click on photo to go back ...
                       Klik op bovenste deel om terug te keren naar Lijst van Verdachten
                      Klik op onderste deel om terug te keren naar Lijst van Verdachten NBC

William Link  (15 december 1933 - 27 december 2000)






Huwelijk:
(1) Margery Nelson
     (5 sep 1980 - 27 dec 2000, his death)

Broer:
Warren Francis Link (6 maa 1939 - 28 apr 2000)
William Link ca. 1951, Cheltenham High School
Boven rechts: William Link ca. 1951,
Cheltenham High School

Geboren op 15 december 1933 in Elkins Park, Philadelphia, Pennsylvania, was William Theodore Link Jr. de zoon van Elsie Roerecke (16 aug 1898 – 2 jun 1974), stenografe bij een makelaarskantoor in New York, en William Theodore Link (28 jul 1892 – 17 nov 1951)*, een textielmakelaar. Hij groeide op in Elkins Park, een buitenwijk van Philadelphia, waar hij een gelukkige jeugd beleefde en zielsveel van zijn ouders hield.

Ik denk dat het begon met lezen. Ik wilde lezen toen ik vier of vijf jaar oud was. In die tijd werd dat ontmoedigd. Nu leren ouders—moeders—hun kinderen thuis lezen. Dus moest ik wachten tot ik kon lezen, en toen begon ik alle boeken van 'The Hardy Boys' te lezen, die vandaag de dag nog steeds gelezen worden. Dat waren mysteries.

Daarna las ik alle typische kinderboeken. Mijn moeder had me voorgelezen toen ik klein was—ik herinner me 'The Little Engine That Could'. Ik tekende ook mijn eigen stripboeken. Ik ben van die generatie; wij waren verslaafd aan stripboeken. Ik herinner me dat ik koffers vol strips meenam naar zomerkamp. Ik wou dat ik ze had bewaard. Mijn moeder heeft ze weggegooid. Ik was altijd geïnteresseerd in verhalen, nog voordat ik kon lezen of schrijven. Ik verstopte mysteries. Ik herinner me dat, toen ik bij de welpen zat, de vader van een vriend mysteries las en bewaarde. Ik leende mysteries van hem.

Met potlood in de hand tekende hij vervolgens zijn eigen stripboeken met zelfverzonnen superhelden. Later schakelde hij over op het schrijven van korte misdaadverhalen. Op zijn tiende las hij al Weekly Variety.

Ik ging naar de Shoemaker Grade School. Dick ging naar de West Oak Glen School. Hij woonde net buiten Elkins Park. Maar in het eerste jaar van de middelbare school kwamen veel klassen van verschillende scholen samen. Mij werd verteld dat ik moest uitkijken naar een lange jongen die van mysteries hield en goocheltrucs deed. Hij was door zijn vrienden gezegd dat hij moest uitkijken naar een kleine jongen die van mysteries hield en goocheltrucs deed. We ontmoetten elkaar letterlijk tijdens de lunchpauze op de eerste dag van junior high, en we werden meteen vrienden. We deelden die interesses—dat was de basis van onze vriendschap.

Vanaf 1946 begonnen ze dan ook al snel samen te schrijven, onder meer sketches tijdens zomerkampen. Ze deelden ook dezelfde hobby’s.

We lazen elk twee of drie misdaadromans per week en ruilden de exemplaren die we bijzonder goed vonden. Dat was echt onze toegang—van Dick en van mij—tot onze liefde voor mysteries, waar we ontzettend veel van leerden over hoe je een verhaal structureert.

Hun smaak werd gevormd door gekoesterde momenten met Captain Marvel, Superman, zaterdagse filmserials, Walt Disney, Abbott & Costello, John Dickson Carr, Dashiell Hammett, Raymond Chandler, Ellery Queen, Erle Stanley Gardner en radioshows zoals Jack Armstrong, Inner Sanctum, Lights Out en Suspense. Ook vroege televisie werd niet overgeslagen, en Bill raakte volledig verslaafd aan Barney Blake, Police Reporter (NBC, 22 apr – 8 jul 1948).

Op de Cheltenham High School schreven ze hun eigen radioscripts. Bill en Dick overtuigden hun ouders om een draadrecorder voor hen te kopen, een populair toestel vlak na de Tweede Wereldoorlog. Niet lang daarna schakelden ze over op bandrecorders—omdat je daarmee kon monteren. Draad was moeilijk te hanteren en monteren was onmogelijk. Ze stelden een geïmproviseerd toneelgezelschap samen, en begonnen als tieners hun eigen radioshows te schrijven.

Levinson vertelde hierover: “We begonnen met het schrijven van radioshows en nodigden onze vrienden thuis uit om die drama’s op te voeren. En zoals Mike Nichols ooit zei over Broadway: het is een geweldige manier om meisjes te leren kennen. Dus die kwamen langs en speelden mee. We bewerkten Two Bottles of Relish; we bewerkten Donovan’s Brain… met zijn broer die in een rietje blies om het borreleffect te krijgen.

William voegde toe: “In die tijd begon filmmuziek pas net uitgebracht te worden, en wij gebruikten die partituren. We kochten ook professionele geluidseffecten in het centrum van Philadelphia, zodat we treinen, verkeer enzovoort konden toevoegen. Op een kleine schaal deden we toen eigenlijk al wat we later in onze carrières zouden blijven doen: onze eigen werkstukken produceren, onze vrienden inzetten—eigenlijk hen ‘kapen’—op zaterdagen waarop ze liever voetbalden of iets anders wilden doen.

Het duo schreef “sombere” kortverhalen geïnspireerd door Poe en O. Henry, en had zelfs een originele musicalkomedie die werd opgevoerd tijdens hun laatste jaar middelbaar. Gefascineerd door het mysteriegenre stuurden de twee klasgenoten geregeld detectiveromans op naar grote tijdschriften zoals The New Yorker en The Saturday Evening Post. Niet geheel verrassend keerden de standaardafwijzingen even geregeld terug.

Nog vóór dat alles had Link een kortstondige kennismaking met Hollywood. Toen Dragnet in 1949 op de radio debuteerde, herkende hij meteen de iconische begintonen als identiek aan het thema van Miklós Rózsa’s filmmuziek voor The Killers (1946). Hij schreef naar Dragnet-componist Walter Schumann, die antwoordde: “Ja, meneer Link. Met toestemming van meneer Rózsa heb ik het thema uit The Killers gebruikt. Blijf luisteren naar Dragnet.”

Het duo maakte zelfs een parodie op de populaire radioshow Dragnet.

Later, toen Variety meldde dat Rózsa’s uitgever Schumann aanklaagde wegens plagiaat, haalde Link de brief boven en gaf hem aan zijn vader, die hem doorspeelde aan hun advocaat, die hem op zijn beurt doorgaf aan Rózsa’s uitgever. Nadat Rózsa de rechtszaak won, werd Link als dank getrakteerd op een verblijf in het Plaza Hotel in New York én kreeg hij tickets voor elke Broadwaymusical die op dat moment liep. (5)

Ze schreven ook de schoolmusical Election Time, een originele musicalkomedie die tot op vandaag herinnerd wordt aan de Cheltenham High School. Het is er een soort legende geworden.

Helaas stierf Bills vader (1951) tijdens zijn laatste jaar van de middelbare school. Dicks moeder overleed het jaar daarop, tijdens hun eerste jaar aan de universiteit.

William Link (L) en Richard Levinson, samenwerkend toen ze nog student waren.
Boven: William Link (L) en Richard Levinson, samenwerkend toen ze nog student waren.
Om op veilig te spelen, werden we allebei toegelaten tot de Wharton School of Commerce and Finance, die toen—en nog steeds—de beste undergraduate business school was, gevolgd door Harvard voor de MBA. Dat was een echte eye-opener. We speelden op veilig omdat je in die tijd, als je je ouders vertelde dat je schrijver wilde worden, ze dachten dat je paardenjockey bedoelde. Schrijven werd niet als een haalbare carrière gezien. Mijn moeder was echter heel ondersteunend. Het kwam neer op: ‘Wat maakt je gelukkig? Doe wat je wilt—ik steun je.’

Levinson en Link volgden les aan de Wharton School van de University of Pennsylvania, hoewel ze weinig interesse hadden in zaken. Lang voor filmstudies een formele discipline werden, analyseerden zij al films en televisie-scripts. Hun favoriete schrijver-regisseur was Billy Wilder—ze waren geobsedeerd door alles wat hij maakte—en hun favoriete televisieschrijver was Paddy Chayefsky.

Ze leverden bijdragen aan Penn’s humoristische en literaire tijdschriften: ze schreven filmkritieken voor The Daily Pennsylvanian, richtten het humorblad Highball op aan de universiteit, en schreven enkele van de liedteksten voor vijf musicals van Penn's Mask and Wig-club. Dat waren groots opgezette producties, op professioneel niveau. De regie, het orkest en de partituren waren allemaal origineel, en elke musical kostte zo’n $100.000—wat een aanzienlijk bedrag was in de jaren 1950. Dat geld kwam uit de inkomsten van het Penn-footbalteam, dat toen nog een grote naam had.

We hielden daarvan—schrijven en onze musicals geproduceerd zien worden. Ze gingen zelfs op tournee tijdens Pasen en speelden in het Forrest Theatre in Philadelphia, een volwaardig theater waar ook shows als 'Oklahoma!' hadden gestaan. Ik herinner me dat onze beste show een parodie op de filmwereld was, Vamped. De recensent van 'Variety' schreef: ‘Dit script is even goed als wat er nu op Broadway staat.’ We dachten: ‘Wauw—wat doen we eigenlijk in een business school?’

Wat ons echt over de lijn trok,, was wat men nu het Gouden Tijdperk van de Televisie noemt. We beseften dat er volwassen, boeiende drama’s konden worden geschreven voor tv, dus begonnen we al tijdens onze tijd aan Penn met het schrijven van televisiescripts.

Intussen hadden ze hun eerste kortverhaal verkocht, Whistle While You Work, aan Ellery Queen Mystery Magazine, dat het publiceerde in het novembernummer van 1954. Het is een charmant verhaaltje over een onderdrukte postbode die snakt naar een ontsnapping aan zijn benauwende thuis, waar zijn dominante vrouw het voor het zeggen heeft. Op een dag duiken er opeenvolgende brieven op in zijn postzak—blauwe enveloppen met zwarte randen—allemaal gericht aan verschillende vrouwen. Al snel wordt elke vrouw die zo’n brief ontvangt, brutaal vermoord teruggevonden. Hoewel het vier jaar duurde voor ze nog een verhaal konden verkopen, was de gezamenlijke koers van hun levens uitgestippeld.

Ze mochten zelfs samenwerken aan een eindscriptie,
aangezien het toegelaten was om “publicaties” in te dienen; dus leverden ze drie scenario’s in—die uiteindelijk alle drie werden verkocht aan Alfred Hitchcock. Na hun afstuderen werd die achterpoort onmiddellijk gesloten. (5)Volgens hen was showbusiness geen echte business.

Beiden behaalden hun diploma aan de Wharton School of Business van de University of Pennsylvania en besloten niet lang bij de pakken te blijven zitten.

De week nadat we afstudeerden, trokken we naar New York. We hadden een contact bij het William Morris Agency, waarschijnlijk het machtigste entertainmentagentschap van dat moment. We ontmoetten Harry Kalcheim, de vader van een vriend van een vriend. Hij was een van de grote agenten—hij produceerde de 'Texaco Star Theater' met Milton Berle en vertegenwoordigde heel wat grote namen. Hij was erg vriendelijk en tekende ons voor twee jaar als schrijvers bij William Morris.

Ik was in de zevende hemel. Ik nam de trein naar huis, kwam binnen, en vond een brief op de schoorsteenmantel. Hij was van Uncle Sam—een uitnodiging om me bij het leger te voegen. Wat een klap. In die tijd gold er algemene dienstplicht—twee jaar actieve dienst, gevolgd door vier jaar in de reserve. Dick was zes maanden jonger, en tegen de tijd dat hij opgeroepen werd, was er net een programma gestart van zes maanden—maar ik moest de volle twee jaar dienen.

Link diende van 1956 tot 1958 in het Amerikaanse leger. Tijdens hun legerdienst bleven ze via luchtpost samenwerken aan verhalen. Levinson diende heel kort, en ging daarna aan de slag bij wat nu NBC10 is.

Na zijn terugkeer in het burgerleven trokken de jeugdvrienden weer naar New York, maar ze ontdekten al snel dat de gouden tijd van de live anthologiedrama’s voorbij was. Toen ze terugkwamen, waren ze geschokt: alle grote New Yorkse drama’s waren verdwenen. De televisie was naar Hollywood verhuisd—privédetectiveshows, westerns, sitcoms. Niets meer met de diepgang van de Chayefsky’s of Vidals. Om rond te komen verkochten ze kortverhalen aan bladen zoals Alfred Hitchcock’s Mystery Magazine, Playboy, en andere. Twee van hun scenario’s werden geproduceerd door General Motors Presents, een Canadese anthologiereeks uitgezonden door de CBC.

Hun Amerikaanse televisiedebuut was meteen een sterk begin. Hun script voor Chain of Command, een legerserie die zich afspeelde in het zuiden, werd geproduceerd door Desilu Playhouse en geprezen door TV Guide als een van de beste uitzendingen van het seizoen 1958–1959. Levinson en Link waren pas vierentwintig jaar oud. Het duo besloot hun droom na te jagen in Hollywood en verhuisde naar Los Angeles. Levinson vloog als eerste, terwijl Link dwars door het land reed met zijn goede vriend Mike Rosenfeld, die later agent zou worden bij William Morris en een van de oprichters van Creative Artists Agency (CAA).

De verhuis was een cultuurschok voor twee intellectuele jongens uit Philadelphia en New York, die zich plots omringd zagen door tuinappartementen, paarse verlichting in de bomen, mensen in bermuda’s met Kerstmis, een autocultuur en slecht ontworpen snelwegen. De stad voelde vreemd aan. Er was weinig kunst, geen degelijk symfonisch orkest, slechts één jazzclub, en misschien vijf goede restaurants.

We waren de geweldige restaurants van New York gewend. Hier had je Chasen’s, Scandia, LaRue, Perino’s—en dat was het zowat. We konden niet eens een goed stuk steak vinden. Die van Chasen’s was verschrikkelijk. We dachten: ‘Waar halen ze die steaks vandaan—Zuid-Amerika?’ Maar werk ging voor. We beseften dat dit onze thuis moest worden, en dat werd het bijna onmiddellijk. Zodra we uit het vliegtuig stapten, stonden we onder contract. Four Star Television—Four Star was in die tijd de grootste televisieproducent.

Het televisiesucces kwam snel voor het duo—hun eerste jaar leverde naar verluid $50.000 op, een klein fortuin in die tijd. Volgens Link maakte dat indruk op zijn moeder en wekte jaloezie op bij zijn broer. Gedurende het volgende decennium werkten ze gestaag als freelancers en schreven afleveringen voor een breed scala aan mysterie- en dramaseries, waaronder Johnny Ringo, Honey West, The Fugitive en Burke’s Law.

Toch ontbrak het werk aan voldoening, dus besloten Levinson en Link hun tijd te verdelen tussen de theaterscene van New York en de televisie-industrie van Los Angeles. “Toen was er een schrijversstaking in 1960. We waren verbaasd toen Christopher Conover ons kantoor binnenkwam en zei: ‘Wegwezen hier.’ We vroegen waarom—we waren net lid geworden van de Writers Guild—en hij zei: ‘Wel, jullie gilde staakt.’ We konden het niet geloven. We moesten ons kantoor bij Four Star verlaten. De staking duurde bijna zes maanden. We keerden terug naar Philadelphia en werkten aan een roman. We dachten dat we voor live televisie konden schrijven—zelfs tijdens de staking.

Toen verscheen luitenant Columbo ten tonele, de politie-inspecteur uit Los Angeles, bekend om zijn sjofele regenjas, goedkope sigaren en het vangen van moordenaars door zich dom voor te doen. Columbo (gespeeld door Burt Freed) verscheen voor het eerst in het door Levinson en Link geschreven mysterie “Enough Rope”, dat werd uitgezonden als een live uitzending van een uur op The Chevy Mystery Show op 31 juli 1960. Een uitgebreide versie van het mysterie zou later een succesvolle toneelproductie ** worden in 1962, ditmaal getiteld Prescription: Murder en met Thomas Mitchell als de sluwe luitenant.

Het toneelstuk ging in première in San Francisco met Joseph Cotten als Dr. Ray Fleming, de charmante psychiater die het perfecte plan bedenkt om zijn vrouw te vermoorden. Agnes Moorehead speelde zijn noodlottige echtgenote. De met een Academy Award bekroonde acteur Thomas Mitchell werd gekozen om luitenant Columbo te vertolken. “Mitchell was geweldig, maar we kregen geen goede recensies,” zei Link. “Het had werk nodig. Maar het ging 25 weken op tournee in de Verenigde Staten en Canada, en het leverde een fortuin op. ... Ze hielden van het personage Columbo. We dachten dat hij een personage van ondergeschikt belang was.

In 1961 begonnen ze een vruchtbare samenwerking met regisseur en tv-presentator Alfred Hitchcock. Het duo droeg twee scripts bij aan het halfuur durende Alfred Hitchcock Presents en vijf aan The Alfred Hitchcock Hour. “Dear Uncle George”, een aflevering uit 1963, bevatte Gene Barry als een man die zijn vrouw vermoordt. Vijf jaar later zou de acteur een vergelijkbare rol spelen in de tv-filmversie van Prescription: Murder (NBC, 20 feb 1968), toen het succesvolle mysterie als televisiefilm werd uitgebracht. De rol van Columbo werd op televisie beroemd gemaakt door Peter Falk, wiens komische timing het excentrieke karakter van de rechercheur tot leven bracht. Vanaf 1968 speelde Falk de rol met tussenpozen tot Columbo Likes the Nightlife (ABC, 30 jan 2003). Vanaf het begin was het format vastgelegd. Het concept achter Columbo is dat het een omgekeerd—of open—mysterie is. In tegenstelling tot de klassieke whodunit, is de moord vanaf het begin zichtbaar voor het publiek. We weten al wie het heeft gedaan. De echte spanning ligt in hoe Columbo de moordenaar gaat pakken—een “hoe-gaat-hij-hem-pakken” in plaats van een “wie-heeft-het-gedaan”.

Steven Spielberg, het “jonge genie” op het terrein van Universal, kreeg de regie toegewezen van “Murder by the Book”, dat werd geselecteerd als de openingsaflevering van het eerste seizoen van Columbo. Het opende deuren waar de toen 24-jarige Spielberg doorheen stormde om zichzelf te vestigen als een van de toonaangevende filmmakers van de 20e en 21e eeuw.

Wat betreft hoe Columbo aan zijn naam kwam—Link en Levinson kregen die vraag jarenlang gesteld, en jarenlang gaven ze verschillende antwoorden. Maar in een interview uit 2011 onthulde Link wat hij geloofde dat de ware inspiratie was achter de iconische naam van hun rechercheur. Het kwam uit een van Billy Wilders grootste films, Some Like It Hot, die in 1959 in première ging. Levinson en Link waren er op de openingsdag bij. Ze bestudeerden het scenario nauwkeurig en bekeken de film talloze keren opnieuw. Pas onlangs viel het Link op wat al die tijd voor hun neus had gestaan: de gangster die de personages van Curtis en Lemmon achterna zit, gespeeld door George Raft, heet gedenkwaardig “Spats”. Zijn volledige naam? Spats Colombo.

Het eerste Hitchcock-script van L&L, “Services Rendered,” bevatte een personage met de naam Mannix (ze hadden een vriend van de middelbare school die William Mannix heette). Ze vonden de naam goed genoeg om hem te gebruiken voor een detectivereeks. De pilot werd herschreven, en daar waren ze niet tevreden mee. Ze verlieten Mannix om naar Universal te gaan. Ze hielden er meestal niet van om bij een serie te blijven—ze zetten die liever op, lanceerden het, haalden de juiste schrijvers erbij, en gingen dan verder. Ze hadden altijd andere projecten in gedachten. “Op Mannix was Mike Connors geweldig. We hadden hem erg graag.” De keiharde privédetective Mannix hield het acht seizoenen vol (CBS, 1967 - 1975).

Gebaseerd op Cat of Many Tails van Ellery Queen, produceerde NBC in 1971 Ellery Queen: Don’t Look Behind You. Het script werd geschreven door Richard Levinson en William Link, die werden gecrediteerd onder het pseudoniem “Ted Leighton” (hun gecombineerde middelste namen), omdat ze niet akkoord gingen met wijzigingen die tijdens hun vakantie in Europa waren aangebracht. Ze hadden gelijk—het is een gemakkelijk te vergeten 96 minuten.
(L-R) William Link, Martin Sheen en Richard Levinson in de jaren 1970. Martin Sheen zou in "That Certain Summer" (ABC, 1 nov 1972) optreden—de eerste op homoseksualiteit gebaseerde show die een Emmy won—en opnieuw in "The Execution of Private Slovik" (NBC, 13 maa 1974). Beide werden geschreven en geproduceerd door Link & Levinson.William Link, Peter Falk en Richard Levinson ontvangen de Golden Globe op 28 januari 1973 (voor Beste Acteerprestatie en Beste Serie in 1972) (Foto, Hollywood Foreign Press Association).
Boven links: (L-R) William Link, Martin Sheen en Richard Levinson in de jaren 1970. Martin Sheen zou in That Certain Summer (ABC, 1 nov 1972) optreden—de eerste op homoseksualiteit gebaseerde show die een Emmy won—en opnieuw in The Execution of Private Slovik (NBC, 13 maa 1974). Beide werden geschreven en geproduceerd door Link & Levinson.
Boven rechts: William Link, Peter Falk en Richard Levinson ontvangen de Golden Globe op 28 januari 1973 (voor Beste Acteerprestatie en Beste Serie in 1972) (Foto, Hollywood Foreign Press Association).

Ze lanceerden de veelgeprezen maar kortlopende Adventures of Ellery Queen (NBC, 1975 - 1976). Link legde uit: “Ellery Queen was gebaseerd op de romans die we als kinderen hadden gelezen. We wonnen de Edgar Allan Poe Award voor Beste Mysterie Film van het Jaar. Tijdens het banket in New York greep een oude man me vast en zei: 'Ik ben Ellery Queen.' Het was Fred Dannay. De naam was een pseudoniem voor twee neven. Zijn neef was overleden. We brachten een dag door met hem in Larchmont, Long Island. Het was geweldig.

We kregen Jim Hutton en David Wayne— die was geweldig als de vader. Het werd echt het sjabloon voor Murder, She Wrote. De aanwijzingen in 'Ellery Queen' waren te moeilijk. We realiseerden ons dat we ze makkelijker moesten maken zodat het publiek zich slim kon voelen en verder bleef kijken.

We stonden tegenover Sonny and Cher, die net weer waren herenigd en een nationaal evenement waren geworden. Het was een moeilijke tijdslot. Maar we hadden plezier. Elmer Bernstein schreef het thema. We plaatsten de afleveringen in een gestileerd New York van de jaren 1940—een van onze favoriete periodes. Als we sommige van deze oude shows terugkijken, houden ze nog steeds stand.

Het hielp ook niet dat Brandon Tartikoff, hoofd van NBC, de show niet leuk vond, waardoor deze werd afgevoerd.

In "Ellery Queen" was er een opmerkelijke chemie tussen Hutton en Wayne, die samen een robuust en overtuigend duo vormden, dat elkaar moeiteloos aanvulde in hun prestaties.
Boven rechts: "The Adventure of the Sunday Punch" (NBC, 11 jan 1976), een aflevering van "Ellery Queen" met Ken Swofford en actrice Maggie Nelson. Zij zou in 1980 met William Link trouwen.
Top: In Ellery Queen was er een opmerkelijke chemie tussen Hutton en Wayne, die samen een robuust en overtuigend duo vormden, dat elkaar moeiteloos aanvulde in hun prestaties.
Boven links: In september 2010 werd een DVD-boxset uitgebracht met de complete pilot en een Ellery Queen-featurette, met deelname van de mede-bedenker van de serie, William Link. David Lambert van tcshowsdvd verzorgde deze sneak preview.

Boven rechts: "The Adventure of the Sunday Punch" (NBC, 11 jan 1976), een aflevering van Ellery Queen met Ken Swofford en actrice Maggie Nelson. Zij zou in 1980 met William Link trouwen.
Een van de terugkerende personages was inderdaad Vera, de secretaresse van Frank Flannigan. Ze werd gespeeld door Maggie Nelson. Onder die naam speelde ze ook in een aflevering van The Eddie Capra Mysteries (NBC, 8 dec 1978). Op 5 september 1980 trouwden Margery Nelson (3 apr 1939 - ) en William Link in Manhattan, NY. Als Margery Nelson bleef ze zowel als actrice als producent werken. Ze is de dochter van Alexander R. Nelson (3 dec 1905 - 23 okt 1990), een New Yorkse advocaat, en Doris H. Siegel (1912 - voor 1983).
Bill Link en Dick Levinson vormen een van de succesvolle televisie schrijversduo's. Hun nieuwste inspanningen gingen naar de nieuwe "Ellery Queen"-serie (APN Illustrations, 27 jul 1975).
Boven: Bill Link en Dick Levinson vormen een van de succesvolle televisie schrijversduo's. Hun nieuwste inspanningen gingen naar de nieuwe Ellery Queen-serie (APN Illustrations, 27 jul 1975).
James Goldstone, Richard Levinson en William Link. Goldstone regisseerde "Rollercoaster" (Universal, 17 jun 1977) waarvoor ons duo het verhaal/het script verzorgde.Levinson en Link met hun 1980 Edgars voor "Murder by Natural Causes" in de categorie "Beste TV-film of Miniserie".
Boven links: (L-R) James Goldstone, Richard Levinson en William Link. Goldstone regisseerde Rollercoaster (Universal, 17 jun 1977) waarvoor ons duo het verhaal/het script verzorgde.
Boven rechts: Levinson en Link met hun 1980 Edgars voor Murder by Natural Causes in de categorie "Beste TV-film of Miniserie".

Hij werd genomineerd voor de Tony Award van Broadway in 1983 als Beste Boek (Musical) samen met samenwerkingspartner William Link voor Merlin (Mark Hellinger Theatre, 10 dec 1982 - 13 feb 1983).

Op een bepaalde manier werd 'Ellery Queen' echt het sjabloon voor 'Murder, She Wrote', omdat, terugkijkend, de aanwijzingen te moeilijk waren—ze waren te ingenieus. En we leerden: geef het publiek een kans. Het zou echt een eerlijk gevecht moeten zijn tussen ons en hen. Daarom, toen we uiteindelijk 'Murder, She Wrote' met Angela deden, maakten we de moorden iets gemakkelijker te raden, zodat het publiek ze kon oplossen. Na zichzelf op de schouder te hebben geklopt, kwamen ze terug om ons weer te kijken de volgende zondag. Ik bedoel, er was een methode in onze waanzin—en onze “versimpeling”, zoals het was. Maar 'Ellery Queen' was een zeer goede ervaring.” (William Link)

De makers van Murder, She Wrote werden aanvankelijk door CBS-executive Harvey Shepherd gevraagd om een mysterieserie te ontwikkelen voor actrice Jean Stapleton. Hoewel ze een pilot script voor haar hadden geschreven, begreep ze het niet en weigerde uiteindelijk de rol.

We waren altijd al fan van Angela Lansbury. We hoorden dat ze beschikbaar was, maar het televisiepubliek kende haar eigenlijk niet. Ze was een filmster. Ze was in de eerste film van Liz Taylor, waarin ze de oudere zus speelde. Ze had veel geweldig werk gedaan. Ze was ook de originele Tante Mame op Broadway. We hielden van haar.

Maar we dachten, als we haar naam bij Harvey Shepherd brachten, waren we dood—hij zou ons zijn kantoor uit schoppen. Maar we hadden niemand anders, en we dachten, 'Ze is Engels, ze komt uit die hele Britse moordmysterie-traditie. Ze zou echt goed zijn. Ze is een prima actrice.' Dus we dachten, 'Wat hebben we te verliezen?' Nou—de serie. Maar wat maakt het uit.

We liepen Harvey’s kantoor binnen bij CBS City en gooiden haar naam in de ring. Zijn ogen lichtten op. Het bleek toevallig dat zijn vader—volgens mij een slager op Long Island was—deel uitmaakte van een grote toneellievende familie. Ze gingen naar alle musicals kijken. Ze waren enorme Angela Lansbury-fans.

Harvey zei: 'Als je haar kunt overhalen, zenden we het uit!'

Richard Levinson, op 52-jarige leeftijd, overleed op 12 maart 1987 aan een hartaanval in Brentwood, Los Angeles. Een zware roker – drie pakken per dag, soms vier onder stress – was hij al vanaf zijn tienerjaren, met Link aan zijn zijde toen hij zijn eerste sigaret aanstak. Link vreesde altijd dat het hem ooit zou doden, en Levinson wist het ook – “maar hij was verslaafd.”

Zijn dood had een verwoestende impact op William, die therapie zocht om ermee om te gaan en een manier te vinden om door te blijven schrijven. Zelfs toen voelde hij de aanwezigheid van zijn partner. “Ik denk dat Dick op mijn schouder zit en tegen me zegt: 'Bill, je kunt het beter doen met die zin.'

Link zette zijn carrière als schrijver en producent voort in verschillende media. In 1991, ter ere van Levinson, schreef hij het script voor de tv-film The Boys, met James Woods en John Lithgow in de hoofdrollen. Hij was een frequent bijdrager aan mysterie fictie publicaties zoals Ellery Queen's Mystery Magazine en Alfred Hitchcock's Mystery Magazine. Link was ook executive story consultant voor de kortlevende science fiction/detective serie Probe in 1988. Zijn tv-werk na Levinson omvat The Cosby Mysteries (1994 - 1995), met Bill Cosby in de hoofdrol.

In 1995 werden Richard Levinson en William Link opgenomen in de Hall of Fame.

In 2010 bracht de gespecialiseerde mysteriedrukkerij Crippen & Landru The Columbo Collection uit, een boek met een dozijn originele korte verhalen over luitenant Columbo, allemaal geschreven door Link. In 2021 werd een verdere verzameling verhalen, Shooting Script, bewerkt voor C&L door Joseph Goodrich.

In 2018 bood de MWA William Link de Grand Master Edgar aan, Joseph Goodrich  overhandigt hem de prijs (L).Bill, geholpen door Margery Nelson, hield een uitstekende acceptatiespeech (prachtige foto door Peter Rozovsky). Klik op de foto om de volledige speech te beluisteren.
Boven links: In 2018 bood de MWA William Link de Grand Master Edgar aan, Joseph Goodrich West 87th Irregular overhandigt hem de prijs (L).
Boven rechts: Bill, geholpen door Margery Nelson, hield een uitstekende acceptatiespeech (prachtige foto door Peter Rozovsky). Klik op de foto om de volledige speech te beluisteren.

Woonachtig in Beverly Hills, Los Angeles, met zijn vrouw Margery en hun kleine Yorkshire terriër Winston, bleef hij elke dag schrijven—zeven dagen per week. Niet langer voor televisie, maar hij bleef mysteries en korte verhalen schrijven. En hij verkocht elk van hen.

Hoewel Link voor altijd geassocieerd zal worden met Columbo, kenmerkten zijn laatste jaren zich door een lelijke rechtszaak met NBC en Universal over 40 jaar onbetaalde winst uit de succesvolle serie. Een jury kende Link en de erfgenamen van Levinson in 2019 aanvankelijk meer dan $70 miljoen toe, maar de beslissing werd snel omgekeerd en een nieuwe rechtszaak heeft, bij ons weten, nog niet plaatsgevonden.

William Link stierf op 27 december 2020 aan hartfalen in Los Angeles, twaalf dagen na zijn 87ste verjaardag. De familie hielp Link zijn verjaardag te vieren door YouTube-video's af te spelen van interviews waarin hij zijn lange carrière vertelde. Hij vond het geweldig. Het was het beste verjaardagscadeau dat hij had kunnen krijgen.
 
 
Notities:

* Na zijn hele leven als niet-Jood te hebben geleefd, ontdekte Link rond 2011 dat hij Joods was. Zijn grootvader Frank Edward had het gezin verlaten toen Link’s vader pas 13 jaar oud was. Als gevolg hiervan groeide Link’s vader op met weinig kennis van zijn familieachtergrond. Aan zijn moeders kant stamt de afkomst terug tot de Hugenoten, en zij sprak Duits. Zijn vader groeide op aan de Lower West Side van New York (eerste aanwijzing) en werd een zelfgemaakte man, werkend als textielmakelaar (tweede aanwijzing). Omdat de textielindustrie voornamelijk Joods was, leerde hij zelfs een beetje Yiddish (grote aanwijzing). Ondanks deze aanwijzingen gelooft Link dat zijn vader nooit besefte dat hij Joods was — en Link zelf werd buiten het Joodse geloof opgevoed. (5)

Link's nicht, Amy, onderzocht een koffer die William Theodore aan zijn zoon had nagelaten en die in hun zolder was opgeslagen. Toen ze deze in 2011 opende, ontdekte ze dat de koffer genealogisch onderzoek en documentatie bevatte die William Theodore tijdens de Tweede Wereldoorlog had verzameld. Door deze vondst ontdekte Amy dat Link’s grootouders van vaderskant Joods waren.

** Ze hadden gewerkt aan een andere Broadway-musical waarbij ze "aanvullend materiaal" hadden geleverd voor de kortlevende Vintage '60 (Brooks Atkinson Theatre, 12 sep - 17 sep 1960).



Alle vermelde data voor films zijn voor de eerste release in de VS.
Alle vermelde data voor TV programma's zijn die van eerste uitzending.
Alle vermelde data voor (radio)toneelstukken zijn voor de periode waarin de acteur erbij betrokken was.


De programma's, feiten of datums in het rood moeten nog bevestigd worden.


 
Klik op Uncle Sam als je denkt ons te kunnen helpen...! Click if you think you can help out...!

Andere referenties
(1) Wikipedia
(2) IMDb
(3) William Link, official website

(4) William Link, biography at Film Reference
(5) Columbo co-creator solves his own mystery Tom Teicholz
    (Jewish Journal, Mar 3. 2011)
(6) IBDB
(7) Playbill

(8) Thanks for the memories: RIP William Link (Columbophile, Dec 30. 2020)
(9) Ten Questions for William Link Andrew McAleer (2007)
(10) The Columbo phile: a casebook Mark Dawidziak (1989)
(11) Bringing Columbo to the Printed Page J. Kingston Pierce
      (Rap Sheet, Oct 13. 2010)

Bijkomende video & audio bronnen
(1) 2018 Edgar Awards Grand Master William Link MWA, YouTube
(2) Peter Falk’s Acceptance Speech for Columbo, Emmys Archive (1972)
(3) The Writer Speaks part 1 - The Writer Speak part 2
     The Writers Guild Foundation, YouTube
(4) William Link on his writing partner, Richard Levinson
      FoundationInterviews, YouTube
(5) William Link on creating Murder, She Wrote FoundationInterviews, YouTube
(6) Richard Levinson and William Link Hall of Fame Induction
     Television Academy 1995

 
Dit profiel hierboven maakt deel uit van Ellery Queen a website on deduction. De producer hierboven produceerde de Ellery Queen tv-serie van 1975-1976. Vele van de profielen op deze site zijn samengesteld na zeer nauwgezet onderzoek van diverse bronnen. "Please quote and cite ethically!"


Pagina aangemaakt 2 mei 2025 
Versie 1.0 - Laatste update 2 mei 2025 

t e r u g   n a a r   d e   L i j s t   v a n   V e r d a c h t e n
t e r u g   n a a r   d e   L i j s t   v a n   V e r d a c h t e n   N B C


 
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie?  | Q.E.D. | Moord en scene | Nieuw | Auteursrecht
Copyright © MCMXCIX-MMXXV   Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden.