alph Bellamy (17 jun 1904 - 29 nov 1991) | |
Lengte: 1.87 m (6' 1½" ) Zuster: Carolyn B. Walbridge. Huwelijken: (1) Alice Mary Delbridge, actrice (28 dec 1927 - 4 feb 1931, gescheiden) (2) Catherine Livingston Willard, actrice (6 jul 1931 - 6 aug 1945, gescheiden), twee geadopteerde kinderen zoon: Willard Bellamy dochter: Lynn 'McCrudden' Bellamy (3) Ethel Smith, orgeliste (21 aug 1945 -25 nov 1947, gescheiden) (4) Alice Murphy, talent agente (27 nov 1949 - 29 nov 1991, zijn dood) |
|
Boven links: Ralph op driejarige leeftijd. Boven rechts: Afgestudeerd aan de Wilmette Grammar School. |
|
Mid-1904 werd Ralph
Rexford Bellamy geboren in Chicago
als kind van Charles Rexford Bellamy
en Lilla Louise Smith, de oudste van drie kinderen. Zijn vader werkte in het Barnes Crosby
publiciteitsagentschap. Tijdens
zijn jeugd woonde hij in bij zijn grootmoeder langs moederszijde die weduwe
was, met vader, moeder, broer en zus.
Hij woonde in een appartement aan 5709 Kimberk Avenue
aan
Chicago's zuidzijde. Ze trokken
weg uit Chicago toen hij 5 werd. Hij
werd als doopgezinde opgevoed en stond dicht bij zijn roodharige grootmoeder;
zijn eerste ervaring met de dood kwam met het overlijden
van zijn 24 jarige broer en vervolgens zijn grootmoeder. Hij kreeg voor het eerst een
semi-acteerklas (wat hij later omschreef als "hesp
acteren') van zijn groottante Ella. Hij ging naar New Trier High School in Winnetka
(Wilmette),
Illinois. Daar werd hij voorzitter van de Drama Club.
Kort daarna, zou hij er weggaan,
verbannen van de high school omwille van roken op de campus.
Zo belande hij in 1922 in een reisgezelschap van
Shakespeareaanse toneel.
Later datzelfde jaar, trad op bij
het theater- en reportoire toneelgezelschap 'The
Chautauqua Road Company'. |
|
Dus ging Bellamy terug Iowa waar hij uiteindelijk in
Des Moines in 1926 als 22 jarige hoofdacteur bij de Morgan-Wallace stock company
optrad in het old Princess Theater aldaar. Gedurende Bellamy's tweede seizoen,
vormde hij een eigen toneelgezelschap en noemde het "The Ralph Bellamy Players".
"We speelden 10 uitvoeringen per week in de Princess." Bellamy was drie
jaar lang een ster in het theater met de groep dat ook rondreisde naar
Nashville, Evanston en Iowa. In
zijn geheel, bracht hij negen jaar door in toneelgezelschappen,
waarin hij 400 rollen opnam aan een gemiddelde van twee of
drie per toneelstuk. |
|
Boven links: In Surrender (1931) zien we Ralph als Kapitein Ebbing tegenover Warner Baxter& Leila Hyams. Boven rechts: In Forbidden (Columbia Pictures, 1932) speelt Ralph Bellamy de Daily Record city uitgever Al Holland tegenover Barbara Stanwyck. |
|
Forbidden, (1932) met
Barbara Stanwyck en Adolph Menjou wordt algemeen beschouwd als Bellamy's eerst
echte goede filmrol. "Een van mijn grootste professionele fouten was dat ik
nadien niet meer selectief ben geweest."(5)
In 1933, werd hij één van de stichtende directeurs van de Screen Actors Guild en doorheen zijn carrière zou hij actief blijven binnen organisaties die de belangen van acteurs verdedigden.(5) Hij speelde in verschillende 'whodunits', eerst als Inspecteur Trent (in vier 1933-34 films beginnende met Before Midnight en vervolgens als superdetective Ellery Queen (in vier verschrikkelijke 1940-41 B-films beginnend met Ellery Queen, Master Detective). |
|
Boven links: Ann Sothern & Ralph Bellamy in Eight Bells (1935) Boven rechts: In Let's get Married (1937) speelt Ralph Bellamy the toegewijde weerman die verliefd wordt op de dochter (Ida Lupino) van een rijke politicus (Walter Connolly). Boven links: Ralph Bellamy als Cary Grant's rivaal voor de gunsten van Irene Dunne in The Awful Truth (1937). Boven rechts: In Crime of Dr. Hallet (1938) speelden twee toekomstige Ellery Queens tegenover elkaar. Ralph Bellamy (L) in een discussie met William Gargan (R). Josephine Hutchinson kijkt toe. |
|
Hij kreeg een Oscarnominatie als Cary Grant's rivaal voor de gunsten van Irene Dunne in The Awful Truth (1937), een film die in slechts zes weken werd gefilmd met nauwelijks een script die naam waardig (boven rechts). De film bestond meestal uit improvisatie. Ralph parodieerde zichzelf in de briljante komedie His Girl Friday (1940). | |
|
Maar in 1942, viel zijn oog op een script dat op een producer's bureel lag. Hij had in de rand een omschrijving neergekrabbeld voor het kiezen van een bepaalde rol, "Rijke olieman uit het Zuidwesten - bekwaam, maar simpel en naïef. Een typische rol voor Ralph Bellamy." Hij besloot onmiddellijk om afstand te nemen van Hollywood en de typerollen die hij kreeg toebedeeld, wetende dat het niet meer dan een baan was. Hij nam hiermee weinig risico, daar hij op het hoogtepunt stond met zijn lucratieve Broadway carrière. Het geluk scheen hem ook toe te lachen, hij had een reeks van toneel en televisiesuccessen die hem hoger aansloegen dan welke van zijn vroegere films dan ook, en sporadisch ook de occasionele film. In 1943, speelde hij een
antifascistische professor
in een Broadway melodrama
geschreven door James Gow en Arnaud d'Usseau,
Tomorrow
the World of Tomorrow's World. In 1945,
speelt hij een verafgode president's kandidaat in Howard Lindsay
en Russel Crouse's Pulitzer Prize
winnende
komedie State of the Union (Spencer
Tracy zou de rol in de film spelen). |
Boven links: In Delightfully Dangerous (1944) gelooft de 15-jarige Cheryl Williams (Jane Powell) dat haar zus Josephine (Constance Moore) een grote Broadway ster is. In werkelijkheid komt Josephine aan de kost als stripper. Cheryl arriveert in New York, ontdekt de waarheid en probeert Josephine te koppelen aan de succesvolle Broadway producer Arthur Hale (Ralph Bellamy). Boven rechts: Ralph Bellamy met zijn derde vrouw Ethel Smith in New York (1946). |
Gedurende de jaren '30 en '40 werd Bellamy regelmatig sociaal gezien met een
selecte vriendenkring die liefkozend de "Irish Maffia" werd genoemd, hoewel
zij de voorkeur gaven aan de minder sensationele "Boy's Club". Deze groep
bestond uit een groep Hollywood A-listers die voornamelijk van Ierse afkomst
waren (hoewel Bellamy zelf geen Ierse familiebanden had). Anderen waren
James Cagney, Pat O'Brien, Spencer Tracy, Lynne Overman, Frank Morgan en
Frank McHugh. (2) In 1948 maakte hij zijn televisiedebuut in Philco Television Playhouse. Na de scheiding van zijn derde vrouw en door het betalen van de doktersrekeningen voor zijn dochter zat Bellamy op zwart zaad toen hij de rol van Detective McLeod, een overenthousiaste politieofficier, in Sidney Kingsley's drama Detective Story (1949) kreeg aangeboden. Het toneelstuk was een succes en leidde uiteindelijk tot zijn rol in de televisieserie Man Against Crime.(aka Follow that Man) die van 1949 tot 1954 liep. Hij speelde de vechtklare maar anders graag geziene detective Mike Barnett. De show was het eerste wekelijkse halfuur live drama op netwerktelevisie, en hij won er een Academy of Radio and Television Arts and Sciences Award mee. Nu getrouwd met Alice Murphy (1949), de assistente van zijn agent, woonden de Bellamys in New York, een ideale plek voor Ralph's twee hobby's. Hij was een uitstekende kok en kreeg de vrije hand in de keuken van Henri's restaurant Fifty-Second Street. Hij schilderde ook New Yorkse taferelen en verkocht zijn eerste aquarel bij een wedstrijd van de Urban League. In 1956 (28 dec) kreeg hij een rol in de tv-serie Dick Powell's Zane Grey Theatre in de episode "Stars over Texas". |
Boven links: Ralph Bellamy met zijn (4de) vrouw Alice Murphy, die hij ontmoette toen als assistente van zijn agent. (1952) Boven rechts: Ralph Bellamy, Rita Gam & Basil Rathbone "Affair In Sumatra" uit de TV serie Screen Directors Playhouse (22 feb 1956, ABC-TV). |
In 1958, zou hij FDR spelen in Dore Schary's Broadway stuk Sunrise at Campobello -- het is hier dat Bellamy zijn reputatie als acteur uitbouwde in zijn portrettering van Franklin Delano Roosevelt. Door studie van de geschiedenis van FDR als man en politicus, maakte hij de personaliteit en de psyche van het karakter helemaal het zijne. Zo spendeerde hij weken in een rehabilitatie centrum en leerde er omgaan met beugels, krukken en een rolwagen, omdat zijn rol van FDR, nadat deze door polio werd getroffen, realistisch en precies zou zijn. In zijn voorbereiding had hij uitvoerige gesprekken met Eleanor Roosevelt en haar kinderen. Hij noemde Sunrise at Campobello het "hoogtepunt van mijn professionele carrière." Het kan inderdaad worden gesteld dat de rol door Bellamy werd gedefinieerd en geperfectioneerd. Hij kreeg dan ook een Tony en New York's Critics Circle Award als beste acteur in Sunrise at Campobello en trad ook op in de daaropvolgende filmversie in 1960. Hij zou nog eens FDR spelen in de miniseries The Winds of War (1983) en War and Rememberance (1988-89). |
|
Hij trad regelmatig op in vele grote televisieseries zoals The Eleventh Hour (1963-1964), The Survivors (1969), The Mostly Deadly Game (1970), en Hunter (1976). Het was een terugkeer naar zijn 'oude' rollen als detective, slechterik, en 'andere' man in elk van deze series. Het was in 1969 dat Bellamy pas een radicale karakterwijziging doorvoerde door het spelen van diabolist in Rosemary's Baby (onder links). |
Boven links: In 1969 speelde Bellamy de rol van diabolist in Rosemary's Baby. In The Most Deadly Game, een productie van Aaron Spelling, met George Maharis en Yvette Mimieux, speelde Ralph Bellamy Ethan Arcane, één van de drie criminologen die spraakmakende zaken onder handen namen. De 13 afleveringen liepen op ABC van 10 oktober. 1970 tot 16 januari. 1971. |
Zijn autobiografie, When the Smoke Hit the Fan, werd in 1979 gepubliceerd. Regisseur John Landis gaf Bellamy's filmcarrière een nieuwe boost door hem te laten spelen in Trading Places (1983), als de meedogenloze Wall Street manipulator en broer van Don Ameche. Hij kreeg een ere Oscar in 1986. Op die manier kreeg hij ook meerdere filmrollen als Amazon Women on the Moon (1987), en Coming to America (1988, een cameo) en natuurlijk als weldoener, scheepsmagnaat in Pretty Woman (1990). |
|
Bellamy was ook één van de stichtende leden van "The Screen Actors Guild" en vier termijnen lang voorzitter van Actors' Equity (tussen 1952 en 1964). Hij wordt door zijn medeacteurs nog het meest herinnerd als de kampioen van de acteur's rechten. In zes jaar tijd verdubbelde hij Equity's bezittingen en richte het eerste pensioenfonds op voor acteurs. Bellamy leidde Actors' Equity doorheen de periode van politieke verdachtmaking in het McCarthy tijdperk door een werkgroep te vormen die de regels uitstippelde om leden te beschermen tegen onbewezen aantijgingen van vermeend lidmaatschap van of sympathieën voor de Communistische partij. Hij zette zich ook actief in voor de afschaffing van de toegangstaks voor theaters en voor een belastingsheffing gebaseerd op het individueel inkomen van een acteur. |
Above: Ralph Bellamy with Mike Conners and Robert Mitchum! |
Op 29 november 1991 overleed Bellamy in het St. John's Hospital and Health Center in Los Angeles aan een longaandoening om 2:18 a.m. Hij werd 87 jaar. Eerder die maand was hij er opgenomen omwille van zijn lang bestaande longziekte. In een aflevering van Boston Legal uit 2007 werd een clip uit een episode van Studio One uit 1957 gebruikt. De episode bracht Bellamy en William Shatner al een vader-zoon duo advocaten. De clip werd gebruikt in het heden om de relatie tussen Shatner's Denny Crane karakter en zijn vader in de show te verklaren. |
Notities: Alle vermelde data voor films zijn voor de officiële release in de VS. Alle vermelde data voor TV programma's zijn die van eerste uitzending. Alle vermelde data voor (radio)toneelstukken zijn voor de periode waarin de acteur erbij betrokken was. De feiten in het rood moeten nog bevestigd worden. |
Klik op Uncle Sam als je denkt ons te kunnen helpen...! |
Andere referenties
Bijkomende video & audio bronnen
|
Dit profiel van de acteur
hierboven maakt deel uit van
Ellery Queen a website on deduction.
Deze acteur speelde de rol van Ellery
Queen in een Ellery Queen
filmreeks. Vele van de profielen op deze site zijn samengesteld na zeer nauwgezet onderzoek van diverse bronnen. "Please quote and cite ethically!" |
Pagina aangemaakt voor 24 mei 2016 Laatste update 30 januari 2024 |
t e r u g n a a r L i j s t v a n V e r d a c h t e n
|
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie? | Q.E.D.
| Moord en
scene | Nieuw |
Auteursrecht Copyright © MCMXCIX-MMXXIV Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden. |