ichard Hart (14 apr 1915 - 2 jan 1951) | |
Lengte: 1m 83 Partners: (1) Gehuwd met Eugenia Getchell (1938 - 1941, gescheiden) Zoon: Christopher Comstock Hart Rawson (2) Gehuwd met Louise Kanazireff Cadby aka Louise Valery (26 nov 1945 - 2 jan 1951, zijn dood), Kinderen: Hil(l)ary (13 dec 1946 - ) en Sheila (1949 - ). Buitenechtelijk kind met Phyllis Eileen Buswell: Richard Lee Hart (2 sep 1947) (3) Samenwonend met Felicia Montealegre (1948 - 1951, zijn dood) Broer: Henry C. Hart Jr. (acteur) (23 jun 1913 - juli 1986) Zus: Alice Hart (Blackburn) ( 16 aug 1916 - 5 aug 1995) |
|
Boven rechts: Foto van een jonge Richard Hart. | |
Geboren in Providence, Rhode Island als Richard Comstock Hart op 14 april. 1915. Hart was de zoon en kleinzoon van Henry Clay Hart en Richard Borden Comstock, vooraanstaande advocaten uit Rhode Island. Zijn moeder was Marjorie Stewart Comstock. Zijn flair voor acteren bleek al tijdens zijn jeugd toen hij regelmatig met zijn broer en zus in de achtertuin toneelstukjes opvoerde. Maar het duurde lang voordat hij aan acteren dacht als iets anders dan ontspanning. Na de Moses Brown School studeerde hij in 1936 af in psychologie en Engels aan de Brown University met de sterke intentie om journalist te worden en blonk uit in sport. In zijn juniorjaar was hij All-American center half-back (1935) in voetbal. Hij heeft nooit meegedaan aan een toneelstuk op school. In de lente van zijn laatste jaar op Brown, stuurde hij zijn aanvraag naar Columbia University voor postgraduaat werk in de journalistiek. Rond die tijd waren enkele jongens in de "fraternity" (hij was een Alpha Delta Phi) van plan om naar Europa te gaan om er de zomer fietsend door Bretagne door te brengen. Dick's familie hoorde van dit project en vroegen of hij niet mee wilde doen met de andere jongens. Dat wilde hij en dat deed hij ook. Tegen de tijd dat hij thuis kwam, was het herfstsemester begonnen, en dat betekende meteen ook het einde van zijn cursus journalistiek. Maar de fietstocht maakte het meer dan goed, want hij zag geschiedenis in wording zoals maar weinig jonge mannen de kans krijgen. "Het regende bijna de hele tijd," vertelde Dick ooit, "maar ik had een geweldige tijd. We gingen door Bretagne en verder naar Heidelberg en door het Zwarte Woud. We zagen Hitler in München - het was 1936, en er was toen nogal wat aan de hand. Hij reed door de straat in een open auto, vergezeld door een heleboel stormtroepen. Ze hadden een grote nazivlag voor het monument voor de Onbekende Soldaat, en alle Duitsers, als ze langsreden, salueerden en riepen: 'Heil Hitler!' Ze drongen er niet op aan dat toeristen hetzelfde deden, maar ze verwachtten wel dat je dat deed. Wij deden dat niet, en als vuile blikken dodelijk konden zijn, zou ik er nu niet over vertellen. We hadden een duidelijk gevoel dat hoe sneller we daarna vertrokken, hoe beter het zou zijn, en we verspilden er geen tijd aan." Eens thuis voelde Dick dat hij iets moest gaan doen, en hij koos voor de verkoop - niet omdat hij dacht dat hij het leuk zou vinden, maar omdat hij wist dat hij het zou haten! "Zie je, in New England," legde hij uit, "heb je zoiets van: als je iets haat, moet je het doen. Ik kon me niets ergers voorstellen dan van deur tot deur tijdschriften te verkopen, dus besloot ik dat te doen! Ik herinner me dat ik in Bedford was op het moment dat de World Series bezig was. Op een dag liep ik een winkel binnen waar veel mensen rond de radio zaten te luisteren naar de wedstrijd, en ik begon mijn verhaal. Ze draaiden zich allemaal om, keken me aan en riepen, 'Hou je kop!'. Ik was niet goed in dat tijdschriftengedoe, dus ik gaf het al snel op. Toen verkocht ik kolen en olie, tot ik geen vrienden meer had. Ik kon alleen nog maar aan vrienden verkopen." Drie jaar lang na zijn mislukte carrière als verkoper werkte hij voor het bedrijf Gorham Silver (Ware). In die periode begon Dick met zijn hele familie - moeder, vader, broer en zus - bij de Providence Players te werken, van decorwissels tot het spelen van kleine rollen. Dit was allemaal voor de lol, en toch zag Dick acteren nooit als een manier om in zijn levensonderhoud te voorzien. Kort na zijn afstuderen trouwde hij in 1938 met zijn tienerliefde Eugenia Getchell, en kreeg een zoon Christopher. |
|
In 1940 bracht het toeval hem in Tiverton, R.I. Op zoek naar een job
in een krant bezocht hij er een vriend Bert Hughes die directeur was van een
groep die bekend stond als The Shoestring Players. Het gezelschap was
wanhopig op zoek naar een jonge hoofdrolspeler voor een nieuw stuk, getiteld
The Princess and the Hitchhiker, en Dick werd overgehaald om de rol op zich
te nemen. "Ik wist niets van acteren, maar toen we uiteindelijk winst maakten en er plezier in hadden, wist ik meteen dat acteren mijn beroep was," zei hij zelf. The Shoestring Players waren georganiseerd op coöperatieve basis, dus naast acteren fungeerde Dick als klusjesman achter de schermen. De show werd opgevoerd in het gemeentehuis. De toegang bedroeg zestig cent, en toen er een mooie winst werd gemaakt, kreeg Dick een nieuwe kijk op het theatervak en besloot er mee door te gaan. Maar hij besloot om dan ook bij het begin te beginnen en schreef zich onmiddellijk in aan de Tamara Daykarhanova Dramatic School in New York, waar hij twee en een half jaar doorbracht om een grondige basis te verwerven in de grondbeginselen van het acteren, de spraak, dramatechniek, dictie, lichaamshouding. Hij deed ook een paar soap opera's op de radio om wat bij te verdienen. Daarna volgde een engagement in een zomervoorstelling in White Plains. Zijn eerste rol was met Tallulah Bankhead en Fred Keating in Her Cardboard Lover. Dick hoefde maar twee regels te spreken, en die werden eigenlijk nooit gehoord, omdat hij ze direct na Keating's entree moest uitspreken, wat altijd een daverend applaus ontlokte. In het Ridgeway Theatre, White Plains, speelde hij in verschillende stock producties. Hij had ook een semi-professioneel optreden op het toneel in een documentair toneelstuk gesponsord door het U.S. Agricultural Department (O.P.A.) en gepresenteerd in lokale filmtheaters. Daarin werd gepraat over voedselrantsoenering in oorlogstijd. Het heette It's Up to You, en was geschreven door Elia Kazan. Ervaring was alles wat Dick uit deze opdracht haalde, want de toegang was gratis. Toen hij in de zomer in New Jersey acteerde, vervreemdde hij van zijn vrouw om meer redenen dan alleen zijn nieuw gevonden roeping. Eugenia nam haar zoontje mee om een tijdje bij Hart in Manhattan te gaan wonen, maar ze was al voor zijn eerste verjaardag terug in Providence, en vroeg meteen een scheiding aan. Anderhalf jaar later trouwde ze met Jonathan Rawson. Tijdens een seizoen (1943) in het zomertheater van Cambridge, Massachusetts, speelde hij de tweede hoofdrol in Without Love, met Constance Bennett in de hoofdrol, en vormde hij daarin ook een team met de mooie kleine blonde Louise Valery. Hij en Louise hadden een vurige liefdesscène in het stuk, en Dick merkte al gauw dat hij steeds meer uitkeek naar deze bijzondere plek op de avond. Aan het eind van de eerste week wist hij dat hij hopeloos verliefd was. Enkele maanden later werd ze Mevr. Richard Hart. Louise Valery speelde in vele stukken die het gezelschap opvoerde vaak ook met Richard Hart dat was zo in Here's To Us (opening Jul 31. 1944), Winterkill (opening Sep 11. 1944). |
|
Na een kort Broadway optreden in Pillar to Post (dec
1943-jan 1944) kwam
Hart's grote doorbraak er toen hij, als jongere in een zomertheater in
het Brattle Playhouse in Cambridge, Massachusetts, John de heksenjongen speelde,
de hoofdrol in een nieuw stuk dat daar werd uitgeprobeerd, Dark of the Moon, a Legend with Music door Howard Richardson en William Berney.
Het ging zonder ophef van start in het Cambridge Summer Theater in Cambridge,
Massachusetts op 15 augustus. 1944. De volgende ochtend bereikten berichten over
de ongewone aantrekkingskracht ervan New York en de producenten begonnen te
bieden voor het recht om het naar Broadway te brengen. De
gebroeders Shubert namen hem en het stuk na zeven weken op tournee mee naar Broadway, waar het negen/tien
maanden liep in 1945. Tussen de voorstellingen van Dark of the Moon
door vond Richard Hart ook nog tijd om op tournee te gaan langs plaatselijke
scholen als Romeo in Romeo and Juliet. Daarna ging Dark of the Moon op tournee, ook naar Pittsburgh, waar het
de eerste week van januari 1946 in de Nixon speelde. Hart won een Theatre World
Award voor zijn debuut. Een Broadway run van 318 voorstellingen leidde
vervolgens tot een nationale tournee en een contract met Metro Goldwyn Mayer.
Nog steeds verliefd trouwde hij op 26 november 1945 in Manhattan met Louise Valery, die ook in Dark of the Moon
speelde (voor Broadway als the fair witch girl, later in een bijrol als Ella Bergen), ze kregen twee dochters.
De ceremonie vond plaats in de Collegiale kerk van St. Nicholas op Fifth avenue
en Forty-eight street. |
|
Boven links: Publiciteitsfoto voor Dark of the Moon. Op een bergkam in de Smoky Mountains speelt John de heksenjongen (Richard Hart) met de Comely Witches. Na het zien van Barbara Allen (links) wil John een mens zijn. De blonde heks (rechts) wordt hier gespeeld door Louise Valery. Boven rechts: Barbara Allen ontmoet de blonde heks (Louise Valery). |
|
Hij speelde de hoofdrol in Dark of the Moon op het podium van New York
toen Metro talent scouts hem voor het eerst benaderden. Hij stemde toe om naar
Hollywood te komen, maar niet op dat moment, omdat hij bij het stuk wilde
blijven. De Metro mensen gingen akkoord om een jaar te wachten. Dat was in maart
1945. Het volgende voorjaar, toen Dick met het stuk in Chicago was, ontving hij
een telegram van de studio, waarin hem gevraagd werd zich onmiddellijk te
melden. Tot hij in Californië aankwam, had hij geen idee voor welke rol hij in
aanmerking kwam, en hij had zelfs nooit een test gemaakt. Hij maakte zijn filmdebuut in Desire Me (aka A Woman of My Own, 1947). Een project dat geplaagd werd door allerhande problemen, waaronder een zwak script en bovendien ook conflicten tussen George Cukor en acteur Robert Mitchum. Cukor werd uiteindelijk ontslagen en de overgebleven scènes werd geregisseerd door maar liefst drie verschillende regisseurs (Mervyn LeRoy, Victor Saville, Jack Conway) en uiteindelijk naamloos uitgebracht. Geplaatst kort na WOII,vertelt het via flashbacks het verhaal van Marise (Greer Garson), haar echtgenoot Paul (Mitchum), en Jean Renaud (Hart), die beide samen gevangen zaten in de Duits kamp. Tijdens een ontsnappingspoging van dit kamp wordt Paul geschoten, en Jean zoekt Marise op. Daar bevestigt hij het eerder doorgesijpelde vermoeden dat Paul zou overleden zijn. Jean die voor Marise's charmes gewonnen vraagt haar uiteindelijk ten huwelijk. Maar Paul leeft nog.... |
|
Hierboven: Verschillende scènes uit Desire Me (1947) met Greer Garson en Richard Hart. |
|
Tijdens het filmen van één bepaalde scene
trok een enorme golf Garson en Hart
in zee. Hier volgt een
uitvoerige beschrijving van het incident.
Half april verhuisde het MGM gezelschap van 150 mensen op locatie naar Monterey, op de Victorine Ranch in de buurt van Mal Paso Creek. Greet was verheugd zo
dicht bij haar geliefde Quail Haven te werken en genoot ervan Richard Hart
en zijn vrouw te vergezellen op lokale shopping trips en historische
rondleidingen. Op de ochtend van de 19e speelden zij en Richard de "shrimping"
scène, Cukor had een plaatselijke visser, Vincent Sollecito, aangetrokken om
op te treden als technisch adviseur en de acteurs te leren hoe ze de
visnetten moesten gebruiken. |
|
Boven links: Kindactrice Gigi Perreau, Richard Hart en Lana Turner in Green Dolphin Street (1947). Boven rechts: Van Heflin en Richard Hart in Green Dolphin Street (1947). |
|
Hart toonde zijn groot potentieel in zijn tweede film
Green Dolphin Street (1947)
die gaat over twee zusters verliefd op één man.
Wanneer ze verkeerdelijk voor haar zus Marguerite (Donna Reed) wordt aanzien,
trekt Marianne
Patourel (Lana Turner) naar de Antipodes, om er met
Marguerite's op vlucht zijnde verloofde te trouwen, dit is een deserteur uit
de Britse marine William Ozanne en wordt gespeeld door Hart. Tijdens het filmen op een avond eind december 1946, kort voordat hun baby verwacht werd - korter dan ze beseften - woonden de jonge Harten een voorvertoning van Hart's eerste film bij. Terwijl de film zich afspeelde, was mevrouw Hart zich bewust van waarschuwingssignalen. Toen ze uit de bioscoop kwamen, ging ze, in plaats van naar huis te gaan, meteen naar het Cedars of Lebanon ziekenhuis, waar kort voor middernacht een dochtertje geboren werd - en dat op de avond van vrijdag de 13e! Natuurlijk werd de gebeurtenis de volgende dag gevierd op de set van Green Dolphin Street. Lana Turner, wier attentheid welbekend is, organiseerde de affaire, en het hele bedrijf en de crew gaven een hilarische douche voor Dick, waarbij ze hem letterlijk ondersneeuwden met allerlei grappige cadeaus en praktische zaken als luiers, boeken over de verzorging en voeding van baby's, etc. |
|
Boven links: Richard Hart met Louise Valery en hun dochter Hilary. Boven rechts: Mr. en Mevr. Richard Hart, (in 1947) tijdens hun eerste bezoek aan Californië, om er de originele hoofdstad Monterey te zien. Eerste halte brengt hen bij het First California Theater uit 1845. Het theater doet nu dienst als State Museum. |
|
Pas op het eind van de lente van 1947 had Dick tijd voor een vakantie. Huwelijksreis noemden ze dat, want daar was tijdens hun huwelijk of daarna geen tijd voor geweest. Bij de eerste gelegenheid vertrokken ze, baby en al, naar Ensenada, Mexico, waar ze enkele weken doorbrachten in het gezelschap van haar grootmoeder! In de daaropvolgende maanden van vrijheid van werk kwamen de ouders van Dick uit Providence om hen een paar weken te bezoeken. Daarna brachten Dick en zijn vrouw nog een vakantie door in Palm Springs. Ze lieten de baby thuis bij een verpleegster, uit angst voor de woestijnhitte, huurden een kleine bungalow, fietsten door de hele woestijn en koesterden zich in de zon. | |
Boven links: Richard Hart en Barbara Stanwyck in B.F.'s Daughter (1948). Boven rechts: Promotionele foto voor B.F.'s Daughter (1948). |
|
Vervolgens speelde hij in B.F.'s Daughter
(1948).
Barbara Stanwyck speelt hierin Polly Fulton,
een rebelse dochter van
de rijke
industrieel (Charles Coburn). Polly trouwt met een
conservatieve professor economie Robert S. 'Bob' Tasmin III (Richard
Hart), maar uiteindelijk ergert ze zich aan zijn
waardenbesef en verlaat hem voor professor
sociologie Van Heflin. In Engeland, waar
de letters "B. F." stonden
voor het eufemisme "bloody fool",
werd de film van een nieuwe titel Polly Fulton voorzien. Vanaf 1948 had Hart een intieme relatie met actrice Felice Montealegre, met wie hij in verschillende toneelstukken had opgetreden. |
|
Boven links: Richard Hart en Louise Valery. Boven rechts: Voor de Ford Theatre aflevering "She Loves Me Not" (1949) instrueert regisseur Marc Daniels (R) (L naar R) Judy Holliday, Richard Hart, Marsha Hunt, Paul Stewart. |
|
In 1949 speelde hij mee in Reign of Terror
(aka The Black Book)
als François Barras. Ook Robert Cummings,
Arlene Dahl, Richard Basehart en Arnold Moss waren er in te zien. Deze film was
eigenlijk "The French Revolution" gebracht als film-noir. Hij verliet dan vrijwillig MGM om terug op het podium te gaan. Eens terug in Broadway verscheen hij in een flop, Leaf and Bough (1949) en nam over van Sam Wanamaker in Goodbye, My Fancy (1949) en hij hat er een hit als de originele Uncle Desmonde in The Happy Time (1950-51) tegenover Claude Dauphin en de jonge Eva Gabor. |
|
Boven links: Richard Hart en Eva Gabor in The Happy Time: Een liefdeshinderlaag wordt opgezet door Nonkel Desmonde terwijl hij, de mooie Mignonette, één van zijn vele medailles opspeldt. Zij is een vaudeville acrobate die meid werd, en haar charmes beginnen hem te raken... Boven rechts: Desmonde brengt een Valentino imitatie: Nu komt hij dichter met de ogen. Hij wiebelt zijn neus. "Niks aan om je neus te laten wiebelen, het vraagt alleen een zekere ernst in de doelgerichtheid. Nu fladdert hij met zijn neusvleugels...en nu de tanden! Met een lach alsof hij net een vis rook. Buigt hij de vrouw achterover, wat alleen een weinig medewerking vraagt...en nu kust hij haar". Mignonette verwijt hem een man te zijn, die de kousenbanden van alle vrouwen verzamelt, maar huwt hem uiteindelijk toch. |
|
Tussen 1949 en 1950 maakte hij verschillende keren zijn opwachting op televisie in series als The Ford Theatre Hour , Studio One, The Philco Television Playhouse, NBC Presents, The Silver Theater en Masterpiece Playhouse (met rollen als Eilert Lovborg in Hedda Gabler en Marc Antony in "Julius Caesar"). Voor The Philco Television Playhouse hernamen Carol Stone en Richard Hart hun Dark of the Moon rollen in een aflevering uit 1949. | |
Richard Hart, groot, stoer en voorzien van een
wat misplaatste Errol Flynn
snor, was de ster
van The Adventures of Ellery Queen
ook gekend als "a Kaiser-Frazer Adventure in Mystery"
(Rechts).
Dit was de eerste tv-serie die probeerde Ellery Queen in beeld te
brengen en ze werd live uitgezonden. Voor een Dumont net program
was ze goed gemaakt.
Florenz Ames
speelde zijn vader, Inspecteur Richard Queen.
De show verscheen op het
Dumont Network in 1950 en elke
aflevering was 25 minuten lang. Hart was een sympathieke hoofdrolspeler (ook al had hij een ongerijmd potlooddun snorretje), maar hij was zwaarder dan alle voorgaande Ellery's. Hij was ook bedreven in het negeren van de fouten die bijna elke live uitzending van die tijd teisterden. Tijdens de introductie van een aflevering wordt Ellery verondersteld te stoppen met het typen van zijn laatste roman als hij het publiek "opmerkt". Hart keek op van de machine net toen hij de rolbeugel van de typemachine terugduwde, waardoor een vaas van het bureau viel, buiten beeld, en daarna nooit meer gezien of erkend. Hart maakte slechts elf afleveringen (waarvan er drie gebaseerd waren op eerder gepubliceerde Ellery Queen verhalen, en een vierde, "The Blind Bullet," die een plot had dat later werd gerecycleerd in de roman The King Is Dead uit 1952), en was de twaalfde aan het repeteren toen hij stierf aan een hartaanval. Ironisch genoeg was die aflevering getiteld "The Survivors' Club." Dus na slechts vier maanden, minder dan een derde van het seizoen, op 2 januari 1951, kreeg Hart een hartaanval tijdens een repetitie en stierf in het French Hospital, kort nadat hij daar met spoed heen was gebracht. Binnen vierentwintig uur werd Lee Bowman als vervanger binnengehaald. Hij was slechts 35 jaar oud. Binnen de vierentwintig uur werd Lee Bowman binnengehaald als vervanger in de Ellery Queen serie. Nadat ze ook had samengewerkt in Studio One, speelde actrice Felicia Montealegre ook samen met Hart in verschillende EQ afleveringen. Na haar relatiebreuk met Leonard Bernstein in december 1947, was Felicia Montealegre verliefd geworden op Richard Hart. Toen ze hoorde van Hart's hartaanval ging ze meteen naar hem toe. Leonard ging mee en was bij haar tijdens de crisis. Hart stierf later die nacht. Ze rouwde als een weduwe om de dood van Richard Hart. Felicia verzoende zich met Leonard en dat leidde tot hun huwelijk in september later dat jaar. |
|
Notities: Alle vermelde data voor films zijn voor de officiële release in de VS. Alle vermelde data voor TV programma's zijn die van eerste uitzending. Alle vermelde data voor (radio)toneelstukken zijn voor de periode waarin de acteur erbij betrokken was. De feiten in het rood moeten nog bevestigd worden. |
|
Klik op Uncle Sam als je denkt ons te kunnen helpen...! | |
Andere referenties
Bijkomende video & audio bronnen
|
|
Dit profiel van de acteur
hierboven maakt deel uit van
Ellery Queen a website on deduction.
Deze acteur speelde de rol van Ellery
Queen in een Ellery Queen
TV serie. Vele van de profielen op deze site zijn samengesteld na zeer nauwgezet onderzoek van diverse bronnen. "Please quote and cite ethically!" |
|
Pagina aangemaakt voor 22 mei 2016 Laatste update 8 april 2022 |
t e r u g n a a r L i j s t v a n V e r d a c h t e n
|
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie? | Q.E.D.
| Moord en
scene | Nieuw |
Auteursrecht Copyright © MCMXCIX-MMXXIV Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden. |