillan (links) en Eddie Quillan met Clark Gable (rechts).
De rol waarmee Eddie waarschijnlijk best bekend is geworden is die van Tommy Elison, de zo onderhoudende en tragische figuur en deel van de bemanning, in de film, Mutiny on the Bounty (1935). De film had Clark Gable, Charles Laughton, en Franchot Tone in de hoofdrollen (foto's hierboven).
Eddie zei: "Er zijn veel idolen geweest, maar voor mij was Clark Gable de grootste. Niet alleen vonden vrouwen hem leuk, maar ook mannen mochten hem graag. Hij had een grote aanhang onder mannen. Hij was nuchter en een echte kerel. Samenwerken met hem was erg leuk. Ik mocht hem enorm graag."
Zijn meest dierbare trofee kwam toen hij de Box Office Blue Ribbon Award en de Screen Actors Guild Award (1936) ontving. Het was de eerste keer dat SAG de prijs gaf aan een acteur in een bijrol. (5)
Charlotte Henry en Eddie Quillan mogen het uitleggen in "The Mandarin Mystery".Charlotte Henry en Eddie Quillan
Boven links: Charlotte Henry en Eddie Quillan mogen het uitleggen in The Mandarin Mystery.
Boven rechts: Charlotte Henry en Eddie Quillan
Doorheen de jaren 30 en 40 bleef hij een graag geziene acteur voor grote en kleine rollen. Hij faalde enkel toen hij volledig verkeerd werd gekozen voor de rol van detective Ellery Queen in The Mandarin Mystery (1937)Eddie werd op het rooster gelegd door de critici die de acteurkeuze als een fatale fout bestempelden. Alhoewel de film veel van de originele structuur van het boek, The Chinese Orange Mystery, behield was de algemeen aanvaarde mening bij de critici dat het script teveel op humor aanstuurde, en het kinderlijke acteren van Quillan in combinatie met de doelloze regie van Ralph Staub brachten de eerste serie van Ellery Queen films meteen tot een eind. Voor televisie werd een zwaar geknipte versie ontwikkeld maar die genoot niet meer succes dan de film in de zalen kreeg.

Onder Quillan's meer memorabele bijrollen waren deze: with Spencer Tracy in Big City (1937);  met Carole Lombard en Jimmy Stewart in Made For Each Other (1939); met John Wayne in Allegheny Uprising (1939); met Henry Fonda zowel in Young Mr. Lincoln (1939) als in The Grapes of Wrath (1940): met Marlene Dietrich in The Flame of New Orleans (1941);  met Abbott & Costello in It Ain't Hay (1943).
Eddie Quillan in 'Young Mr. Lincoln' (1939)Promotionele foto voor "Grapes of Wrath" (1940) (L naar R) Eddie Quillan, Dorris Bowden, John Carridine en Henry Fonda.
Eddie (midden) met Abbott and Costello in It Ain't Hay (1943).Robert Mitchum (links) en Anne Rooney met Eddie (rechts) in "Follow The Band" (1943)
Top links:Eddie Quillan in Young Mr. Lincoln (1939)
Top rechts: Promotionele foto voor
Grapes of Wrath (1940) (L naar R) Eddie Quillan, Dorris Bowden, John Carridine en Henry Fonda.
Boven links: Eddie (midden) met Abbott and Costello in It Ain't Hay (1943).
Boven rechts: Robert Mitchum (links) en Anne Rooney met Eddie (rechts) in Follow The Band (1943)
Ontgoocheld in het blijvend aanbod van simpele bijrollen als hotelbediende, limonadeverkoper, enz. bleef hij wel aan het werk in  "B" film tot uiteindelijk met Sensation Hunters (1945) en A Guy Could Change (1946) er een eind leek te komen aan zijn carrière in langspeelfilms.

Van 1948 tot 1956, werd Quillan gekoppeld aan veteraan Wally Vernon als nog maar eens een poging, ditmaal door Columbia, om een origineel duo te scheppen. Wally Vernon was een veteraan bij de Columbia kortfilm departement en samen verschenen ze in een serie van 16 zgn. 'twee spoelen' komedies, die uitstekend geschikt waren om de fysieke behendigheid van beide mannen te benadrukken (Onder links).

Sedert de 40s was Quillan enige tijd eigenaar en uitbater van een bowlingbaan in El Monte maar keerde uiteindelijk wel terug naar de filmindustrie, al was dit  met wisselend resultaat en uiteindelijk ook een beperkt aantal rollen waaronder Brigadoon (1954) tegenover Gene Kelly.
   Van 1948 tot 1956, werd Quillan gekoppeld aan veteraan Wally Vernon als nog maar eens een poging, dit maal door Columbia, om een origineel duo te scheppen. Wally Vernon was een veteraan bij de Columbia kortfilm departement en samen verschenen ze in een serie van 16 zgn. 'twee spoelen' komedies, die uitstekend geschikt waren om de fysieke behendigheid van beide mannen te benadrukken. Eddie Quillan stelt Van Johnson voor aan Dodie Heath in "Brigadoon" (1954).
Boven links: Van 1948 tot 1956, werd Quillan gekoppeld aan veteraan Wally Vernon. Ze zijn hier te zien in A-Hunting They Did Go (1953). Het verhaal draait om de mannen die op een jachtweekend gaan, nauwlettend gevolgd door hun vrouwen. Opmerkelijk is dat deze film een remake is en er werd gebruikmaakt van eerder opgenomen beelden uit hun eigen film Crabbin' in the Cabin (1948).
Boven rechts: Eddie Quillan stelt Van Johnson voor aan Dodie Heath in
Brigadoon (1954).

Naast zijn werk in films in de jaren vijftig begon Eddie ook te werken in televisie toen hem de kans werd geboden om samen te werken met Jackie Cooper in The People's Choice. Eenmaal begonnen aan zijn televisiecarrière, verscheen Eddie in meer dan tweehonderd (200) televisieprogramma's. Hij had rollen in een veelvoud van tv-series: I Love Lucy (1962-1965), The Jack Benny Show  (1961-1963), Perry Mason  (1961-1966), Daniel Boone  (1966-1970), The Man from U.N.C.L.E. (1967), The Addams Family  (1964-1966), The Wild, Wild West  (1967-1969), Andy Griffith (1965), en Petticoat Junction (1963-1964). (5)

Op 29 oktober 1962 verscheen hij voor het eerst met Lucille Ball in een aflevering van "The Lucy Show" getiteld "Lucy Buys Sheep". Hij deelde een scène met veteraan acteur Charles Lane.Tussen 1964 en 1966 verscheen hij 5 keer in "The Addams Family". Hij is hier te zien in de aflevering "Morticia The Decorator" uitgezonden op 18 februari. 1966.
Boven links: Op 29 oktober 1962 verscheen hij voor het eerst met Lucille Ball in een aflevering van The Lucy Show getiteld "Lucy Buys Sheep". Hij deelde een scène met veteraan acteur Charles Lane.
Boven rechts: Tussen 1964 en 1966 verscheen hij 5 keer in The Addams Family. Hij is hier te zien in de aflevering "Morticia The Decorator" uitgezonden op 18 februari. 1966.
Zijn broer Joe was een bekende comedy-schrijver in radio en televisie, bekend om zijn bijdragen aan de Our Miss Brooks radio- en tv-show. Het was door Joe dat Eddie Hal Kanter ontmoette, die hem jaren later castte in zijn eerste terugkerende rol in een netwerkserie, Valentine's Day (1964-65), met Tony Franciosa in de hoofdrol. Van 1968 tot 1971 maakte Kanter Eddie een vaste waarde in de Diahann Carroll sitcom Julia.  (5)

De volgende tien jaar werd hem ook het meer luchtige acteerwerk aangeboden met The Ghost and Mr. Chicken (1966), Angel in My Pocket (1969) en How to Frame a Figg (1971), maar zijn bijdragen hierin zijn relatief klein te noemen.
Van 1968 tot 1971 had Quillan een terugkerende rol in de baanbrekende tv-serie "Julia" (de eerste wekelijkse serie met een Afro-Amerikaanse vrouw in een niet-stereotiepe rol). Hij speelde Eddie Edson gedurende 24 van de 86 afleveringen.Een hechte vriendschap met acteur Michael Landon leidde tot werk voor Eddie in verschillende tv-rollen van Landon, waaronder "Little House on the Prairie" (1977-1983) (7 afleveringen). Eddie is hier te zien in de aflevering "To Run and Hide" uitgezonden op 31 oktober 1977.
Boven links: Van 1968 tot 1971 had Quillan een terugkerende rol in de baanbrekende tv-serie Julia (de eerste wekelijkse serie met een Afro-Amerikaanse vrouw in een niet-stereotiepe rol). Hij speelde Eddie Edson gedurende 24 van de 86 afleveringen.
Boven rechts: Een hechte vriendschap met acteur Michael Landon leidde tot werk voor Eddie in verschillende tv-rollen van Landon, waaronder Little House on the Prairie (1977-1983) (7 afleveringen). Eddie is hier te zien in de aflevering "To Run and Hide" uitgezonden op 31 oktober 1977.
 
Zijn carrière beleefde op TV een kleine opflakkering gedurende de zestiger en zeventiger jaren met gastrollen in series als Mannix (1973-1975), Lucas Tanner (1975), Police Story (1973-1977), en Baretta (1978).

Gedurende deze jaren was hij slechts zelden in film te zien. Zijn laatste filmrollen waren die in The Strongest Man in the World (1975) en Mr. Too Little (1978).

Dankzij een hechte vriendschap met acteur Michael Landon kreeg Eddie werk in vele van Landon's TV projecten, waaronder Little House on the Prairie
(1977-1983) (7 episodes), Father Murphy (1982) en Highway to Heaven (1984-1986).
 
 Eddie zoals hij te zien was in de serie uit 1985 "Hell Town".Quillan als Abbie Cadabra in de "Moonlighting" episode "In God We Strongly Suspect" (1986).Eddie verscheen voor het laatst op het scherm in "The Author", een aflevering van "Matlock", uitgezonden op 6 augustus 1987.
Boven links: Eddie zoals hij te zien was in de serie uit 1985 Hell Town
Boven midden: Quillan als Abbie Cadabra in de
Moonlighting episode "In God We Strongly Suspect" (1986).
Boven rechts: Eddie verscheen voor het laatst op het scherm in "The Author", een aflevering van Matlock, uitgezonden op 6 augustus 1987.
 

Eens op rust bleef Eddie een vrij actief leven leiden met golf, bowlen en zwemmen. Levenslang vrijgezel, woonde hij in North Hollywood (San Fernando Valley) met twee van zijn zusters, Peggy en Roseanne.
Eddie Quillan werd een zeer gewaarde gast bij filmhistorici die hem maar wat graag interviewden en dankbaar waren voor zijn warme persoonlijkheid en ongekende totaal herinneringsvermogen.

Eddie overleed in Burbank, Californië aan kanker op 19 juli 1990 op 83 jarige leeftijd, hij werd begraven in het San Fernando Mission Cemetery van Mission Hills. 
 

 

Eddie was trots op het feit dat hij een komiek was en, zoals hij een producer ooit terechtwees nadat die probeerde een aangebrande grap in een film te introduceren, dat hij daarmee hem als acteur eigenlijk overbodig maakte vermits iedereen iemand kon doen lachen met een schuine mop, een verdienste welke geen talent vereiste.

 
Notities:

Alle vermelde data voor films zijn voor de officiële release in de VS.
Alle vermelde data voor TV programma's zijn die van eerste uitzending.
Alle vermelde data voor (radio)toneelstukken zijn voor de periode waarin de acteur erbij betrokken was.

De feiten in het rood moeten nog bevestigd worden.

Klik op Uncle Sam als je denkt ons te kunnen helpen...!  Klik als je denkt ons te kunnen helpen...!
Andere referenties
(1) Wikipedia
(2) IMDb
(3) The Columbia Shorts Departement
(4) Mack Sennett's Fun Factory: A History and Filmography of His Studio
     and His Keystone and Mack Sennett Comedies, with Biographies
     of Players and Personnel
van Brent E. Walker (2013)
(5) Playbills to Photoplays: Stage Performers Who Pioneered the Talkies
     door Brenda Loew (2010)
(5) Radiogoldindex
(6) Rotten Tomatoes
(7) The Eddie Quillan Film Festival: "Sweepstakes" and "Gridiron Flash"
     at "The Incredible Inman".
(8) Day and Quillan, "The Flaming Youth" Comedies by Lea Stans
    (Comique - The Classic Comedy Magazine, Issue no. 2, Spring 2022)
(9) The Godless Girl a Silent Movie Review

Bijkomende video & audio bronnen
(1) Sweepstakes 1 - 2 -3 (Clips, 1931) YouTube, David Inman
(2) Gridiron Flash 1 - 2 - 3 (Clips, 1934) YouTube, David Inman
(3) Nobody's Home 1 - 2 (Short, Two reel, 1955) YouTube, David Inman
(4) The Sophomore Jeanette Loff Eddie Quillan (Clip from the 1929 Silent) YouTube Annie Carol
(5) Night work (full movie, 1930) YouTube, Lost n Found Films
(6) Club Paradise (aka Sensation Hunters,full movie, 1945) YouTube, Hollywood Classics.
 
Dit profiel van de acteur hierboven maakt deel uit van Ellery Queen a website on deduction. Deze acteur speelde de rol van Ellery Queen in een Ellery Queen verfilming.
Vele van de profielen op deze site zijn samengesteld na zeer nauwgezet onderzoek van diverse bronnen. "Please quote and cite ethically!"


Pagina aangemaakt 27 mei 2017
Laatste update 14 december 2023

t e r u g   n a a r    L i j s t   v a n   V e r d a c h t e n


 
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie?  | Q.E.D. | Moord en scene | Nieuw | Auteursrecht
Copyright © MCMXCIX-MMXXIII   Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden.