Klik op de foto om terug te gaan...

Appeared on radio showRobert W. Strauss (28 maart 1879 -  9 nov 1940)

Nooit getrouwd.

Broers & zussen:
Norah (b. 1870),
Samuel Albert (b. 12 okt 1872 - 22 nov 1941), gehuwd
    met Lida Grace Detrick, kinderen Robert en Barbara.
Eleanor aka Nell(ie) (b. jan 1875 - 1964), gehuwd
    met Edward Davidson, dochter Margaret (1911-13).
Tegen februari 1907 trad Robert W. Strauss ook op in de theaterproductie "The Matchmaker" aan de zijde van de beroemde Dan Sully.
Boven rechts: Tegen februari 1907 trad Robert W. Strauss ook op in de theaterproductie The Matchmaker aan de zijde van de beroemde Dan Sully.

Robert W. Strauss werd op 28 maart 1879 in Chattanooga, Tennessee geboren als jongste in een gezin van 4 kinderen bij Samuel (boekhouder en zoon van een Duits immigrant) en Tennessee B. Browning aka Tennie (dochter van Squire I. J. Browning en Clara Everett aka Caroline Crouch).

Bobby liep school aan de Second District school City High en Chattanooga's Baylor's University school. Op school, regisseerde en speelde de jonge Strauss in The Guilded Fool, en in Charlie's Aunt, beide zeer populair.  Vervolgens ging hij naar Lehigh universiteit (Class of '04*) om er mijningenieur te studeren. Robert of  "Shorty" was er, naast lid van de toneelclub, ook lid van de Mandolin Club (hij speelde eerste mandoline) en bleek uiteindelijk te hard gebeten door de theaterbacterie en verloor aldus interesse in stenen en mineralen. Hij was ooit in dienst bij het lokale kantoor van de Southern Express maatschappij van Chattanooga.

Na vroegtijdig Lehigh te hebben verlaten trok hij naar in 1903 naar New York, om er drama te studeren bij Rachel Crothers en John Mason. Zijn eerste optreden in New York maakt hij als extra in Camille (Harlem Opera House - Garrick Theatre - Hudson Theatre, Apr. 18. - May 1904), met Henry Miller en Margaret Anglin in de hoofdrollen.

 
James Young en vaudeville

Vanaf 1906 (tot zeker feb 1907) trad Robert W. Strauss ook op in de theaterproductie The Matchmaker gebracht door de beroemde Dan Sully co. Maar was ook te zien naast bekende acteurs als Louis Mann en James Young.

Voor de diploma-uitreiking in Baylor's University school (hoek van Vine en Palmetto straten) op 27 mei 1907 werden ook verschillende alumni uitgenodigd. Robert W. Strauss, die tegen die tijd veel naam had gemaakt in de theaterwereld, gaf die avond een voordracht.

Met James Young maakte hij gedurende het 1908 seizoen ook zijn eerste professionele verschijning in Chattanooga in Brown of Harvard. Dat was in het echt mooie Eleventh Street Theater dat daarvoor nog de naam van Schubert droeg.

Na drie jaar op het theater te focussen schakelde hij over naar het vaudeville circuit. Reeds in mei 1909 was Robert er actief. Samen met Catherine Calvert ondersteunde hij James Young, die optrad in een studentenfarce genaamd When Love Is Young (Grand Opera House, Pittsburg, Pa., May 3. 1909) van de hand van James' eerste vrouw Rida Johnson Young. Ze hergebruikte hier de drie hoofdpersonages uit haar vorig stuk Brown of Harvard.

"... Het beste werk in het stuk wordt gebracht door Strauss als de nepzuster, alhoewel moet gezegd worden dat een zeer magere man in een zeer laag uitgesneden jurk naar vulgariteit neigt..."
(Variety, Review -When Love is Young, May 1909).



Later diezelfde maand probeerde het gezelschap ook een sketch Wanted - a Sister uit, opnieuw geschreven door zijn vrouw (sommige omschreven het als een ingekorte versie van Brown of Harvard) en met James Young, Robert Strauss en, aanvankelijk, Lorayne Osborne in de vrouwelijke rol.

"James Young is te zien in 'Wanted—a Sister' op Fifth Avenue. Mr. Young staat alleen op de affiche van deze vaudeville act, maar het was rechtvaardiger geweest om drie namen te vermelden. Clara Kimball** als liefje spreidde een verfrissende persoonlijkheid ten toon en acteerde zeer natuurlijk. Robert Strauss, als de kamergenoot, kwam nog het best uit de verf. Zijn handelingen en manier van spreken waren zeer grappig."  (The New York Dramatic Mirror, 22 januari 1910). Er zijn bevestigde voorstellingen van het stuk tot augustus 1912.

In maart 1910 speelde de, in Frankrijk geboren, Amerikaanse actrice Valérie Bergère in The Lion Tamer, van Edward Weitzel, en Robert Strauss, Theodore Doucet, Lawrence Morten, Emma Campbell en vele anderen ondersteunde haar. Strauss bejubeld voor zijn werk bij James Young dat hij prompt door Bergère werd gehuurd op in het stuk een beljongen te spelen. Kosten nog moeite werden gespaard om van het stuk één van de meest grootse acts in vaudeville te maken.

Wanted - A Sister werd opgevoerd door James Young and Company (Fifth Avenue, 19 maart 1910) en werd beschreven als een dwaze, vergezochte voorstelling die slecht ontwikkeld was en bijna even slecht geacteerd. Wanneer een universiteitsstudent met een meisje in een restaurant flirt, wordt hij betrapt door zijn vriendin, Evelyn (Alice Riker). Om zijn kamergenoot Tom Brown van een alibi te voorzien, verkleedt Robert Strauss als "Bunch" Andrews zich als de "zus". Strauss speelt de rol eigenlijk te goed voor een zeer jaloerse vriendin. Uiteindelijk verraadt Strauss de hele zaak door zijn blonde pruik te verliezen en wordt hij de straat op gejaagd waar hij gearresteerd wordt omdat hij zich voordoet als een vrouw.

"Robert Strauss and Players"

In Chicago, in de tweede helft van augustus 1910, engageerde Robert James Ross en Lawrence Sparks voor zijn nieuwe vaudeville sketch Wanted, a Cook, die opende in het interstatelijke circuit.

Robert W. Strauss (1912)Tegen oktober 1910 traden "Robert Strauss and Players" op (met de act Petticoats) onder management van diezelfde Valérie Bergère minstens tot maart 1913. In 1911 bracht Mr. Strauss zijn eigen productie Beaten Biscuit, een klucht over het studentenleven (Airdome Theater, Princess Theater Youngstown). In augustus 1912 hernam hij ook zijn rol in Wanted, a Sister met Young en Clara Kimball alsook speelde hij in twee korte stukken A Hypnotic Spree, een eigen productie en Of All the Nerve van de hand van H.S. Chamberlain Jr.

Robert Strauss en zijn gezelschap  (Lawrence Sparks en Jack/John Keane) toerden met de sketch Landing a Contract op (Proctor's Fifty-Eight Street, 12 okt. 1912), (Colonial, Richmond,  5 nov 1912), (Orpheum Birmingham, 1 dec 1912).

Landing a Contract kreeg een ovatie in het Garrick Theatre in Wilmington, Roberts thuisstad, op 28 oktober. 1912.

Op 10 mei 1913 overleed zijn vader Samuel Strauss in Chattanooga, Tennessee.

Julia Neville organiseerde een gezelschap dat in het Lyric Theatre in Chattanooga speelde onder de naam Julia Neville Players. Bobby Strauss maakte hiervan deel uit. Hun openingsstuk was The Rejuvenation of Aunt Mary (januari 1914).

Martin J. Dixon huurde het Hart's Family theater in Philadelphia voor 10 weken om er een gezelschap te installeren met zowel Bob Strauss als Julia Neville in de cast. Voor de openingsvoorstelling op 18 oktober 1914 bracht "het huis van sensationele melodrama's" het stuk The Game of Life, de week erna gevolgd door The Eleventh Hour.

Wereldoorlog I
Robert was terug in Chattanooga toen de Verenigde Staten deel namen aan de eerste Wereldoorlog. Hij nam dienst in 1917 in de infanterie en werd aangesteld als eerste luitenant in Fort Oglethorpe. Hij was bij de strijdende troepen als eerste luitenant van Company K, 323ste Infanterie, (de beroemde Wildcat Divisie) en verdiende er een speciale vermelding voor 'galanterie in actie'. Op 10 november 1917 bereikte zijn eenheid, ten zuidoosten van Verdun, hun doel ondanks uren onder hevige vijandelijk vuur te hebben gelegen, opnieuw kreeg luitenant Strauss een citatie voor buitengewone "galanterie".

Tijdens de kerstdagen van 1917 werd hij in quarantaine geplaatst in Camp Jackson, Columbia, S.C. vanwege een uitbraak van meningitis in het kamp.

Na de wapenstilstand, verzamelde luitenant Strauss een groep entertainers rond zich en kreeg een 'tour of duty' aangewezen bij de troepen die in Frankrijk achterbleven.

Boven: Publiciteit voor Bobby Strauss "At Liberty" uit Variety sep 1919.

Zijn moeder overleed op 17 maart 1919 in Chattanooga.

Hij zag zijn thuisland pas terug in 1919 toen hij in dienst werd genomen voor Rachel Crothers' komedie The Little Journey (Majestic Theatre, 1 dec. 1919), met Fritz Leiber.

Luitenant Bobby Strauss hernam zijn oude komedieschets, Landing the (sic) Contract, die hij zeven jaar eerder ook had opgevoerd (februari 1920).

Shakespeare en Fritz Leiber Sr.

In een Chautauqua stuk genaamd Nothing But the Truth nam hij Wilkie Collins' oude rol over en in The Merchant of Venice (dec 1920) speelde Leiber Shylock terwijl Strauss Launcelot gestalte gaf.

Het begin van zijn samenwerking met het Shakespeare-gezelschap "Fritz Leiber & Co." Fritz Leiber Sr. die eerder ervaring had opgedaan in steun bij die andere Shakespeare vertolker Robert Mantell, omringde zich met een, in Shakespeare's werk, zeer geroutineerde cast. Dit stelde hen in staat om op tournee vaak binnen een week veel verschillende Shakespeare-stukken op het toneel te brengen. Zo brachten ze op een dag verschillende stukken tijdens de middag- en avondvoorstelling.

Een typisch voorbeeld van zo'n schema zie je hier in het Shubert-Garrick theater in Washington D.C. :

Macbeth (Dec 13.& 16. 1920),
Hamlet (Dec. 14. & 18. 1920),
The Merchant of Venice (Dec. 15. 1920),
Romeo and Juliet (Dec. 16. 1920),
Julius Caesar (Dec 17. 1920),
Richard III (Dec 18. 1920).
 

Het gezelschap bestond uit Fritz Leiber, Louis Leon Hall, John C. Hickey, John Burke, Wallis Roberts, Joseph Singer, Arthur Row, Sidney Elliott, Robert Strauss, James Hendrickson, Katherine Sayre, Harold Rand, Irby Marshall, Virginia Bronson (Fritz Leiber Sr.'s vrouw) en Pauline Crell.

Eind 1920, begin 1921 speelden ze op Broadway in het Lexington theater voor in totaal 40 000 toeschouwers waarna ze terug de baan optrokken:

Er waren maar weinig veranderingen in het gezelschap dat Broadway aandeed met: Fritz Leiber, Louis Leon Hall, John C. Hickey, John Burke, Wallis Roberts, Joseph Singer, Arthur Row, Sidney Elliott, Robert Strauss, Frederick Drake, H. Portercliffe, James Hendrickson, Katherine Sayre, Harold Rand, Irby Marshall en Virginia Bronson (Fritz Leiber Sr.'s vrouw).

Hamlet, Romeo and Juliet, Macbeth (Washington Theatre, Richmond, 13 & 14 april 1921), ...

Gedurende de zomer van 1921 ging Strauss al, kortstondig, terug met Fritz Leiber gaan werken om daarna terug huiswaarts te trekken.

In het najaar nam Fritz Leiber zijn gezelschap, onder management van George Ford, mee op een reis door de belangrijkste steden van het Zuiden:

Hamlet, The Merchant of Venice, Romeo and Juliet, Richard III  (Court Theater Wheeling, WV, 15 - 17 sep 1921),
The Merchant of Venice (Rylander Theater Americus, GA. 23 nov 1921),
The Merchant of Venice (City Auditorium Hickory, 29 nov 1921).

Om tegen het eindjaar New York City aan te doen voor hun jaarlijkse engagement in het Lexington Theater. Robert, nu een gevestigde waarde speelde er mee in de reeks Shakespeare-stukken:

Macbeth (26 dec. 1921 - 6 jan. 1922, 3 x) als dronken kruier,
Romeo and Julia
(26 dec. - 29 dec. 1921, 3 x) als Peter,
Hamlet
(27 dec. 1921 - 4 jan. 1922, 2 x) als doodgraver,
The Taming of the Shrew (28 dec. 1921 - 4 jan 1922, 2 x) als Grumio (Petrucio's dienstjongen),
Julius Caesar
(30 dec. 1921 - 7 jan. 1922, 2 x) als eerste burger,
The Merchant of Venice
(31 dec. 1921 - 2 jan. 1922, 2 x) als Lancelot Gobbo,
Richard III
(31 dec. 1921, 1 x) als burgemeester van Londen,
Othello
(2 - 5 jan. 1922, 2 x) als Gratiano, broer van Brabantio,
Five Acts from Five Plays (Romeo & Juliet, The Taming of the Shrew, Hamlet, Macbeth en Julius Caesar)
(2 jan 1922, 1 x).

Bobbie Strauss placht backstage op zijn mandoline te spelen. Met dezelfde identieke cast als Fritz Leiber in New York ging het gezelschap op tournee. Zo werd als eerste in Montauk Theater de volledige reeks (zie hierboven) herhaald te beginnen op 9 jan 1922 met Macbeth. Een advertentie uit 1922 pochte dat ze van plan waren om na de transcontinentale tour naar Londen, het Europese vasteland en het Oosten te gaan.

Het gezelschap bestond nu uit: Fritz Leiber, Olive Oliver, Virginia Bronson (Fritz Leiber Sr.'s vrouw), Louis Leon Hall, John Burke, Robert Strauss, James Hendrickson, Richard Allen, Caroline Kohl, Constance Kingsley, Philllip D. Quinn, Frank Howard, W. Leonard Gordon, Justin Adams, Waldron Smith, Blanche Chapman, Alma Lind, en anderen.

Waarop het gezelschap, naar gewoonte, terug het land doortrok:

The Taming of the Shrew, Macbeth, Othello, Romeo and Julia, Hamlet, Julius Caesar, The Merchant of Venice, Othello (The Grand Opera House Cincinnati, 29 jan - 4 feb 1922),
The Taming of the Shrew (Opera House, 14 feb 1922),
The Taming of the Shrew, Macbeth, Romeo and Juliet, Hamlet, Julius Caesar, The Merchant of Venice
(Jefferson Theatre Birmingham, 11 - 16 dec 1922)
Macbeth (Broadway Theater Denver, 14-16 jan 1923),
Macbeth
(Empress Theater Fort Collins, 23 jan 1923),
The Taming of the Shrew, Hamlet
(Sterling Theater Greeley, 24 jan 1923),
Macbeth (Empress Theater Laramie, 26 jan 1923),
Taming of the Shrew
(Strand Theatre Rawlins, 27 jan 1923),
Hamlet, Macbeth, The Taming of the Shrew, Romeo and Juliet, Julius Caesar (Columbia Theatre San Francisco, 19 - 24 feb 1923),
The Taming of the Shrew, Macbeth, Hamlet, Romeo and Juliet, The Merchant of Venice, Othello, Julius Caesar (Metropolitan Theater Seattle,  4 - 10 maart 1923),
Hamlet, Macbeth,  Julius Caesar, The Three Musketeers !! (Brandels Theater Omaha, 1 -3 dec 1924),
The Three Musketeers, Hamlet, The Taming of The Shrew, Macbeth (Heilig Theatre Portland Oregon, 1 - 3 jan 1925),
The Three Musketeers, Hamlet, Macbeth, The Taming of the Shrew, Romeo and Juliet (Metropolitan Seattle, 4 - 8 jan 1925),
The Three Musketeers, Hamlet, The Taming of The Shrew, Macbeth, Julius Caesar (Columbia Theatre San Francisco, 12 - 16 jan 1925).

 
Fritz Leiber Jr. speelde twee seizoenen in het gezelschap van zijn vader: een keer in 1923 (net na zijn afstuderen van de middelbare school) en opnieuw in 1934 (twee jaar na zijn afstuderen van de universiteit). In het 1976 Journal of the H.P. Lovecraft Society No.1 beschrijft Fritz deze foto, waarop oorspronkelijk 24 mensen in een halve cirkel voor het theater stonden. Van links naar rechts zijn de geïdentificeerde personen: drie onbekende actrices, Fritz Strauss Jr., Virginia Bronson (zijn moeder), Fritz Strauss Sr. (zijn vader), een onbekende actrice, John Burke (met zijn hoed in de hand), Joe Singer (met een intense blik), en Louis Lean Hall (met een pijp in de hand). Mogelijk buiten de bijgesneden foto, verderop in de rij, stonden zijn tante uit Chicago, Marie, en aan de andere kant George Ford, de directeur van het gezelschap. Aan het ene uiteinde zijn de drie toneelknechten die met het gezelschap meereisden: de rekwisiteur, de elektricien en de timmerman. De rest waren acteurs, waaronder de kalende Alexander Andre.
Boven: Fritz Leiber Jr. speelde twee seizoenen in het gezelschap van zijn vader: een keer in 1923 (net na zijn afstuderen van de middelbare school) en opnieuw in 1934 (twee jaar na zijn afstuderen van de universiteit). In het 1976 Journal of the H.P. Lovecraft Society No.1 beschrijft Fritz deze foto, waarop oorspronkelijk 24 mensen in een halve cirkel voor het theater stonden. Van links naar rechts zijn de geïdentificeerde personen: drie onbekende actrices, Fritz Strauss Jr., Virginia Bronson (zijn moeder), Fritz Strauss Sr. (zijn vader), een onbekende actrice, John Burke (met zijn hoed in de hand), Joe Singer (met een intense blik), en Louis Lean Hall (met een pijp in de hand). Mogelijk buiten de bijgesneden foto, verderop in de rij, stonden zijn tante uit Chicago, Marie, en aan de andere kant George Ford, de directeur van het gezelschap. Aan het ene uiteinde zijn de drie toneelknechten die met het gezelschap meereisden: de rekwisiteur, de elektricien en de timmerman. De rest waren acteurs, waaronder de kalende Alexander Andre.
 Theater

In Roseanne (Greenwich Village Theatre, 29 dec 1923 - 1 feb 1924) waren alle personages "gekleurd", Strauss speelde Alec Gray.

Terug thuis speelde hij o.a. in 1924 in een productie op het Chautauqua circuit met Dorothy Ellen Cole.

Ethel Bennett produceerde verschillende reizende gezelschappen voor het Redpath Circuit. Eén gezelschap, waar Robert Strauss deel van uitmaakte, speelde Six Cylinder Love en openden op 23 april 1924 in Dalton, Ga., ze speelden in totaal zeventien weken.

In The Book of Charm aka Charm (Comedy Theater New York, 3 sep - 1 okt 1925) speelde Strauss Doctor Garfield.

John Kirkpatrick's toneelstuk Charm (Shubert-Belasco, Washington D.C. , 22 februari 1926) met Elizabeth Patterson, Maidel Turner, Kenneth Dana & Robert Strauss ging over een meisje dat haar kleine woonplaats wilde verlaten om naar New York te gaan. Na rijp beraad besluiten de ouders en de plaatselijke jongen die van haar houdt dat het het beste is om haar thuis te houden en de grootstedelijke gewoonten naar het kleine stadje te halen.

Opnieuw Fritz Lieber

Er volgden komische rollen een groot aantal successen, maar ook Shakespeariaanse rollen. 

Hij trok aanvankelijk op met het gezelschap van die andere bekende Shakespeare uitvoerder Robert B. Mantell.  Zijn gezelschap hield er dezelfde werkwijze op na als die van Fritz Leiber.

Die groep was als volgt samengesteld: Robert Mantell, Genevieve Hamper, Sarah Alexander, Mark Glover, John Burke, Bruce Adams, John Alexander, Frederic W. Hile, Robert Strauss, John C. Hickey, Edwin Foss, John Forrest, James Hendrickson, Robert Fulton, James Betterton, Charles Kent, Gilbert Sens, Abraham Ivory, Olga Leeds, Mary Glover, Claire Bruce, Lillian Remer en Glen Waters.

The Merchant of Venice, Julius Caesar, As You like it and Macbeth (Utica theater, 18 - 20 okt 1926),
King Lear, Hamlet, As You Like It, Julius Caesar, Macbeth, The Merchant of Venice(Washington Auditorium, D.C.,  1 - 6  nov 1926).

Uiteindelijk vond hij zijn weg terug naar Fritz Leiber & Co. :

Macbeth, Romeo and Juliet (Arlington Theatre Boston,  10 - 12 okt 1927),
Macbeth
(Auditorium Washington D.C.,  8 nov 1927).

Robert Strauss vertelde dat hij op een avond, terwijl hij in Chicago speelde, door de persvertegenwoordiger van het gezelschap werd aangesproken die het toneel op liep en hem begroette met het gebruikelijke "Nou, hoe gaat het?" Strauss antwoordde dat hij één prestatie had die geen enkele andere acteur had, namelijk dat hij de Comanche-taal kon spreken, aangezien hij al zijn vroege jeugdjaren op het Comanche-reservaat in Oklahoma had doorgebracht. De persagent maakte er een aantekening van, en het verscheen de volgende dag in een krant in Chicago. De volgende zondag pakte Strauss een krant op en las deze alinea: "Robert Strauss, in het Playhouse, beweert de enige acteur te zijn die Comanche kan spreken. We hebben ons vaak afgevraagd welke taal de meeste andere acteurs spreken" ("He told story and got a rebound", The Washington Times, Nov 5. 1927)

Strauss herverscheen in maart 1928 ook "volledig bevredigend" in The Merchant of Venice  (Shubert Theatre maart 1928) opnieuw als Launcelot Gobbo en datzelfde jaar maakte hij ook een opgemerkte verschijning in Julius Caesar.

Hamlet, Macbeth (Strauss als poortwachter en derde heks), Romeo and Juliet en The Taming of the Shrew (Indianapolis, feb 1929),

In Fritz Leiber's "superb cast of players" met: Merchant of Venice , The Taming of the Shrew, Romeo and Juliet, Macbeth, Julius Caesar (Wilson Theatre Detroit, 10 - 16 maart 1929),

Hamlet, The Taming of The Shrew, Romeo and Juliet, The Merchant of Venice, Julius Caesar, Macbeth (Broad St. Theater Philadelphia, 15 - 20 april 1929).

De Chicago Civic Shakespeare Society begon op 11 november 1929 met Leiber in de titelrol van Hamlet in Chicago.
Chicago Civic Shakespeare Society bestond uit Fritz Leiber Sr., Virginia Bronson (Fritz Leiber Sr.'s vrouw), Marie Carroll, Vera Allen, Kathryn Collier, Virginia Stevens, John Burke, Louis Leon Hall, Philip Quin, Lawrence H. Cecil, Robert Strauss en Thayer Roberts.

Hamlet, Richard III, The Merchant of Venice, Twelfth Night, Othello, King Lear, As You Like It, Julius Caesar (Shubert Alvin Theatre Pittsburgh, 3 - 9 feb 1930),

Hamlet, King Lear, Othello, Twelfth Night, The Merchant of Venice, Julius Caesar, As You Like It
en Richard III (Poli's, Washington D.C., 15 - 21 feb 1930),

T
wee weken durend "Gala Repertoire van Shakespeareaanse Toneelstukken" waaronder King Lear, met Strauss als "oude man" (Shubert Wilbur Theatre Boston, 17 maart 1930).

Het gezelschap onder leiding van Fritz Leiber presenteerde aansluitend een reeks Shakespeariaanse toneelstukken in het Sam S. Shubert Theatre, New York met verder in het gezelschap ook William Courtleigh, John Burke, Robert Strauss en anderen:

Hamlet (24 maart - 12 april 1930) als grafdelver,
As You Like It (24 maart 1930),
The Merchant of Venice  (25 maart 1930) als Gobbo,
Macbeth (25 maart 1930),
...

Het gezelschap deed op het eind van dat jaar opnieuw New York aan maar dit keer in het Ambassador Theatre:

King Lear (25/27/31 dec 1930) als oude man,
Hamlet (26 dec 1930/1, 7 & 10 jan 1931),
The Merchant of Venice (27 dec 1930 & 6 jan 1931) als Gobbo,
Julius Caesar (29 dec 1930/ 3 & 9 jan 1931),
Macbeth (30 dec 1930/ 2, 5 & 10 jan 1931),
As You Like It (31 dec 1930 & 7 jan 1931),

Richard
III (3 & 8 jan 1931),

De Chicago Civic Shakespeare Society ging vervolgens op tournee en trad o.a. op in Chicago en Washington, D.C. (Poli's Theatre), ... Rond deze tijd zocht Robert Strauss andere oorden op.

 
     Hier hebben we "Inchy Spencer", gespeeld door Robert Strauss in de Stebbins Boys sketches, betrapt met een zeldzaam moment van activiteit. Inchy blijkt een van de populairste personages te zijn in dit nachtelijke entertainment van WJZ. Volgers van de serie vinden Inchy's serieuze poging om werk te vermijden erg interessant. Strauss speelt ook de rol van "Pink Freeze" in Lulu Volmer's Moonshine and Honeysuckle, een wekelijkse NBC-presentatie. (19 april 1932)
Boven: Hier hebben we "Inchy Spencer", gespeeld door Robert Strauss in de Stebbins Boys sketches, betrapt met een zeldzaam moment van activiteit. Inchy blijkt een van de populairste personages te zijn in dit nachtelijke entertainment van WJZ. Volgers van de serie vinden Inchy's serieuze poging om werk te vermijden erg interessant. Strauss speelt ook de rol van "Pink Freeze" in Lulu Volmer's Moonshine and Honeysuckle, een wekelijkse NBC-presentatie. (19 april 1932)
Radio

Als één van de eerste radio enthousiastelingen ging hij ook in dat gebied op zoek naar werk en schreef al gauw zijn eigen acts die in gesponsorde programma's. Strauss werd ook een vertrouwde stem in een groot aantal radio drama's van de jaren 30 waaronder Buck Rogers in the 25th Century (CBS), ... .

In 1932 speelde hij de rol van "Inchy Spencer" in The Stebbins Boys sketches op radio. Parker Fennelly en Arthur Allen speelden er ook hun gekende rol als oude knorpotten met een hart van goud. De rolverdeling zag er als volgt uit: Esley Stebbins (Arthur Allen), John Stebbins (Parker Fennelly), Hobble Stevens (Harry Humphrey), Virginia Pennypacker (Adeline Thomason), en Inchy Spencer (Robert W. Strauss).

In het Eno programma (25 - 26 april 1933) werd de rol van Tobias Winslow gespeeld door Robert Strauss, Meeker door Junius Matthews, Yeager door Walter Soderling en Eddie Jackson, krantenfotograaf speelde zichzelf.

De cast van "Moonshine and Honeysuckle" Stanford, Ben Lackland (David), Theresa Whittler (Gypsy). Louis Mason (Clara), Ann Elstner (Cracker) Bradley Barker (Len Boyd en "Bones") en Sara Haden (Piney). Neerzittend: Lulu Vollmer en Robert Strauss (1933).
Boven: De cast van Moonshine and Honeysuckle Stanford, Ben Lackland (David), Theresa Whittler (Gypsy). Louis Mason (Clara), Ann Elstner (Cracker) Bradley Barker (Len Boyd en "Bones") en Sara Haden (Piney). Zittend: Lulu Vollmer en Robert Strauss (1933).
 

In de cast of Moonshine and Honeysuckle (NBC, 1933-1936). (zie hierboven) vertolkte Robert Strauss de rol van Pink.

De auteur Lula Vollmer, wiens Moonshine and Honeysuckle twee jaar lang wekelijks op de radio was te horen was in 1934 opnieuw te horen met een komische reeks rond bergbewoners genaamd Grits and Gravy. De afleveringen beschreven de lotgevallen van Cahe Crump, een wat luie bergbewoner maar onverbeterlijke positivist die een 'roeping' krijgt om priester te worden. Samen met Cahe hoorden we ook zijn vrouw Sugar, een zoon Lips en andere typische figuren. Robert Strauss, zelf afkomstig uit de bergen van Tennessee kreeg de hoofdrol. Anderen die meededen waren Marjorie Mayne, William Anthony Janney, George Gaul, Fred Stuart en Peggy Paige.

Bob Strauss gaf ook gestalte aan Nappy Beagle in Lulu Vollmer's sketch/serie over zuidelijke bergbewoners The Widow's Son (1935-1936).

In 1936 werd een vervolg gebreid aan het radio succes van Moonshine and Honeysuckle met optreden in theaters door het land onder regie van de auteur, Lulu Vollmer, daarin speelden Robert Porterfield, Robert Strauss en Theresa Whittler.

Toen het nieuwe stuk Having a Wonderful Time op 20 februari 1937 in het Lyceum in New York in première ging, had Bob Strauss een kleine rol als een van de Berkshire-kampgasten, ook wel bekend als "de hillbillies van de Bronx."

Op 29 maart 1937 werd een nieuwe dramatische reeks aangekondigd genaamd Our Gal Sunday. De serie was gebaseerd op het toneelstuk waarin Ethel Barrymore de beroemde zin uitsprak "That's all there is, there isn't any more!". Het werd uitgezonden van maandag tot en met vrijdag tussen 12:45 en 13:00.  De sketches beschreven de avonturen van een jong weesmeisje dat werd opgevoed door twee oude mannen die als voogd optraden en er op toe zagen haar door het moderne leven in een mijnstad te leiden. Evelyn Abbott speelde de hoofdrol.  Robert Strauss en Jay Jostyn waren respectievelijk te horen in de rol van de oude mijnwerkers "Lively" en "Jackie". Our Gal Sunday werd uitgezonden op CBS tussen 1937 en 1959.

Mrs. Wiggs of the Cabbage Patch ging in première op CBS op 4 februari 1935 om een jaar later te verhuizen naar NBC waar ze tot 23 dec 1938 werd uitgezonden.  Tussen 1936 en 1938 was Strauss meerdere malen te horen als "Pa Wiggs".

CBS sloot zijn Shakespeare Cycle af met "Twelfth Night" (CBS, 30 augustus 1937) en een sterrencast: Tallulah Bankhead, Helen Menken, Cedric Hardwicke, Orson Welles, Estelle Winwood, Robert Strauss, Burford Hampden, Ray Collins, Sydney Smith en Mark Smith.

Eugene O'Neill presenteerde 4 drama's in The O'Neill Cycle (NBC-Blue). Het tweede stuk "Beyond The Horizon", met Margale Gillmore & James Meighan werd beschreven als "een uitschieter", hoewel Robert Strauss "de leeftijd van de oom wat overdreef". Op 16 augustus 1937 presenteerden ze "Where the Cross is Made" ondersteund door Parker Fennelly, Helen Choat en Robert Strauss.

Toen de jeugdreeks The Adventures of Jungle Jim in augustus 1937 op radio herbegon, werden Ed McDonald en Bob Strauss geïntroduceerd als nieuwe leden van de cast.

In 1935 werd Hillbilly Heart-throbs (die op 22 mei 1933 in première ging, en ook gekend was als Heart-throbs of the Hills) hernoemd naar Dreams of Long Ago (NBC 6 nov 1935 - 30 nov 1938) het was een drama gebaseerd op de tekst van oude folkliedjes en werden gebracht als een musical. Te beginnen op 10 oktober 1937 speelde Robert in zowat 20 afleveringen mee, de laatste keer op 9 oktober 1938.

Casey Jones (Fulton Theatre, Feb 19. - Mar 1. 1938) werd op Broadway opgevoerd door de Group Theater met Van Heflin, Charles Bickford (als Casey) en Strauss in de rol van "Jones". Elia Kazan was de regisseur.

Nog steeds ongetrouwd kocht hij in 1938 een huis op de weg van Cold Spring naar Carmel zowat 500 meter van Mckeel's Corners en voerde er verschillende verbouwingen uit.

Yankee Fable, het komische toneelstuk van Lewis Meltzer (National Theater, D.C. 31 oktober - 5 november 1938) met Ina Claire en Henry Daniell in de hoofdrol had Robert Strauss als onderdeel van de ondersteunende cast.

CBS zond een kwartier durend avonturenverhaal uit genaamd Howie Wing (1938). Howie was een heldhaftige jonge piloot bij het Cadet Aviation Corps die later de co-piloot werd van Kapitein Harvey, tevens eigenaar van de Zuid-Amerikaanse luchtvaartmaatschappij. Sponsor Kellogg zou in januari 1939, de serie promoten door, voor het eerst, Sponsor Kellogg zou in januari 1939, de serie promoten door, voor het eerst, een radiouitzending live vanuit een vliegtuig uit te zenden, "Howie Wing, a Saga of Aviation". (Jan 20, 1939).een radio-uitzending live vanuit een vliegtuig uit te zenden, Howie Wing, a Saga of Aviation. (Jan 20, 1939). De rolverdeling bestond uit: William Janney (Howie Wing); Mark Parker (Donna Cavendish); Neil O'Malley (Capt.Harvey); Robert Strauss (Typhoon Tootel); Raymond Bramley (Burton York). Typhoon naderde dan wel de 50 maar was als mechanieker nog steeds top. In de oorlog deed hij onder Harvey dienst, en sindsdien waren beide hechter dan broers, alhoewel de kapitein reeds geprobeerd had zich los te maken. Als nieuwe figuur in de show zorgde hij voor de komische noot. 
Boven rechts: Sponsor Kellogg zou in januari 1939, de serie promoten door, voor het eerst, een radio-uitzending live vanuit een vliegtuig uit te zenden, Howie Wing, a Saga of Aviation. (Jan 20, 1939). 

The Magical Key (Blue) was een muzikale variétéshow die op 11 juni 1939 de komische sketch "The Tridget of Greva" bracht met Parker Fennelly, Mark Smith en Bob Strauss.

George Zachary, een jong kaderlid bij CBS speelde met het idee om een radio detective op poten te zetten van een uur lang waarin de luisteraars hun kennis en kunde konden meten met die van de hoofdrolspeler. Hij zocht een schrijversteam dat op wekelijkse basis hiervoor een script kon afleveren. Fred Dannay & Manfred Lee voorzagen de scripts voor de 1-uur-lange episodes van The Adventures of Ellery Queen (CBS, 18 juni 1939 - 18 feb 1940). Robert Strauss speelde in dit eerste seizoen de rol van Doc Prouty. Om te voorkomen dat het plot zou uitlekken door de acteurs hield Zachary de finale vaak geheim tot aan de laatste algemene repetitie. De acteurs organiseerden dan ook een soort wedstrijd om de schuldige zelf te ontmaskeren voor de finale bekend werd. Ted de Corsia  (Velie) en de eervolle tweede Robert Strauss (Doc Prouty) waren naar verluid de meest frequente winnaars.

Bobby Strauss verving Parker Fennelly als Lem Stacy in Your Family and Mine (NBC, 22 aug 1939 - 26 april 1940).

Op 1 september 1940 was hij samen met Jean Adair te horen in Home Remedies, een ochtenduitzending die geadverteerd werd als "alweer een Merritt P. Allen komedie".

 
intentionele zelfmoord
Robert W. Strauss (1940)Robert W. Strauss werd dood teruggevonden in de wagen van zijn garage op de ochtend van 11 november 1940. Hij stierf door CO-vergiftiging. Hij werd teruggevonden door de opzichter van het terrein Charles Harmon. Harmon had Strauss laatst op zaterdagmiddag gezien en ontdekte het lichaam wanneer hij op maandag terug aan het werk wilde gaan. Robert Strauss had zowat anderhalf jaar (alleen) in het eigendom gewoond. Hij liet drie brieven na, waarvan hij in financiële problemen aangaf als reden voor zijn zelfmoord. Een was geadresseerd aan Mr. Harmon, met instructies voor de zorg aan het eigendom; een ander bevatte instructies om de lijkschouwer te verwittigen en ten slotte één gericht aan zijn familie in Chattanooga, Tennessee, waar Strauss was geboren en het overgrote deel van zijn leven had doorgebracht.

Lijkschouwer David Cathcart, uit Cold Springs, werd opgeroepen alsook wetsdokter Dr. Coryell Clark, die uiteindelijk de man dood verklaarde. Er wordt verondersteld dat hij op 9 november overleed. De lijkschouwer bevestigde de uitspraak "intentionele zelfmoord" en beval dat het lichaam zou worden overgebracht naar de begrafenisonderneming Cunningham in Cold Spring, waarna het werd overgebracht naar Chattanooga.  Hij werd daar op 14 november met militair eer begraven. Hij werd overleefd door een broer en zus, beide uit Tennessee, twee neven, twee nichten en een achternicht.
 
Notities:

* In het jaarboek van 1904 van Lehigh University wordt hij vermeld met de cursusafkorting "Met." Zijn adressen zijn 431 Cherokee St., South Bethlehem en 418 Cherry Street, Chattanooga, Tennessee. Hij was een undergraduate lid in 1904 (Delta Ypsilon) en lid van de Lehigh University Mandoline Club (Eerste Mandoline '04).

** Clara Kimball huwde met James Young (zijn 2de vrouw) en werd beroemd in de film onder de naam Clara Kimball Young.



Alle vermelde data voor films zijn voor de officiële release in de VS.
Alle vermelde data voor TV programma's zijn die van eerste uitzending.
Alle vermelde data voor (radio)toneelstukken zijn voor de periode waarin de acteur erbij betrokken was.

De feiten in het rood moeten nog bevestigd worden.

Klik op Uncle Sam als je denkt ons te kunnen helpen...!  Klik als je denkt ons te kunnen helpen...!

Andere referenties
(1) OTRPedia (09/2017 verkeerde geboorte en overlijdens datum)
(2) Find a Grave

(3) Playbill.com
(4) IBDB (voor de periode tot 1940)

Robert Strauss (1913-1975)  -- KLIK VOOR MEER -- ...Dit profiel van de acteur hierboven maakt deel uit van Ellery Queen a website on deduction. Deze acteur speelde de rol van Doc Prouty in de eerste radioserie.
Vele van de profielen op deze site zijn samengesteld na zeer nauwgezet onderzoek van diverse bronnen. "Please quote and cite ethically!"

Eerder werd, verkeerdelijk, aangenomen dat het een andere acteur ook genaamd Robert Strauss betrof. Het (Engelstalig) profiel van die acteur bieden hier we ook aan. (Klik op zijn foto voor meer...)


Pagina aangemaakt 17 sep 2017  
Laatste update 26 mei 2024
  

t e r u g   n a a r    L i j s t   v a n   V e r d a c h t e n


 
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie?  | Q.E.D. | Moord en scene | Nieuw | Auteursrecht
Copyright © MCMXCIX-MMXXIV   Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden.