Boven links: In 1929, samen met zijn vrouw Anna Chance, in 3 kortfilms van Christie Comedies films: Jed's Vacation, That Red-Headed Hussy (hier afgebeeld) & Ladies' Choice. Boven rechts: Charley Grapewin met Mary Brian en George Irving in Only Saps Work (Paramount, 6 dec 1930). |
Grapewin hield een boekhouding bij waarin hij, sinds zijn huwelijk met Anna Chance, elke cent bijhield die hij binnenkreeg of uitgaf. Maar Charley bleek goed met geld om te gaan. Hij was dus bekwaam in het zakendoen. Maar het feit dat hij deze grote financiële tegenslag te boven kwam was vooral een bewijs van zijn veelzijdigheid en aanpassingsvermogen. Het betekende wel meteen terug gaan werken... en Charley begon ook boeken te schrijven. Uiteindelijk maakte hij volledig de overgang naar de wereld van de film wanneer hij, in 1929, samen met zijn vrouw Anna Chance, in 3 kortfilms van Christie Comedies films: Jed's Vacation (13 apr 1929), Ladies' Choice (14 sep 1929) en That Red-Headed Hussy (28 dec 1929), speelde alsook in 1 kortfilm van Universal House Cleaning (21 apr 1929). Het lijkt waarschijnlijk dat verschillende, zo niet alle, van deze korte komische films gebaseerd waren op vaudeville sketches. Datzelfde jaar was hij ook te zien in zijn eerste film The Shannons of Broadway (Universal, 8 dec 1929).
Hij schreef vervolgens minstens 7 boeken die hem van een extra inkomen voorzagen.
The Bronze Bull (1930) was een roman die
zich afspeelde in Utah en het verhaal vertelde van twee broers, de één
een eerlijke voorman bij de Townsend Glass Works_ de ander een glad
politiek beest.
In 1933 schreef hij het komische boek met de naam The Flowing Bowl,
op de kaft stond een tekening van een met papier volgestouwd toilet, het
was maar 17 pagina's lang, en omvatte een kleurrijke beschrijving van
verschillende flessen van bootleg drank, cocktail shakers, en andere
drankgerelateerde parafernalia (afbeelding rechts). Het
taalgebruik is vandaag de dag zekerlijk politiek oncorrect te noemen,
met zeer gepeperde, landelijke taal. Na de bestseller Squawk Bridge
(1930) (Charley kon zeer goed bridgen),
terwijl hij acteerde in The Night of June 13, werkte hij aan
The Town Pump, An American Comedy (1933) die
hij schreef in samenwerking met Anthony Hillyer en in eigen beheer
uitgaf.
(Andere boektitels: Squawk (?); Squawk Golf
(?); A
Grand Slam, gebaseerd op zijn komische drieakter) en The Woman Who Wouldn't.) Gelukkig betekende de komst van geluid in de film dat er acteurs gezocht werden die goed scenario's konden vertolken. Vermits hij zich in Californië had teruggetrokken, besloot Grapewin om het daar in Hollywood te wagen. Doorheen de jaren 30 kon je Grapewin zien in memorabele films als American Madness (1932), Judge Priest (1934), Alice Adams (1935), The Petrified Forest (1936) en Captains Courageous (1937). Een krantenartikel uit 1931 omschrijft Mr. Grapewin als een "33rd Degree Mason"*. |
Boven links: Hell's House aka Juvenile Court (1932) met Grapewin (als Uncle Henry) en met Bette Davis. Boven rechts: Charley met Helen Westley in Anne of Green Gables, een film uit 1934 gebaseerd op het boek van Lucy Maud Montgomery. |
Boven: Zangeres, comédienne Sophie Tucker op een feestje bij Charley en Anna Grapewin thuis (1937). Op de rechterfoto geniet Sophie met Charley van een spelletje terwijl Anna toekijkt. |
Zijn grootste meevaller in Hollywood kwam tijdens er evenwel, naar verluid, tijdens een vriendschappelijk pokerspel op een avond in 1936. Grapewin kon gewoon niet verliezen. Een van zijn vrienden zette een hectare grond in op de beroemde Fuller Ranch, 50 mijl van Hollywood. Charley won de lap grond en bouwde er niet lang daarna een huis. Het had zijn eigen privémeer en bootsteiger en met de vijver vol baarzen bracht de acteur een bijna ononderbroken vakantie thuis door. De eerste steen werd in maart 1939 gelegd en het grote huis, "Grape-Inn" genaamd, was in de herfst klaar. Vissen was een populair tijdverdrijf op hun adres: N°1 Grapewin Avenue. Net als hun cottage in New Jersey ontwierp Charley ongetwijfeld zelf dit nieuwe, ruime huis. |
Boven: Grapewin aan het vissen in zijn eigen vijver, op zijn eigen landgoed. Als hij hier zit, laat de rest van de wereld hem koud. |
Boven: Grapewins favoriete bezigheid is het maken van decoratief inlegwerk voor meubels, met behulp van een kit met dunne stroken hout, een zakmes en lijm. De acteur vult op deze manier de tijd in de werkplaats in zijn garage en hij heeft zijn huis en kantoor gevuld met ongewone ingelegde voorwerpen. Stoelen, tafels, een bureau voor zijn kantoor en talloze sigarettendoosjes behoren tot de stukken die hij heeft versierd. Een van zijn meest opmerkelijke staaltjes van handwerk is een kaarttafel met 365 ingelegde stukken, gemaakt in slechts vier dagen. |
Grapewin ging er lang prat op dat hij zijn trapeze trucs net zo goed kon doen als toen hij ze onder de grote tent uitvoerde. Hij hield zijn materiaal opgesteld in de achtertuin van zijn huis in Hollywood en vond het heerlijk om zijn vrienden ermee te verbazen. Die bijkomende training kwam hem uitstekend van pas toen hij tijdens het maken van The Voice of Bugle Ann (1936) uitgleed en een gevaarlijke val maakte, maar acrobatisch landde en ongedeerd weer overeind kwam, een redding op pure intuïtie die voortkwam uit jarenlange oefening. |
Boven links: In 1937 speelde hij Dr. Sam Webster in Between Two Women met Franchot Tone. Boven rechts: Arthur Aylesworth, Charles Grapewin en Brenda Fowler kijken hoe de boot Walter Houston, James Stewart en Beulah Bondi tot in hun dorp brengt in MGM's Of Human Heart (aka Benefits Forgot) (1938) geregisseerd door Clarence Brown, en geproduceerd door John W. Considine Jr. |
Van de vele acteerrollen die Charley Grapewin opnam zullen wij, die van The Wizard of Oz (1939) houden, vooral zijn beminnelijke Uncle Henry als een deel van de gehele charme van de klassieker blijven onthouden. Toenertijd waren het enkel The Good Earth (1937) en Ben Hur (1925) die de filmstudios meer dollars hadden gekost. MGM's The Good Earth was een verhaal geschreven door de auteur Pearl S. Buck uit West Virginia welke zowel de Nobelprijs in de literatuur als de prestigieuze Pulitzer Prijs won. |
Boven links: Een bijna onherkenbare Grapewin als de oude vader van Wang (Paul Muni) in The Good Earth (1937) Boven rechts: Tegenover Judy Garland, Charley Grapewin als de beminnelijke Uncle Henry in de klassieker, The Wizard of Oz (1939). |
Het was op zijn ranch in 1940 dat Grapewin en zijn vrouw, de voormalige Anna Chance, hun 45e huwelijksverjaardag vierden door opnieuw te trouwen met alles erop en eraan, en om een heel logische reden. Nadat ze in 1896 waren weggelopen, waren ze overhaast getrouwd en nu wilden ze een bruiloft die ze zich konden herinneren. Tussen 1940 en 1942 speelde hij Inspecteur Queen in de onsuccesvolle serie van zeven films gebaseerd op Ellery Queen. |
Boven links: Charley Grapewin als Inspector Queen in de filmadaptaties van Ellery Queen (1940-42) Boven rechts: Van links naar rechts: Grapewin, Ralph Bellamy (Ellery Queen), Margaret Lindsay (Nikki Porter) en Anna May Wong in Ellery Queen and The Penthouse Murder (1941). |
Vaak beschreven als grijzend,
nors, knorrend
en excentriek in zijn grootvaderrollen.
Het echte succes in film kwam pas laat in zijn
carrière (hij was 60+).
Zoals we hem het best herinneren was hij niet groot,
niet klein, solide gebouw met een dos grijze
haren, een paar stevig kaakbenen en priemende
ogen. Hij had een lichtschorre stem en een western
tongval die hem in zijn
rollen goed uitkwam. Hij
gaf ook gestalte aan
Jeeter Lester in Erskine Caldwell's Tobacco Road
(1941) door velen als het
hoogtepunt van zijn carrière beschouwd. De kans bij Jeeter betekende
voor Charley gewoon een baan. Toen hij werd opgeroepen, samen met een
aantal anderen, om te testen voor de rol, verscheen hij prompt op het
testpodium op de afgesproken tijd, 10:30 uur. Het werd 11 uur en
regisseur John Ford was nog niet gearriveerd. Charley mopperde bitter,
zei iets over verdomde regisseurs en liep woedend van het podium.
Voordat hij in zijn auto kon stappen om naar huis te rijden, begon een
assistent-regisseur uit wanhoop een gesprek met hem over het vissen.
Ondertussen arriveerde Ford en Grapewin werd met tegenzin terug naar de
testafdeling geloodst. |
Boven links: Met Henry Fonda (rechts) als Grandpa Joad (uiterst links), in nog een Pulitzer Prijs winnend boek van John Steinbeck's, The Grapes of Wrath (1940). Boven rechts: Als Jeeter Lester in Erskine Caldwell's Tobacco Road (1941). |
Boven links: Hier zien we Charley Errol Flynn (en Olivia De Havilland) bijstaan in They Died with Their Boots On een western uit 1941 geregisseerd door Raoul Walsh. Boven rechts: Grace McDonald & Charley Grapewin in Follow The Boys (1944) een film met Orson Welles en de WC Fields in dienst laatste rol. |
In 1942 verscheen zijn boek Meg Randall.
Charley's verhaal, was een romance over "fabelachtige rijkdom" waarin een
vrouw zichzelf terugvindt nadat ze naar Chicago is gevlucht met een
spectaculaire nachtclubmanager, een eerlijke gokker, Monty Rogers. In september van 1943 overleed Anna. Twee jaar later op 10 jan 1945 hertrouwde Charley met Loretta McGowan, een sociale figuur uit Chicago (1 uur voor de ceremonie scheidde ze van D.W. Becker) in Las Vegas, Nevada. Ze ontmoetten elkaar enkele jaren daarvoor toen Charley door Illinois toerde voor een War Bond-actie. Ook haar huwelijk met Charley liep uit op een scheiding op 26 augustus 1950. "She was too damned pretty” zei de acteur zelf. |
Boven links: Charles Grapewin en zijn bruid, de voormalige Mevr. Loretta McGowan Becker uit Chicago (jan 1945) Boven rechts: Charley Grapewin The Impatient Years (1944). |
Boven links: Charley Grapewin samen met Dorothy Hart en Randolph Scott genietend van elkaars gezelschap tijdens het filmen van Gunfighters (1947) Boven rechts: Grapewin laatste rol als Opa Reed in When I grow up (1951). |
Gedurende zijn leven,
met al het andere wat hij nog deed, werden meer dan 100 films op zijn
naam geschreven. Zijn laatste rol speelde hij
als grootvader Reed in
When I Grow Up uit 1951 (waarin overigens ook
Harry
Morgan speelde die later ook nog eenmalig de rol van Inspecteur Queen
kreeg). In een interview datzelfde jaar gaf hij aan dat hij niet van
plan was om zijn werk of vrouwen op te geven "tot Sint Pieter hem
een rol gaf". Grapewin woonde graag in Corona waar hij rustig en pretentieloos zijn gang ging. Hij verscheen voor het laatst in het publiek bij de Circle City load races in mei 1955. Hij stierf een natuurlijke dood op 2 februari 1956 in Corona, Californië op 86 jarige leeftijd. Charley kreeg nooit kinderen. Bij het vrijgeven van het testament werd duidelijk dat zijn erfenis zijn huishouder was. In de stad waar hij stierf werd, ter zijner ere, een straat Grapewin Street genoemd. |
Boven: De grootvader gaat vissen met de kleinzoon. Laatste scene uit When I Grow Up uit 1951. |
Notities: * De Drieëndertigste Graad wordt verleend aan die leden, niet jonger dan 33 jaar, die uitmuntend zijn geweest in hun bijdragen tot de Vrijmetselarij, de Schotse Rite, of die in hun gemeenschap het leiderschap hebben getoond dat hen kenmerkt als mannen die een voorbeeld zijn in hun dagelijks leven. Alle vermelde data voor films zijn voor de officiële release in de VS. Alle vermelde data voor TV programma's zijn die van eerste uitzending. Alle vermelde data voor (radio)toneelstukken zijn voor de periode waarin de acteur erbij betrokken was. De feiten in het rood moeten nog bevestigd worden. |
Klik op Uncle Sam als je denkt ons te kunnen helpen...! |
Andere referenties
Bijkomende video & audio bronnen
|
Dit profiel van de acteur
hierboven maakt deel uit van
Ellery Queen a website on deduction.
Deze acteur speelde de rol van Inspecteur Queen in de
eerste Ellery Queen film. Vele van de profielen op deze site zijn samengesteld na zeer nauwgezet onderzoek van diverse bronnen. "Please quote and cite ethically!" |
Pagina aangemaakt 1 jan 2010 Laatste update 26 feb 2024 |
t e r u g n a a r L i j s t v a n V e r d a c h t e n
|
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie? | Q.E.D.
| Moord en
scene | Nieuw |
Auteursrecht Copyright © MCMXCIX-MMXXIV Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden. |