e Queens waren
gehuisvest in een van West 87th Street's
resterende "bruinsteengevels". een overblijfsel
uit laat Victoriaanse tijden.1
Een
"brownstone" is een rood of bruingekleurd type zandsteen die haalt
uit de vallei van de Connecticut Rivier en uit centraal New Jersey. Gezien
het zo makkelijk te vinden was in de streek rond New York, werd het een
populair bouwmateriaal voor de middenklasse in Manhattan en Brooklyn. De
keuze om er te gaan wonen is grotendeels te danken aan de grote invloed van de zoon op de
vader. Ze woonden driehoog op de hoogste verdieping van een sprankelend oud herenhuis.
"Je liep de bijna volledig met tapijt bekleden trappen op, door bijna
eindeloze hallen met een bijna deprimerende rechtheid."1
Het leek een ontluisterende plaats1
tot je de enorme, door de tijd gelouterde, eiken deur
bereikte waarop een plaat was bevestigd met daarop "The
Queens". Een motto met mooie letters en netjes
gekaderd.1
Enkel in The Last Man Club (1941) een verhaal dat
gebaseerd is op één van de vroege hoorspelen horen we Ellery ook effectief
zijn huisnummer prijsgeven: "Ellery Queen, officer, 212-A West
Eighty-Seventh Street".
Wellicht door de te makkelijke verwijzing naar dat
andere wereldbekende adres in Baker Street werd het niet overgenomen het
overgrote deel van de "belangrijke" verhalen. Maar de vermelding
hier blijft wel een feit.
20
De foyer
Eens voorbij die deur werd men overweldigd door de geur van oud leder en
mannelijkheid. De kleine smalle bijna "Gotische" voorkamer
of foyer was zo smal en lang dat ze onnatuurlijk
torenhoog leek.1
Daarin hing een groot wandtapijt met een
jachttafereel. Dit was nog een
geschenk van de Hertog - in ruil voor discrete diensten die de Inspecteur ooit betoond
had (het voorkomen van een onverkwikkelijk schandaal voor
diens zoon).1
Beide hadden een grondige hekel aan het geheel, maar het was Ellery
die de Inspecteur ervan weerhield om het allemaal,
de antieken meubels inclusief aan de verkoopzalen toe te vertrouwen."Onder
het tapijt stond een zware bijzettafel waarop een lampkap en een paar van
bronzen boekensteunen die een driedelige set van de Arabian Nights' Entertainment
rechtop hielden. Twee stoelen en een klein tapijt vervolledigden de foyer. Wanneer
je door deze bedrukkende ruimte wandelde, altijd dreigend bijna altijd
lelijk, was je op alles voorbereid behalve op de perfecte vrolijkheid van de
grote kamer die erachter lag..."1
De woonkamer
Drie
muren waren tot aan het "betegelde", van een eiken rand voorziene plafond compleet
verborgen door boeken. Ellery's enorme collectie
boeken over geweld en de
inspecteur's kostbare snuifdoos contrasteerden met de vrolijke
woonkamer en bibliotheek. De vierde muur had in het midden een grote open vuurhaard met een
weidse eiken mantel waarin een eigenaardig
glimmend ijzerwerk zat
verwerkt. Boven de haard vond je de
gekruiste zwaarden, die
de Inspecteur nog gekregen van zijn
schermleraar waar hij
inwoonde toen hij in Neurenberg
Duitsland studeerde. Oude
lampen, koper, massief houten meubels, stoelen, divans, voetstoeltjes,
lederen kussens, asbakken, een pijpenrek1.... Zo hing er
ook een uitstekend portret van
vader en zoon door Thiraud. Het ontbijt werd gebruikelijk
genomen aan de oude walnoten tafel en de Inspecteur had er ook een favoriete armstoel.
Op
een bijzettafeltje stond een telefoon.
Naast het venster in de woonkamer stond een "krakende oude machine" waarop Ellery zijn typwerk verrichte.
Boven:
De tv-reeks Ellery Queen uit 1975-76 met Richard
Queen en Ellery in hun woonkamer.
In Challenge to the Reader
(1940) beschreef
JJ McC een kamer van het Queen appartement - de
grootste kamer - voor privégebruik met een zetel voor het haardvuur. Ze
lieten geen ruimte over voor het ophangen van de gebruikelijke Engelse
jachtafdrukken en het monteren van hertenkoppen met droevige ogen, aangezien
elke centimeter van de beschikbare wandruimte van vloer tot plafond was
bekleed met planken. Dhr. Queen had er de meest complete bibliotheek van
misdaadliteratuur en detectivefictie ter wereld om zich heen verzameld.
En verder...
Iets verder op waren de slaapkamers voor elk van de Queens en een kleine
kamer voor Djuna. De kitchenette werd volledig beschouwd als het Djuna's domein. In
de latere werken vernemen we het bestaan van een bureel achter Ellery's slaapkamer.
Waarin ook een extra telefoonlijn was voorzien. Daar
Djuna dan niet meer in de verhalen voorkomt vermoeden we dat het hier
allicht Djuna's ex-kamer
betreft. Op de tafel naast het bed staat bij Ellery ook een koperen asbak. (King is
Dead)
Cat of Many Tails maakt melding van een lopend dispuut met de
verhuurder over de "maan topografie" van het plafond van Ellery's
studeerkamer.
Gedurende hun verblijf in Italië (zie JJMcC)
werd hun huis ingericht als half-museum voor de curiosa die ze hadden
verzameld in de loop van hun carrières.
Ellery laat zijn Duesenberg onderhouden in een garage
in West 87th street (Finishing Stroke). In 1972 werd New York's
West 87th Street tot een winkel omgetoverd. Vertrekkende van een parkeergarage met ruimte
gelijk aan drie parkeerplaatsen stichtte Dilys Winn, een New Yorkse schrijver en
mysterie-liefhebber die het geijkte uitzicht van de meeste boekwinkels en zijn bedienden
beu was, Murder Ink, wereld's eerste publieke boekwinkel met enkel en alleen detectives.
Vandaag de dag zijn er reeds tientallen de wereld rond.
NAAR PAGINA:
1 2 3 4 |
|