harles Grapewin (20 dec 1869 - 2 feb 1956) | |
Lengte:
1,71 m
(5' 7½") Gewicht: 70 kg Ogen: blauw Haar: bruin Huwelijken: (1) Ella Wilson, actrice (1889 - 1894, gescheiden) (2) Anna Augusta Chance (11 mei 1896 - 10 sep 1943, haar dood) (3) Loretta McGowan (10 jan 1945 - 26 aug 1950, gescheiden) |
|
Boven rechts: Foto van Charles E. Grapewin
uit Above the Limit gepubliceerd in The New York Clipper (22 dec 1900). |
|
Op 20 december
1869 werd in Xenia,
een klein dorp
in Ohio, Charley
Ellsworth Grapewin geboren als kind van
Joseph H. Grapewin en Charity Lorena Heaton.
Hij werd verwacht zijn vader op te volgen in de houthandel of glasblazer maar
reeds op 10 jarige leeftijd
liep hij weg van huis om zich vervolgens levenslang te werken in één of andere
vorm van show
business. Hij bracht zijn jeugd door in Massillon, waar zijn vader
eigenaar was van Hotel Massillon, vlakbij het depot van de Pennsylvania
Railroad en hij zou de high school in Wellington, Ohio afgemaakt hebben. Op de "rijpe" leeftijd van 14 jaar (ca. 1883) werd Charley floormanager van de Princess Rink in Cincinnati. Hij gebruikte zijn vaardigheden als rolschaatser om in (minstens twee) verschillende circussen werk te vinden. Dat begon allemaal toen hij de eerste prijs won in een toernooi in Cleveland voor acrobatisch rolschaatsen. Deze prestatie leverde hem een aanbod op van het Forepaugh and Samwell's* Circus waar zijn routine werd uitgevoerd op het eerste verhoogde podium dat onder een "big-top" werd gebouwd. |
|
In het begin van zijn carrière steeg hij op met een luchtballon om er
vervolgens met een parachute uit te springen, en dit aan $5 per sprong. |
|
Rechts: Ella Wilson in 1888. Ella was lid van Cordray's Stock Co. in Portland, Oregon (1890-91)
|
|
Hij zou later nog werken voor P.T. Barnum circus met een luchtact genaamd "The Silbon Troupe". Met hen reisde hij doorheen Europa en Amerika. Hij zelf beschouwde het één van de hoogtepunten van zijn carrière toon hij samen met Eddie Silbon en Harry King Barnum's originele Silbon Trio vormde, "de grootste luchtact ter wereld". Charley herinnerde zich dat hij niet minder dan 13 shows per dag speelde in Huber's Museum (1891-). Het trio was vier jaar lang zeer succesvol totdat Grapewin op 3 oktober 1891 zijn pols verstuikte en de groep noodgedwongen verliet om zich prompt aan te sluiten bij de Cordray Stock Company in Portland, Oregon, waar hij 2 jaar bij bleeft. Daarna trok hij op met Frank Daniels. Hij begon ook met het schrijven van korte stukjes waarin hij zelf de hoofdrol (kon) spelen en die wellicht hun weg naar vaudeville vonden. |
|
Op een bepaald moment nam Charlie "Nix"
Grapewin de rol op zich nam van Zijne
Koninklijke Nibs, Keizer van China. In het variété op dezelfde affiche
verscheen hij zelfs drie keer: met "The Three Clovers" in hun
artistieke
acrobatische act genaamd 'Excitement In
Chinatown'; in "Spanish Rings"
(met Silbon en King) en in "Het Silbon Trio," welke een "drievoudige
Trapeze Act en prachtige achterwaartse en voorwaartse zwaaien en hand-op-hand
vangsten, sprongen, enz." introduceerde. In die tijd
moest men nog werken voor zijn salaris! Grapewin hield er de merkwaardige gewoonte op na om in elke stad waar het Witmark-gezelschap optrad, een naaimachine naar zijn kamer te laten sturen onder voorbehoud van goedkeuring. Als een oude circusman was hij bedreven met de naald en zelfhulp. Tijdens zijn verblijf gebruikte hij de machine voor reparaties aan zijn clownskostuums of voor het naaien van nieuwe. Als het gezelschap dan klaar was om verder te gaan, belde hij de machinehandelaar op, vertelde hem dat het niet helemaal was wat hij wilde en voegde eraan toe: "Ik kan het beter vandaag nog opsturen, want morgen vertrek ik." In juli 1891 werd hij aangekondigd als "De komieken, King en Grapewin", naast verschillende andere circusacts (Silbon Trio, ...) in Cordrays Theatre in Seattle. Zo verdeelde hij zijn tijd tussen het theater en het circus tot aan het eind van het decennium. Hij keerde nooit meer naar het echte circus (in een grote tent) terug, alhoewel hij een tijdje zijn kundigheden in vaudeville aanwende, hij schreef toneelstukjes onderweg en toerde met zijn eigen producties. |
|
Grapewin was nu helemaal verslingerd op een theatercarrière. Van daaruit werd hij gecontacteerd voor zijn eerste professionele werk op het podium. "Ik dacht, dat ik een acteur was" zei hij ooit over deze periode, "maar het eerste wat zij mij leerden, was hoe een zes-span muilezels te hanteren, het vervoer van het toneelgezelschap. Daarna werd ik geleerd hoe de tent, waarin we speelden werd opgezet. Vervolgens moest ik leren koken, om het eten voor de groep klaar te maken terwijl ik eveneens de kledij van de spelers moest wassen. Voor één van de opvoeringen moest ik leren trompet blazen, terwijl me op een andere avond werd opgedragen te trombone te hanteren omdat één van de medespelers genoeg had van het gezelschap en was verdwenen. En dat alles werd ingedeeld onder de noemer acteren". | |
Dr. Cupid was de titel van een nieuwe klucht van Frank Daniels die in februari 1893 werd opgevoerd en waarbij zowel C.E. Grapewin als Ella Wilson deelmaakten van een groep van 24 acteurs. In juli 1893 traden Charles Grapewin en Ella Wilson op met A Crash in China. In maart 1894 ging A High Roller, een van de grappigste komedies ooit op de planken, in première in het Hoboken Theatre. Charley speelde de rol van de bediende Dennis en werd onthaald als een echte artiest die "zo grappig was als maar kon". Medespelers waren Charles Boyd en W.J. Tucker. Eerder speelde Grapewin een saloonuitbater in Uncle Dan'l, a Messenger from Jarvis Section. Miss Eloise Willard en haar gezelschap presenteerden de eersteklas muzikale komedie The Little Speculator in het Portland Theatre. De heren Grapewin, Haven, Mahar, Young en Jackman en de dames Carlotta, Crosby, De Shorbe en Browne maken deel uit van het gezelschap. (Sep. 1894) In augustus 1894 wilde Anna scheiden en ze liet de papieren afleveren terwijl hij aan het werk was voor Dr. Cupid in Catskill N.Y. Eind 1894 scheidt Grapewin effectief van zijn eerste vrouw. In Two Old Cronies (1895) voerde Grapewin een heel slim stukje op met een denkbeeldige biljarttafel. Andere sterren waren Wills, Ray Irwin, Carlotta, May Fairchild, en Miss Hazel Wells. Samen met Eugene Canfield en James H. Bradbury was Charley te zien in A Railroad Ticket (dec 1895 - apr 1896). Het stuk had humoristische, nieuwe en mechanische effecten, waaronder een volledig uitgeruste werkende elektrische tram. |
|
Kort nadien ontmoette
hij de 15
jarige Anna Chance 'The Belle of
Wellington, Ohio' die hij prompt ook trouwt (11 mei 1896). Grapewin
speelde bij een gezelschap in Trenton, N.J. en Anna was de dochter van
een sociaal prominente familie (haar vader was baseball legende Frank
Chance). Het was niet mogelijk om toestemming van
haar ouders te krijgen, dus liep het stel weg. Ze trouwden voor een
vrederechter ergens in de buurt van Camden, N.J. In 1896-1897 trad hij nog op in het duo Grapewin & Evans, met de sketch A Baggage Check (Portland) samen met Lizzie Melrose, Nettie Black, Louis Martinetti, Eckert and Heck. Thomas Evans was toen al jaren zijn vaste toneel partner. Grapewin begon zijn toneelstukken ook te verkopen en soms acteerde hij er ook in. Charley en Anna werden ook op het podium een vast team. De eerste was A Jab of Keely (1897) later Mr. Spinglehoffer genaamd waarin Anna ballades zong en Charley's interpretatie van een Duitser die verward raakt in zijn gedachten en woorden uitstekend werd gesmaakt. The Mismated Pair werd zijn eerste echte succesvol vaudeville sketch (waarin Anna opnieuw zingt). Het koppel kende ook vaudeville succes met Above the Limit waarin de figuur 'Chimmie Hicks' zijn ervaringen met een rum omelet werden getoond (1900). De figuur Chimmie Hicks was toen al een terugkerende figuur in hun optredens (1897-98). |
|
Charley en zijn vrouw traden op met de sketch Above the Limit in Keith's Union Square Theatre in New York. Onder leiding van Walter McCutcheon werd de sketch gefilmd op het dak van Hackett en Carhart boven het theater door het Biograph-Mutascope bedrijf. Het duurde ongeveer zes of zeven minuten op het scherm en bood de eerste schermkus en andere entertainment innovaties die anderen nu beweren te hebben geïntroduceerd. Echter rond de eeuwwisseling begon Grapewin ook echt in de stomme film. Zijn eerste twee films waren 2 "moving image shorts" gemaakt door Frederick S. Armitage; Chimmie Hicks at the Races en Chimmie Hicks and the Rum Omelet (of Above the Limit**), beide opgenomen in september en oktober van 1900 en verdeeld in november van datzelfde jaar door American Mutoscope & Biograph, zeker in de laatste film was ook Anna te zien. Grapewin was 3 jaar later ook te zien in een derde korte film, Jimmie Hicks in Automobile, gefilmd door G.W. Bitzer. Maar om één of andere reden vond Grapewin geen langdurige plaats in stomme films. Hij kan zich op weinig Broadway theaterstukken beroemen maar was er, naar verluid, te zien in de originele Broadway opvoering van The Wizard of Oz (1903), dit werd nergens bevestigd en is ook zeer onwaarschijnlijk. Hij had eigenlijk maar weinig credits voor het Broadway-theater met The Awakening of Mr. Pipp (Haverly's 14th Street Theatre, 21 mrt - 9 mei 1904) en met die andere muzikale komedie It's Up To You John Henry (Grand Opera House/West End Theatre, 23 okt - 23 dec 1905). |
|
Boven links: Afbeelding bij krantenartikel over The Awakening of Mr. Pipp (1903) en een scene uit The Awakening of Mr. Pipp, met Charley Grapewin en Anna Chance. (nov, 1907). Boven rechts: Muziekblad voor het de liedjes uit Mr. Pipp, met een opsomming van de liedjes (1903). |
|
Het grote succes kwam er
met The Awakening of Mr. Pipp waarmee hij ruim twaalf
jaar op tournee trok.
Deze muzikale komedie, aanvankelijk in 1 acte (eerst opgevoerd in
Wilmington Delaware), groeide op 2 seizoenen uit tot een
driedelig stuk dat werd opgevoerd door zo'n 40
artiesten. Aangeprezen als een toneelstuk dat "de
theatergeschiedenis zal ingaan met een staat van dienst waarop in vette
letters lachen staat geschreven". Hij bleef er nieuwe en
aantrekkelijke liedjes toevoegen, maar behield ook het beste van de
liedjes van voorgaande jaren en "laten we uit de tweede act
demonstratie jongleren, met dank aan de ster ook niet vergeten". Grapewin, van alle markten thuis, schreef muziek en vooral de tekst voor de liedjes in zijn optredens. In interviews beweerde hij dat één van zijn liedjes "I'm Afraid to go home in the Dark" een grote hit werd. Officieel werd de tekst in 1908 toegeschreven aan Harry Williams en de muziek aan Egbert Van Alstyne. De partituur (waarvan de verkoop de manier was waarop met liedjes geld verdiend werd) vermeldt echter duidelijk "Respectfully dedicated to Mr. Chas Grapewin." Het lied kwam voor in, een de enige door Grapewin geregisseerde Broadway musical The Big Stick (West End Theatre,24 - 29 februari 1908) die maar zeer kort werd opgevoerd. Het lied kwam voort uit een opmerking van Anna Chance. Op een avond verliet Grapewin zijn landelijke omgeving om een sociale bijeenkomst in New York bij te wonen. Hij kwam de volgende ochtend thuis, lang nadat de dageraad was aangebroken. Hij werd bij de deur opgewacht door zijn vrouw, die opmerkte: "Nou, liefje, was je bang om in het donker thuis te komen?" Deze verbale ontvangst vond Charley zo grappig dat hij het meteen voorstelde aan Williams en Van Alstyne voor het lied dat ze schreven. |
|
Boven: Toen O. Henry, Amerika's grootste verhalenverteller, op sterven lag (1910), wendde hij zich vlak voor zonsopgang tot zijn verpleegster en fluisterde: "Neem mijn hand - en doe het licht aan"! De verzorgster deed wat hij vroeg en om hem te kalmeren vroeg ze: "Waarom?" De grote schrijver glimlachte droevig en mompelde de woorden van het populairste lied van die tijd: "Ik ben bang om in het donker naar huis te gaan." |
|
In september 1911 trok hij de baan op in
een toneelproductie van Gordon & North genaamd It Can Be Done. Terwijl hij in New Jersey woonde (zomer 1912) was Charley ook de kapitein van een semiprofessionele baseball ploeg bekend als "Grapewin's National Stars" (soms ook "The Invincibles" genaamd) die ook effectief de meeste van hun tegenstanders versloegen. Voor een aantal jaar was hij de eigenaar van de club. In 1913 probeerde hij het met Sweethearts and Wives, een komedie met Frank W. Shea en Miss Meta Green rond de thuiskomst van een reizende verkoper tijdens het schoonmaken van het huis. Rond 1914-16 schreef hij als opvolger van Mr.Pipp een nieuw toneelstuk "Poughkeepsie, A Domestic Comedy". In de lente van 1918 introduceerden Charley en Anna een nieuwe sketch, Jed's Vacation, een vervolg op Poughkeepsie, met de Grapewins als reizende verkoper en vrouw. |
|
Top links: Charles Grapewin en Anna Chance in een publiciteitsfoto voor de opvoering van Between Showers (Bijou Theatre, Nashville - April 1913) Top midden: Charley Grapewin in 1915. Top rechts: Anna Chance in 1917. Boven: Publiciteitsfoto voor Charley Grapewin en Anna Chance in het Orpheum (1915). "Charley Grapewin, de favoriete komiek, zal verschijnen in de huiselijke komedie "Poughkeepsie" die een voortdurende lach is. Hij wordt ondersteund door Anna Chance, die niet alleen mooi is om naar te kijken, maar ook een uitstekende rol speelt in het humoristische acteerwerk van meneer Grapewin." |
|
Gewoonlijk toerde hij acht maanden per jaar, terwijl hij de rest van het jaar in Long Branch doorbracht. Grapewin bezat een huis in Bath Ave. West End, een buurt in Long Branch, New Jersey, één van de showplaatsen van de modieuze kustkolonie. Het huis van Charley en Anna was gevuld met theatermemorabilia en waarschijnlijk ook een winkel (Charley was een getalenteerde houtbewerker die tafels met ingelegde bladen maakte). Grapewin was zijn eigen architect en hoofdtuinman. De kelder was een zeer artistieke biljartkamer met een goed gevuld buffet en serveertafel in een hoek. De kamer werd verlicht door middel van gloeilampen die in flessen waren geplaatst die vroeger een bepaalde drank bevatten. De vloer is een grove mozaïek van schelpen, stenen, munten en bestek dat in de cementvloer is ingebed voor een opvallend effect. De muren zijn behangen met stukjes manuscript, waarvan de meeste zijn gesigneerd. Er wordt gezegd dat als deze muren in blokken gesneden en verkocht konden worden, ze een aardig fortuin zouden opbracht hebben. In 1917 werkte Rex Weber aan een reeks komedies voor de Follies of the Week, Inc, uit Chicago. Zijn 2e productie was The Hawaiidiot, met Charley Grapewin. Weber vestigde naar verluidt een nieuw record door de komedie in de Rothacker studio te voltooien in vier en een half uur. Na 5 jaren (35 weken) te hebben opgetreden in het Orpheum Circuit en Keith Circuit stopte hij met het theater in 1919 om om directeur te worden bij General Motors in New York. Er is een krantenbericht van 18 maart 1920 die terugkeer "na een lange afwezigheid" van Charley Grapewin in het Orpheum met een "nieuw" toneelstuk Jed's Vacation aankondigde. In 1921 registreerde hij een echt nieuwe eenakter genaamd A Pair of Calves. In 1923 trok hij zich terug, deze keer "voorgoed", uit alle activiteiten zowel zakelijk als theatraal. Misschien deed hij dat wel, misschien deed hij het gewoon wat rustiger aan. Feit blijft dat in 1925 All for You, een muzikale komedie met muziek van Arthur Freed en gebaseerd op het boek van George V. Hobart en Charles Grapewin, zo succesvol was dat het bijna de hele maand november en december volle zalen trok in Erlanger's Mason Theatre in Los Angeles. 1929 begon goed voor Charlie met verschillende korte films in productie en toneelstukken die klaar waren om opgevoerd te worden: The Roof's the Limit (jan 1929), Moving Day (feb 1929), Soup and fish (korte klucht) (feb 1929), Making Good (1-act komedie) (mei 1929). Zoals vele anderen echter, laat in 1929, zagen hij en zijn vrouw Anna echter hun opgebouwd kapitaal -- ooit twee miljoen dollar -- wegsmelten tot ongeveer 200 dollar. De exacte getallen variëren in verschillende verslagen van deze gebeurtenis. "Hij had, op papier, één miljoen, tweehonderdduizend dollar. Hij was lid van de exclusieve Wilshire golfclub van Los Angeles. Hij had een groot huis, drie bedienden en drie auto's. De volgende ochtend had hij een schuld van 30.000 dollar." |
Boven links: In 1929, samen met zijn vrouw Anna Chance, in 3 kortfilms van Christie Comedies films: Jed's Vacation, That Red-Headed Hussy (hier afgebeeld) & Ladies' Choice. Boven rechts: Charley Grapewin met Mary Brian en George Irving in Only Saps Work (Paramount, 6 dec 1930). |
Grapewin hield een boekhouding bij waarin hij, sinds zijn huwelijk met Anna Chance, elke cent bijhield die hij binnenkreeg of uitgaf. Maar Charley bleek goed met geld om te gaan. Hij was dus bekwaam in het zakendoen. Maar het feit dat hij deze grote financiële tegenslag te boven kwam was vooral een bewijs van zijn veelzijdigheid en aanpassingsvermogen. Het betekende wel meteen terug gaan werken... en Charley begon ook boeken te schrijven. Uiteindelijk maakte hij volledig de overgang naar de wereld van de film wanneer hij, in 1929, samen met zijn vrouw Anna Chance, in 3 kortfilms van Christie Comedies films: Jed's Vacation (Paramount, 13 apr 1929), Ladies' Choice (Paramount, 14 sep 1929) en That Red-Headed Hussy (Paramount, 28 dec 1929), speelde alsook in 1 kortfilm van Universal House Cleaning (Universal, 21 apr 1929). Het lijkt waarschijnlijk dat verschillende, zo niet alle, van deze korte komische films gebaseerd waren op vaudeville sketches. Datzelfde jaar was hij ook te zien in zijn eerste film The Shannons of Broadway (Universal, 8 dec 1929).
Hij schreef vervolgens minstens 7 boeken die hem van een extra inkomen voorzagen.
The Bronze Bull (1930) was een roman die
zich afspeelde in Utah en het verhaal vertelde van twee broers, de één
een eerlijke voorman bij de Townsend Glass Works_ de ander een glad
politiek beest.
In 1933 schreef hij het komische boek met de naam The Flowing Bowl,
op de kaft stond een tekening van een met papier volgestouwd toilet, het
was maar 17 pagina's lang, en omvatte een kleurrijke beschrijving van
verschillende flessen van bootleg drank, cocktail shakers, en andere
drankgerelateerde parafernalia (afbeelding rechts). Het
taalgebruik is vandaag de dag zekerlijk politiek oncorrect te noemen,
met zeer gepeperde, landelijke taal. Na de bestseller Squawk Bridge
(1930) (Charley kon zeer goed bridgen),
terwijl hij acteerde in The Night of June 13, werkte hij aan
The Town Pump, An American Comedy (1933) die
hij schreef in samenwerking met Anthony Hillyer en in eigen beheer
uitgaf.
(Andere boektitels: Squawk (?); Squawk Golf
(?); A
Grand Slam, gebaseerd op zijn komische drieakter) en The Woman Who Wouldn't.) Gelukkig betekende de komst van geluid in de film dat er acteurs gezocht werden die goed scenario's konden vertolken. Vermits hij zich in Californië had teruggetrokken, besloot Grapewin om het daar in Hollywood te wagen. Doorheen de jaren 30 kon je Grapewin zien in memorabele films als American Madness (Columbia, 4 aug 1932), Judge Priest (Fox Film, 15 sep 1934), Alice Adams (RKO Radio Pictures, 15 aug 1935), The Petrified Forest (Warner Bros., 30 jan 1936) en Captains Courageous (MGM, 11 mei 1937). Een krantenartikel uit 1931 omschrijft Mr. Grapewin als een "33rd Degree Mason"***. |
Boven links: Hell's House (aka Juvenile Court) (Capitol Film, 10 feb 1932) met Grapewin (als Uncle Henry) en met Bette Davis. Boven rechts: Charley met Helen Westley in Anne of Green Gables (RKO Radio Pictures, 23 nov 1934) gebaseerd op het boek van Lucy Maud Montgomery. |
Boven: Zangeres, comédienne Sophie Tucker op een feestje bij Charley en Anna Grapewin thuis (1937). Op de rechterfoto geniet Sophie met Charley van een spelletje terwijl Anna toekijkt. |
Zijn grootste meevaller in Hollywood kwam tijdens er evenwel, naar verluid, tijdens een vriendschappelijk pokerspel op een avond in 1936. Grapewin kon gewoon niet verliezen. Een van zijn vrienden zette een hectare grond in op de beroemde Fuller Ranch, 50 mijl van Hollywood. Charley won de lap grond en bouwde er niet lang daarna een huis. Het had zijn eigen privémeer en bootsteiger en met de vijver vol baarzen bracht de acteur een bijna ononderbroken vakantie thuis door. De eerste steen werd in maart 1939 gelegd en het grote huis, "Grape-Inn" genaamd, was in de herfst klaar. Vissen was een populair tijdverdrijf op hun adres: N°1 Grapewin Avenue. Net als hun cottage in New Jersey ontwierp Charley ongetwijfeld zelf dit nieuwe, ruime huis. |
Boven: Grapewin aan het vissen in zijn eigen vijver, op zijn eigen landgoed. Als hij hier zit, laat de rest van de wereld hem koud. |
Boven: Grapewins favoriete bezigheid is het maken van decoratief inlegwerk voor meubels, met behulp van een kit met dunne stroken hout, een zakmes en lijm. De acteur vult op deze manier de tijd in de werkplaats in zijn garage en hij heeft zijn huis en kantoor gevuld met ongewone ingelegde voorwerpen. Stoelen, tafels, een bureau voor zijn kantoor en talloze sigarettendoosjes behoren tot de stukken die hij heeft versierd. Een van zijn meest opmerkelijke staaltjes van handwerk is een kaarttafel met 365 ingelegde stukken, gemaakt in slechts vier dagen. |
Grapewin ging er lang prat op dat hij zijn trapeze trucs net zo goed kon doen als toen hij ze onder de grote tent uitvoerde. Hij hield zijn materiaal opgesteld in de achtertuin van zijn huis in Hollywood en vond het heerlijk om zijn vrienden ermee te verbazen. Die bijkomende training kwam hem uitstekend van pas toen hij tijdens het maken van The Voice of Bugle Ann (MGM, 15 feb 1936) uitgleed en een gevaarlijke val maakte, maar acrobatisch landde en ongedeerd weer overeind kwam, een redding op pure intuïtie die voortkwam uit jarenlange oefening. |
Boven links: In 1937 speelde hij Dr. Sam Webster in Between Two Women (MGM, 9 juli 1937) met Franchot Tone. Boven rechts: Arthur Aylesworth, Charles Grapewin en Brenda Fowler kijken hoe de boot Walter Houston, James Stewart en Beulah Bondi tot in hun dorp brengt in MGM's Of Human Heart (aka Benefits Forgot) (MGM, 5 feb 1938) geregisseerd door Clarence Brown, en geproduceerd door John W. Considine Jr. |
Van de vele acteerrollen die Charley Grapewin opnam zullen wij, die van The Wizard of Oz (MGM, 10 aug 1939) houden, vooral zijn beminnelijke Uncle Henry als een deel van de gehele charme van de klassieker blijven onthouden. Toenertijd waren het enkel The Good Earth (MGM, 29 jan 1937) en Ben Hur (MGM, 30 dec 1925) die de filmstudio's voorheen meer dollars hadden gekost. MGM's The Good Earth was een verhaal geschreven door de auteur Pearl S. Buck uit West Virginia welke zowel de Nobelprijs in de literatuur als de prestigieuze Pulitzer Prijs won. |
Boven links: Een bijna onherkenbare Grapewin als de oude vader van Wang (Paul Muni) in The Good Earth (MGM, 29 jan 1937) Boven rechts: Tegenover Judy Garland, Charley Grapewin als de beminnelijke Uncle Henry in de klassieker, The Wizard of Oz (MGM, 10 aug 1939). |
Het was op zijn ranch in 1940 dat Grapewin en zijn vrouw, de voormalige Anna Chance, hun 45e huwelijksverjaardag vierden door opnieuw te trouwen met alles erop en eraan, en om een heel logische reden. Nadat ze in 1896 waren weggelopen, waren ze overhaast getrouwd en nu wilden ze een bruiloft die ze zich konden herinneren. Vaak beschreven als grijzend, nors, knorrend en excentriek in zijn grootvaderrollen. Het echte succes in film kwam pas laat in zijn carrière (hij was 60+). Zoals we hem het best herinneren was hij niet groot, niet klein, solide gebouw met een dos grijze haren, een paar stevig kaakbenen en priemende ogen. Hij had een lichtschorre stem en een western tongval die hem in zijn rollen goed uitkwam. Tussen 1940 en 1942 speelde hij Inspecteur Queen in de onsuccesvolle serie van zeven films gebaseerd op Ellery Queen. |
Boven links: Charley Grapewin als Inspector Queen in de filmadaptaties van Ellery Queen (Columbia, 28 nov 1940 - 30 juli 1942) Boven rechts: Van links naar rechts: Grapewin, Ralph Bellamy (Ellery Queen), Margaret Lindsay (Nikki Porter) en Anna May Wong in Ellery Queen and The Penthouse Murder (Columbia, 9 mrt 1941). |
Een van de volgende films waarin Grapewin een hoofdrol speelde als Grandpa Joad was in, nog een Pulitzer Prize winnend boek van John Steinbeck's, The Grapes of Wrath (20th Century-Fox, 24 jan 1940). Hij
gaf ook gestalte aan
Jeeter Lester in Erskine Caldwell's Tobacco Road
(20th Century Fox, 20 feb
1941) door velen als het
hoogtepunt van zijn carrière beschouwd. De kans bij Jeeter betekende
voor Charley gewoon een baan. Toen hij werd opgeroepen, samen met een
aantal anderen, om te testen voor de rol, verscheen hij prompt op het
testpodium op de afgesproken tijd, 10:30 uur. Het werd 11 uur en
regisseur John Ford was nog niet gearriveerd. Charley mopperde bitter,
zei iets over verdomde regisseurs en liep woedend van het podium.
Voordat hij in zijn auto kon stappen om naar huis te rijden, begon een
assistent-regisseur uit wanhoop een gesprek met hem over het vissen.
Ondertussen arriveerde Ford en Grapewin werd met tegenzin terug naar de
testafdeling geloodst. |
Boven links: Met Henry Fonda (rechts) als Grandpa Joad (uiterst links), in nog een Pulitzer Prijs winnend boek van John Steinbeck's, The Grapes of Wrath (20th Century-Fox, 24 jan 1940). Boven rechts: Als Jeeter Lester in Erskine Caldwell's Tobacco Road (20th Century Fox, 20 feb 1941). |
Boven links: Hier zien we Charley Errol Flynn (en Olivia De Havilland) bijstaan in They Died with Their Boots On (Warner Bros., 20 nov 1941) een western uit 1941 geregisseerd door Raoul Walsh. Boven rechts: Grace McDonald & Charley Grapewin in Follow The Boys (Universal, 25 april 1944) een film met Orson Welles en de WC Fields in dienst laatste rol. |
In 1942 verscheen zijn boek Meg Randall.
Charley's verhaal, was een romance over "fabelachtige rijkdom" waarin een
vrouw zichzelf terugvindt nadat ze naar Chicago is gevlucht met een
spectaculaire nachtclubmanager, een eerlijke gokker, Monty Rogers. In september van 1943 overleed Anna. Twee jaar later op 10 jan 1945 hertrouwde Charley met Loretta McGowan, een sociale figuur uit Chicago (1 uur voor de ceremonie scheidde ze van D.W. Becker) in Las Vegas, Nevada. Ze ontmoetten elkaar enkele jaren daarvoor toen Charley door Illinois toerde voor een War Bond-actie. Ook haar huwelijk met Charley liep uit op een scheiding op 26 augustus 1950. "She was too damned pretty” zei de acteur zelf. |
Boven links: Charles Grapewin en zijn bruid, de voormalige Mevr. Loretta McGowan Becker uit Chicago (jan 1945) Boven rechts: Charley Grapewin The Impatient Years (Columbia, 7 sep 1944). |
Boven links: Charley Grapewin samen met Dorothy Hart en Randolph Scott genietend van elkaars gezelschap tijdens het filmen van Gunfighters (1947) Boven rechts: Grapewin laatste rol als Opa Reed in When I Grow Up (Eagle-Lion/United Artists, 20 april 1951). |
Gedurende zijn leven,
met al het andere wat hij nog deed, werden meer dan 100 films op zijn
naam geschreven. Zijn laatste rol speelde hij
als grootvader Reed in
When I Grow Up (Eagle-Lion/United Artists, 20
april 1951) (waarin overigens ook
Harry
Morgan speelde die later ook nog eenmalig de rol van Inspecteur Queen
kreeg). In een interview datzelfde jaar gaf hij aan dat hij niet van
plan was om zijn werk of vrouwen op te geven "tot Sint Pieter hem
een rol gaf". Grapewin woonde graag in Corona waar hij rustig en pretentieloos zijn gang ging. Hij verscheen voor het laatst in het publiek bij de Circle City load races in mei 1955. Hij stierf een natuurlijke dood op 2 februari 1956 in Corona, Californië op 86 jarige leeftijd. Charley kreeg nooit kinderen. Bij het vrijgeven van het testament werd duidelijk dat zijn erfenis zijn huishouder was. In de stad waar hij stierf werd, ter zijner ere, een straat Grapewin Street genoemd. |
Boven: De grootvader gaat vissen met de kleinzoon. Laatste scene uit When I Grow Up (Eagle-Lion/United Artists, 20 april 1951). |
Notities: * Halverwege de jaren 1880 werkte Thomas Samwell samen met de Amerikaanse circusdirecteur Adam Forepaugh die minstens drie jaar lang door de VS toerde. **Above the Limit was volgens sommigen de alternatieve titel van de andere Chimmie-film, het originele script onthult dat deze herwerkte sketch wel de basis was voor het scenario van Chimmie Hicks and the Rum Omelet. *** De Drieëndertigste Graad wordt verleend aan die leden, niet jonger dan 33 jaar, die uitmuntend zijn geweest in hun bijdragen tot de Vrijmetselarij, de Schotse Rite, of die in hun gemeenschap het leiderschap hebben getoond dat hen kenmerkt als mannen die een voorbeeld zijn in hun dagelijks leven. Alle vermelde data voor films zijn voor de eerste release in de VS. Alle vermelde data voor TV programma's zijn die van eerste uitzending. Alle vermelde data voor (radio)toneelstukken zijn voor de periode waarin de acteur erbij betrokken was. De feiten in het rood moeten nog bevestigd worden. |
Klik op Uncle Sam als je denkt ons te kunnen helpen...! |
Andere referenties
Bijkomende video & audio bronnen
|
Dit profiel van de acteur
hierboven maakt deel uit van
Ellery Queen a website on deduction.
Deze acteur speelde de rol van Inspecteur Queen in de
eerste Ellery Queen film. Vele van de profielen op deze site zijn samengesteld na zeer nauwgezet onderzoek van diverse bronnen. "Please quote and cite ethically!" |
Pagina aangemaakt 1 jan 2010 Laatste update 26 feb 2024 |
t e r u g n a a r L i j s t v a n V e r d a c h t e n
|
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie? | Q.E.D.
| Moord en
scene | Nieuw |
Auteursrecht Copyright © MCMXCIX-MMXXIV Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden. |