lorenz
Ames
(6 jan 1883 - 11 feb 1958) |
Lengte: 1m 67 (5' 6")
Ogen: bruin
Huwelijken:
(1) Mary F Irons (26 nov 1908
in Dubuque, Iowa -
2 apr 1919 scheiding)
(2)
Adelaide L. Ring aka Adelaide Harland aka Adelaide Winthrop
(2 okt 1919, Philadelphia - 13 okt 1923, haar
dood)
(3) Helen Jost(o) (31 dec 1923,
Washington D.C. - 10 feb 1930, scheiding)
(4)
Alice O'Donnell (3 jul 1930
in Greenwich, Conn -
aft. 1950 ?)
Zoon Robert (moeder Helen?) |
|
Geboren als Florence Sebastian Kolb in Rochester,
New York op 6 januari 1883*. Zijn vader Frank (Franz J.), een kleermaker, was
Duits, en zijn moeder Louisa L. (alias "Louise") Weisenberger/ Weisenburg
werd geboren in Rochester, Monroe.
Later na WOI gaf Florenz aan dat zijn beide ouders uit de V.S.
afkomstig waren, volgens een artikel in The New York Sun
uit 1925, zou Florenz zelf in Duitsland zijn geboren. Dit zou dan Schifferstadt,
Ludwigshafen, Pfalz, Beieren, Duitsland zijn waar zijn ouders vandaan
kwamen (zijn grootouders waren Frans).
Zijn broers en zussen waren Francis Thomas Kolb (1877 -
1878), Frank Philip Kolb (1879-1960),
Albert Benjamin Kolb (1881-1969).**
Zijn liefhebbende ouders hem,
overigens zonder speciale reden, "Florence" noemden. Dus niet Florenz,
maar wel degelijk Florence. Jammer genoeg voor de toekomstige acteur
werden jongens en meisjes in die tijd in Duitse scholen van identieke
schooluniformen voorzien, en droegen beide lange krullen. Hierdoor werd
de jongen op school frequent voor meisje aanzien en werd zelfs verplicht
om bij de meisjes te gaan zitten. Toen hij zich hierover bekloeg bij de
leraar, kreeg hij prompt een vermanend briefje mee naar huis waarin zijn
ouders werden terechtgewezen voor het feit dat ze een dochter opkweekten
die aan de jongenszijde van de klas wou zitten.
Pas toen zijn ouders de zaak op school kwamen bepleiten ging de leraar
geloven dat hij echt een jongen was. Tot groot jolijt van de andere
jongens op school die geen kans lieten liggen om de jongen met
meisjesnaam te pesten. Het was zijn onmiskenbaar mannelijk talent als
vechter die een einde aan deze beproeving maakte.
De climax kwam bij het
afstuderen waarbij het hoofd van de school, die niet elk van de
leerlingen persoonlijk kende, de naam "Florence, Ames'' op
het diploma las en "Miss Ames" naar voren riep.
"Nu is het genoeg geweest," zei zijn vader, "We
gaan 'Florence' naar Florenza veranderen'" en zo
geschiede.
Hij verwierf het Amerikaanse staatsburgerschap in
oktober 1890 en hij werkte in 1900 in een drogisterij.
Op 20-jarige leeftijd begon hij zijn toneelcarrière
rond 1903 als jongenssopraan in George Evan's vrolijke productie The Good Old
Summertime in Rochester.
Naar verluid kreeg hij toegang tot Broadway toen een lieve, "of
niet zo lieve, ik weet het niet meer nu," zangeres hem een
duet hoorde zingen met zijn moeder, zelf een koorzangeres, en hem een
aanbevelingsbrief gaf voor Julius Witmark,
de muziekuitgever uit New York, en hij kreeg prompt een baan als chorus
jongen.
Zonder ooit een zangles achter zijn naam, - zelfs, gaf Ames zelf toe,
zonder een echte zangstem - kon hij toch een jaar lang de baan behouden.
Rond 1906 had de acteur een korte filmervaring die
slechts twee weken duurde. De producent was een man genaamd Marion. Zijn
uitrusting bestond uit een camera en een rol touw. De studio was een
veld op Long Island, en het touw werd gebruikt om het podium af te
bakenen. Je moest binnen de lijnen blijven anders werd je niet
geregistreerd. Ames werkte in drie of vier korte films. Hij speelde
Touchstone, met Lew Cody als Jacques, in een gecomprimeerde versie van
As You Like It. De week daarop werkte hij een dag in een
omgebouwde kas, die dienst deed als studio in Astoria. Een energieke
regisseur schreeuwde tegen een groep spelers, en een vrouw bood aan de
toneelkomiek aan te bevelen voor een baan, omdat er een tekort was aan
acteurs op het terrein. "Ik zou de baan niet aannemen al gaf hij me
een bonus," antwoordde Ames. "Ik ben afgekickt van dit spel. Er
is niets aan." De energieke regisseur was Cecil B. de Mille.
Op 26 nov. 1908 trouwde Florenz met Mary F. Irons,
een actrice en dochter van William H. Irons en Laura Fleming in Dubuque,
Iowa.
Florenz Ames begon dus eerder laat aan zijn acteercarrière. Hij begon
hij zijn artistiek leven als zanger en danser in vaudeville,
en bracht kleine sketches met zijn toekomstige vrouw Adelaide "Alice" Winthrop
(Dit terwijl hij nog gehuwd was met Mary).
|
Onder links: Een nog jonge Florenz Ames, datum onbekend. |
Het
muzikale toneelstuk The Three Twins werd opgevoerd in Chicago
en New York voordat het in januari 1910 op tournee ging. De hoofdrol
werd gespeeld door Victor Morley en Florenz Kolb had deed mee in het
stuk. Kolb speelde in een gezelschap met Grace Van Studdiford in de
hoofdrol, in de komische opera A Bridal Trip (nov 1910) later
hernoemd tot The Paradise of Mahomet (Herald
Square, Jan 17 - Feb 4. 1911) waar Kolb Van
Studdiford assisteerde bij het maken van plezier en dit als Babouche (of Maboul), de
veelgeplaagde echtgenoot, zorgde hij voor veel lachsalvo's in de
productie. Het werd nadien nog opgevoerd binnen en buiten New York
(Grand Opera House, San Antonio, 21-22 apr 1911 en Cort
Theatre, N.Y. 12 nov 1911). We
weten verder ook dat Florenz en Adelaide optraden tijdens de hoogdagen van de
Morton Opera en Musical co. in Central Park, Allentown.
(1910 - 1911) Muziek
was dan ook een van de belangrijkste onderdelen van muzikale komedies.
Tot dat besef was Florenz Kolb ook gekomen toen hij in november 1912 aan het
hoofd van zijn eigen groep in het State Street Theatre Trenton
met The Girl of the Follies waarbij hij
Alexander Spencer, een muzikaal regisseur het programma liet
samenstellen.
In de zomer van 1912 zaten Florenz en Adelaide in de komische Summer
stock groep van The Shubert in Utica.
In mei 1913 werd gemeld dat het koppel net terug was uit Engeland waar
ze in het muzikale succes Everywife speelden.
Tijdens het zomerseizoen van 1913 kreeg Albany een stock company die
muzikale komedies zou opvoeren in The Colonial. Onder de beloofde
toneelstukken waren: The Belle of New York;
Three Twins; Forty-five Minutes from Broadway; Little
Johnny Jones; Havana; The Girl from Nowhere;
The Man Who Owns Broadway; The Telephone Girl; The Red
Mill; The Isle of Spice; Knight for a Day;
Madame Sherry; The Yankee Prince; The Chocolate
Soldier; The Time, the Place and the Girl en
andere. Regisseur Lewis J. Morton zorgde ervoor dat Madge Caldwell en
Miss May Emery als prima donna's optraden en Winfred Young was de tenor.
Florence Betts, Adelaide Harland, Florenz Kolb (die soms ook als
regisseur diende), Frank Shay, Albert Busby,
N.C. Merrick en Gus Buell maakten de cast compleet.
In oktober 1913 kwamen Florenz Kolb en Adelaide Harland terug naar The
Shubert in Utica om er hun (naamloze) slimme komedie, zang, praat- en
dansact te presenteren.
|
|
Boven: Advertentie voor de act van
Addie Harland en Florenz Kolb in The Orpheum (The Allentown Democrat,
11 jan. 1913).
Rechts: Florenz Kolb en Adelaide Harland respectievelijk gekleed als een
Nederlandse jongen en meisje die een muzikale satire introduceren genaamd
Evolutie, 1860 - 1920. |
|
|
Aanvankelijk traden ze nog op (minstens vanaf 1913) als "Kolb and Harland",
in 1914-1915 bracht dit duo nog een slimme kleine satire genaamd Evolution, 1860
- 1920 waarin ze de evolutie van de dans weergaven, van menuet tot
polka. Op 7 april 1914 werd Florenz gekozen als lid van "The White Rats
Actors' Union". In oktober 1914 lieten Florenz en Adelaide Harland een copyright
gelden tegenover Rosie Dolly and Martine Brown. Deze laatste deden, voor
het eerst, hun openingsnummer een Dolly-Brown act in een koloniale
setting en aankleding. Kolb en Harland deden precies hetzelfde na hun
openingsact. Volgens getuigen identiek maar voor Kolb en Harland liep de
act al meer dan een jaar.
Vanaf 1916 definitief als "Florenz Ames
and Adelaide Winthrop"op de affiches. Hun eerste meer prominente rol kwam er wanneer hij mee optrad in the Cohan and Harris Theater, op Broadway op 7 juni
1917 in Hitchy-Koo.
Ze traden op in een kleine revue genaamd One
Minute, Please (1918) en in een totaalprogramma
genaamd Alice in Blunderland
met Winthrop in de hoofdrol en waarin Ames zelf verschillende andere
rollen voor zijn rekening nam (foto hieronder rechts
en daaronder links).
Caught in a Jamb was een amusant vehikel voor slimme dans,
zang, dialoog en effectieve kostumering. Florenz en Adelaide voerden
deze sketch reeds op in het Clunie-Orpheum te Sacramento in maart 1917.
In oktober 1919 zorgde dezelfde "nieuwe" act voor veel lachsalvo's in
Keiths Colonial, Philadelphia en ze wordt in maart 1920 ook opgevoerd in
het Orpheum, San Francisco.
Florenz en Alice (b.4 feb 1889) trouwden in
Philadelphia op 2 oktober 1919. Beiden waren eerder getrouwd geweest.
Alice komt voor als Adelaide M. Buchannan op de officiële documenten,
haar man overleed eerder terwijl Florenz eerder datzelfde jaar scheidde
op 2 april in N.Y.C.
Ze verschenen samen in een revue in het 44th Street Theatre genaamd
Frivolities of 1920 (8 jan. 1920 - 28 febr. 1920).
Het paar verscheen in verschillende vaudeville series als "Ames &
Winthrop" en toerde door de VS met deze revue van eind 1920 tot 1921. |
|
Boven links: Advertentie voor "Florenz Kolb and Addie
Harland, former Central Park favorites, at Orpheum Next Week" (The
Allentown Democrat, 16 okt 1915).
Boven rechts: Florenz Ames en Adelaide Winthrop, in Alice in
Blunderland (jan, 1921) één van de hoofdattracties in the New
Orpheum Bill. |
Boven links: Alice ”Adelaide” Winthrop, een variété
danseres zoals ze ook te zien was in de hoofdrol van de revue “Alice in
Blunderland” met haar echtgenoot Florenz Ames. Hierin zorgden ze voor
gelach met hun pittige komische imitaties van het Russische en Indiaanse
leven.
Boven rechts: In 1923 vormde hij een succesvol team met de vrouw van
acteur Eddie Dowling, Ray Dooley. |
|
The Billboard meldde op 10 maart 1923 dat Florenz Ames de cast
van Lady Butterfly, in het Globe Theater, New York verliet, wij
veronderstellen om voor een zieke Adelaide te zorgen. Op 13 oktober 1923
overleed Adelaide.
Na het overlijden van zijn vrouw verscheen hij opnieuw
op de Broadway scene in Lady
Butterfly (1923). Reeds op 31 december huwde hij
opnieuw met Helen Jost in Washington D.C.
Hij probeerde wel een nieuwe act op te starten. Niet erg
succesvol met ene Dorothy Gompert, een act waar hij na 6 weken repeteren
van af zag met een rechtszaak tot gevolg waarbij ze $800 eiste. Hierna
vormde hij echter wel een succesvol team met de vrouw van acteur Eddie
Dowling, Ray Dooley (zie foto hierboven rechts) (1923).
Reeds in januari 1924 waren Miss Ray Dooley en Mr. Florenz Ames samen te
zien in B.F. Keiths vaudeville circuit met A Terpsichorean Dilemma
(geschreven door Joe Cawthorne), en aangeprezen als "The Funniest Skit
Ever". En opnieuw als duo in april 1924 in
Nonsensicalities.
Terwijl Florenz verscheen in Madame Pompadour
(Martin Beck Theatre, 10 nov 1924 - 17 jan
1925), onder de artiestennaam Florenz Ames, werd hij bevolen om
voor de rechtbank te verschijnen. Eind november bracht zijn eerste vrouw
een zaak aan om Florenz te straffen wegens minachting van de rechtbank
vanwege zijn nalatigheid om haar alimentatie te betalen. De rechtbank
keurde de motie voor zijn straf goed en Ames kreeg de opdracht om te
betalen. Toen de kennisgeving aan Ames werd betekend, verklaarde hij dat
hij voordat hij aan de eisen zou voldoen, naar de gevangenis van Ludlow
Street zou gaan. Uiteindelijk leek hij echter niet bereid om zijn
betrokkenheid bij Madame Pompadour op te geven.
In 1925 verkocht Florenz de vaudeville productierechten voor alle
vaudeville nummers en productie scènes van "Ames and Winthrop" aan
makelaars van Keith.
Zo was hij ook voor de volgende dertig jaar vooral een zanger en acteur
van karakterrollen in Broadway musicals.
Reeds een aantal seizoenen hoofd komediant in de
Municipal Opera Company, St. Louis bracht hij op 19 juni 1929 een
voordracht "How to create a humorous role" voor een aantal
leden van de Town Club.
Helen Kolb werd een scheiding toegestaan door het Hooggerechtshof van
New York. Mevrouw Kolb bracht als grond voor haar vraag overspel aan met
een niet vernoemde vrouw in het Broadway hotel op 7 oktober 1929.
Florenz Ames keerde terug in september 1930 na "een
behoorlijk aantal succesvolle productie engagementen" in een
sketch, getiteld What's Not, geassisteerd door Eulahia Young en
Alice O'Donnell.
In februari-maart 1930 trad Florenz op met Alice
O'Donnell (geb.1899) in The Count of
Luxembourg op Broadway en op 3 juli 1930 nam Florenz deze Alice tot zijn
vierde vrouw. Ze woonden op West End Avenue 243 in NYC.
Hij trad in 1930 opnieuw kort op aan de Westkust samen met Ray Dooley.
De rol waar hij wellicht het
meest mee geassocieerd wordt is wellicht die van de Franse ambassadeur in Of Thee I
Sing die in december 1931 opende in the Music Box Theater. Hij trok
mee op tournee met de rol en nam ze opnieuw op in 1933 in the Imperial.
|
|
Boven: Florenz Ames, Polly Walker, Vlucht Luitenant
C.T.P. Ulm, John Moore en Shirley Dale, genomen tijdens Lt. Ulm's bezoek
aan de Walkers, rond 1929 [picture] Waarschijnlijk genomen in Melbourne/
C.J. Frazer. Gebruikt met toestemming National Library of Australia
(item 3930944). |
|
Gedurende 1934 en 1935 ging hij op tournee in Australië.
Sir Benjamin Fuller's productie van The Merry Malones, met Polly
Walker die haar Broadway rol heropvoerde, en openden in Melbourne. Onder de
acteurs (120!) bevonden zich Florenz Ames, Alice O'Donnell (zijn vrouw),
John Moore, Mevr. Rene Maxwell, Leal Douglas, Shirley Dale en Bob
Caperon.
Terug in New York na zijn
Australische tournee (apr 1936), speelde Florenz
voor het eerst in een dramatisch stuk First Lady tegenover Jane
Cowl in de vrouwelijke hoofdrol. Een seizoen in New York en daarna nog
een seizoen op tournee.
Hij zal vooral onthouden worden voor zijn rol als de bedreigde
meubelmaker in 1939 in George M. Cohan's I'd Rather be Right en voor zijn
amfitheater rollen in
1941, waarvan de meest populaire die van Kolonel Popoff was in de
Chocolate Soldier.
In 1942
vervoegde hij het Boston
Comic Opera Company en voerde met hen dan ook een aantal Gilbert
and Sullivan opera's op zowel in Broadway als op tournee. H.M.S.
Pinafore, Trial by Jury en The Mikado waren de
populairste. Deze laatste werd on the road opgevoerd toen de aanval op
Pearl Harbor werd uitgevoerd. Baltimore en Washington ontvingen de opera
nog zonder protest. Maar gedurende de tour van het Westen en mid-Westen,
weigerden theaters in Pasadena, California, en Des Moines, Iowa om
The Mikado te laten opvoeren. Dit ondanks het feit dat het
gezelschap het woord "gangsters" had gewijzigd in "gentlemen" in de
tekst: "If you want to know who we are, we are gentlemen of Japan."
In 1943 deed Ames zijn beklag over de teloorgang van Amerikaanse
theaters."Ken je nog dat prachtige theater rechtover Ford's? Het is
een garage nu." Hij verwees naar de Palace. "Ik speelde er nog
lang geleden. Maar zijn lot," voegde hij er aan toe, "staat
misschien wel symbool voor de toekomst van het Amerikaans toneel. Dat
geloof ik toch."
|
|
Boven links: Let 'Em Eat Cake
(1933) een muzikale komedie. William Gaxton, Florenz
Ames, Grace Worth
Boven rechts: Florenz Ames in de Broadway productie
Mr. Big in New York (1941). |
Boven links: Margaret Roy, Florenz Ames
en Robert Pitkin in de Gilbert & Sullivan operetta The
Pirates of Penzance (1943).
Boven rechts: Kathleen Roche en Florenz Ames in Gilbert
& Sullivan's Yeoman of the Gard (1944). |