NAAR PAGINA: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

KINDERTIJD

Ellery Queen is het pseudoniem van twee neven, Frederic
Dannay en Manfred B. Lee.  Ellery Queen is een schrijver samengesteld uit twee individuen, geboren als neven in 1905 in Brooklyn's Brownsville district, Lee in januari en Dannay in oktober. Hun namen bij geboorte waren respectievelijk Manford Lepofsky en Daniel Nathan.
Rebecca en Dora waren de dochters van Russisch-Joodse immigranten Leopold Wallerstein en Rachel Granowsky. Rebecca huwde Benjamin Lepofsky en Dora trad in het huwelijk met Meyer H. Nathan, een likeurverkoper.
Zelfs "Lepofsky" zou niet echt de familienaam geweest zijn zoals een 'familie gerucht' ons zou kunnen doen geloven. Blijkbaar zou Benjamin's vader toen die op weg was van Rusland naar Amerika onder druk van een medereiziger hebben 'veramerikaniseerd' van "Ashov" of "Arshow" naar "Lepofsky", de naam van iemand die ze kenden en die reeds naar Amerika.was geïmmigreerd

Mevr. Rebecca Lepofsky noemde Manford naar de hoofdfiguur uit een liefdesromannetje dewelke ze las kort voor haar bevalling. De dokter liet zich deze naam niet erg welgevallen en registreerde de jongen op de geboorteakte als Emanuel. Iets gelijkaardigs gebeurde toen haar zus Dora Nathan negen maand later van een jongen beviel, dezelfde arts scheen zich dit keer niet akkoord te verklaren met de door de ouders gekozen naam Daniel en vulde dit keer de geboorteakte in voor ... David Nathan. Dit bleef evenwel zelfs voor de dichtste familie een 'geheim' zoals Richard Dannay ook kon getuigen: "Na zijn dood, vond ik een kopie van de aanvraag om zijn naam te veranderen in Frederic Dannay getekend -- David Nathan!".  Beiden wijzigden reeds als jonge mannen hun naam, Lepofsky verkorte en verengelste zijn achternaam en koos als voornaam een naam met als betekenis "man van vrede",  Dannay stelde zijn achternaam samen uit de eerste letters van zijn geboortenaam en koos "Frederic" als voornaam uit bewondering voor Chopin. Familie en vrienden bleven hen evenwel als "Manny" en "Dan" of "Danny" aanspreken.

             Lee (links) en Danny (rechts) gedurende de zomer van 1912 in Elmira.
Boven: Lee (links) en Danny (rechts) gedurende de zomer van 1912 in Elmira.


Als oudste en enige zoon van drie kinderen groeide Lee op in Brooklyn waar hij woonde met zijn twee zusters Helen en Rena, die niet huwden en Lee naar school lieten gaan. Helen werkte voor de televisie en Rena werkte bij Time Magazine. Hij ging naar Boys' High (tegenwoordig Boys' and Girls' High). Als kind had Lee het moeilijk met wat hij zelf omschreef als "de brutaliteit van de straat" dus "verschool" hij zich in boeken. Dannay's familie verhuisde naar het toen landelijke Elmira, New York, toen hij nog zeer klein was. Het was de geboortestad van Mark Twain en het gaf hem dan ook een echte "Tom Sawyer-achtige" kindertijd die hij doormaakte met zijn boezemvriend... Ellery. Gedurende de vakantie kwam Manny vaak één week in verlof bij zijn neef en eens in 1914 bleef hij zelfs de gehele periode. In 1917 nam de familie de beslissing om terug naar  Brooklyn te gaan en nam er hun intrek in het ouderlijk Wallersteins huis. Gedurende hun eerste winter daar werd Danny aan zijn bed gekluisterd door een abces aan het linker oor, één van zijn tantes gaf hem een exemplaar van
Conan Doyle's Adventures of Sherlock Holmes om zijn tijd door te komen. Zijn leven zou nooit meer hetzelfde zijn...

Nu ging hij samen met Manny naar Boys' High. Meer als broers dan neven deelden ze dezelfde interesses als bvb. baseball en detective verhalen. Halverwege hun tienerjaren tijdens het komen en gaan van en naar school, terwijl ze een tram of taxi deelden...lieten de neven hun fantasie de vrije loop. Ze beraamden de meest onmogelijke misdaden, speelden met ideeën,... . Zo planden ze ooit eens een gesloten kamermysterie in, de voor hen "heilige" plaats, een bibliotheek. Ze concentreerden zich hierbij meer op het "hoe" dan op het "waarom"... Maar uiteindelijk wijzigden ze de locatie naar een museum en werkten het verhaal uit.

Manny studeerde af van Boy's High in 1921 en ging door naar the N.Y. University, terwijl hij wat bijverdiende als boodschapper voor de Western Union. "In de jaren 20, toen vader als Emanuel Benjamin Lepofsky zich inschreef aan de New York University, kwam hij tot ontdekking dat Joodse studenten tot die etnische groepen behoorden die weerhouden werden om op de hoofd campus van NYU te komen. Later, toen hij bijna van de Greenwich Village campus van NYU kwam af te studeren met een summa cum laude graad in Engels, vertrouwde vader een vriend aan de faculteit toe dat hij er van droomde om een prof Engels aan zijn alma mater te worden. Waarop de vriend antwoordde, “Ah, Manny, geen Jood zal ooit een positie krijgen in het NYU systeem—jullie zijn allen zo veel slimmer dan de ongelovigen, het zou gewoon niet eerlijk tegenover de rest van ons.” Waarop mijn vader besloot zijn droom van professorschap te laten varen en ook zijn naam wijzigde ("The Story is the Thing", Rand B. Lee)
 
Patricia Lee Caldwell herinnert zich: "Mijn oom Hy Miller volgde lessen aan de New Yorkse Universiteit waar hij Manny Lee ontmoette. Hy had een goede zangstem en speelde wellicht nog één of ander instrument en kort na hun ontmoeting vormde zijn een groepje die op verschillende evenementen ging spelen, zoals op cruises en op enkele vakantiebestemmingen."
(Arthur Vidro) Dit was de vijfmans jazzband die Manny een tijdlang aanvoerde (hij kon uitstekend viool spelen).  Manfred B.Lee "Poffy" vervolledigde dus zijn studies en zijn bijgestelde ambitie toen was eigenlijk om een "ernstig" schrijver te worden, een "20 eeuwse Shakespeare".
Zijn moeder zag hem liever rechten studeren maar het duurde niet lang toen Lee in 1926, zijn weg vond naar de publiciteitswereld als bedenker van slogans en filmscripts
(FBO Pictures co. 1926-27; Sterling Pictures, 1927-28; Gotham Pictures, 1928; later Pathé, 1930).  "Mannie Lee" (sic) werd omschreven als een goede schrijver en lay-out man. Ergens in 1926 vergezelde Manny, tijdens een weekend, zijn vriend Hy naar Philadelphia om er diens familie te ontmoeten. Daar ontmoette Manny Lee de in Claremont geboren Betty Miller (b. 30 juli 1909). Daarna, zou hij haar regelmatig thuis bezoeken op Memorial Day, met Pasen en bij haar afstuderen tijdens het vierde bezoek werden ze verloofd. Het daaropvolgende jaar huwde het koppel (6 aug 1927) in Manhattan en brachten hun huwelijksreis in New York door.
Na enkele jaren bij F.B.O. (Film Booking Offices) in het reclamedepartement te hebben gewerkt had Lee, bij het begin van 1927 dat bedrijf verlaten om bij Henry Ginsberg van de Sterling Pictures Distributing Corporation te gaan werken. Hij zou er veel van zijn tijd besteden aan het formuleren en voorbereiden van verhaalmateriaal voor filmvertoningen. Dat zelfde jaar schreef Manfred (onder de naam Manfred Lee) samen met Frances Guihan, het verhaal voor de stomme film Closed Gates, geregisseerd door Phil Rosen. E.G. Johnston besprak de film in Motion Picture News: "Manfred B. Lee, die het verhaal voor deze film voorzag, biedt hier het bewijs van zijn bewering dan een onafhankelijke producer WEL een Broadway film kan afleveren. We zijn geneigd Mr. Lee te volgen, het is alleszins gelijkwaardig aan wat menig andere grootstedelijke debuten opvoerden. Minstens twee van de dramatische situaties zijn van hoog niveau." In juni had Manny twee weken nodig om te herstellen van de roemloze bof. Op 7 januari 1928, slechts een jaar later na er te zijn begonnen, werd bericht dat Manfred "verantwoordelijk was voor de reclame en publiciteit bij Sterling", er ontslag nam "om zijn roeping als schrijver te gaan volgen". It was Mike Simmons who took Manfred Lee into Gotham
(May 1928).



Maar reeds in 1929 werkte Manfred als schrijver bij Pathé waar hij onder ander de opdracht kreeg om samen met Mike Simmons de samenstelling te doen van het AMPA jaarboek waarvan de voorstelling in maart een belangrijk onderdeel zou vormen van het Hollywood Masque Ball op touw gezet in het New Yorkse Astor Hotel.
In april 1930 was Manny Lee "van de reclameafdeling van Pathé" verantwoordelijk voor het persblad dat werd voorbereid voor de exploitatie van Pathé's dramatische circusproductie Swing High. Naar verluidt was het een van de grootste en mooiste ooit samengesteld op een foto sinds de inauguratie van het tijdperk van dialoog en geluid. het combineerde schoonheid, kleur, bruikbaarheid en echte bijdrages aan het tonen van showmannen.

 

Dannay had zo zijn eigen ambitie: een dichter worden. Maar reeds zo vroeg was hem een veel minder gunstig lot beschoren. De drooglegging betekende al vlug dat zijn vader de zaak moest stilleggen en hij moest in zijn derde jaar Boy's High verlaten. Gelukkig was werk vinden in 1921 zelfs voor een zestienjarige geen probleem en zo zette hij ook zijn naschoolse job van waterjongen aan de kant om de familie te helpen. Zijn eerste voltijdse betrekking was die van boekhouder maar het werd zeker niet zijn laatste. In de daaropvolgende zeven jaar huppelde hij van job naar job en geleidelijk aan werd de financiële positie beter. Dannay kon zijn High School diploma behalen (1922) en nam zelfs een aantal schilderlessen aan het Arts Students' League. Tegen 1928 werkte Fred als schrijver en artistiek regisseur voor een New Yorks reclamebureau. Zo verliet hij de United Advertising Agency voor een plaats bij het copy departement van de Caples Company, een nationaal reclamebureau. Hij was er "art director" tenminste tot 1932 en ook kunst en typografisch adviseur bij Superior Typography, Inc.


Hun burelen bevonden zich op loopafstand van elkaar en hun interesses waren in wezen dezelfde, "Manny" en "Danny" ontmoeten elkaar dan ook op regelmatige basis en ze gingen frequent samen uit eten. Ze bleven hun gedachtespelletjes uit het kindertijd rond misdaad herhalen en waren beide overtuigd dat ze over hun fascinatie zouden gaan schrijven.

Die interesse dreef hen bvb. naar het verhaal van Joseph Bowne Elwell één der beste bridgespelers nog in leven, de zogenaamde "Wizard of Whist", die zelfs de Koning van Engeland en de miljonair Vanderbilts instrueerde. Hij was de auteur van een aantal bestverkopende bridgehandboeken, een onofficiële "spycatcher" en geheim agent, een zware gokker op de effectenbeurs, de eigenaar van een grote stal racepaarden, projectontwikkelaar van een landgoed in Florida, dealer van illegale likeuren en met bovendien nog een aantal industriële avonturen. Er wordt aangenomen dat Joseph Elwell de inspiratie vormde voor F. Scott Fitzgerald's Jay Gatsby in zijn boek, The Great Gatsby. Maar vandaag de dag wordt Joseph Elwell vooral herinnerd als de man die in een authentieke "gesloten kamer" moord om het leven kwam ---één die tot op de dag van vandaag onopgelost bleef. Iemand zag zijn kans om zijn met kunst volgestouwde huis in Manhattan binnen te dringen, Elwell in het hoofd te schieten om vervolgens in het ijle te verdwijnen.....Elwell in de kamer achterlatend met de deur van binnenuit gesloten! The Slaying of Joseph Bowne Elwell is Jonathan Goodman's fascinerende verslag van het corrupte leven en de mysterieuze dood van een van zeer bizarre figuur. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de zaak Elwell diende voor vele misdaadverhalen als basis diende (waaronder de wellicht bekendste, S.S. Van Dine's The Benson Murder Case), maar ook voor films, en een toneelstuk. Het wordt ook gezegd dat deze zaak de basis hielp leggen voor het partnerschap tussen Frederic Dannay en Manfred Bennington Lee. Ze zouden hun tienerfantasieën aan de kant zetten om plaats te maken voor een "ernstig" boek in de stijl van Van Dine. Ze hadden enkel de vonk nodig die hun voornemens ook deed aanslaan...

 

NAAR PAGINA: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15


 
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie?  | Q.E.D. | Moord en scene | Nieuw | Auteursrecht
Copyright © MCMXCIX-MMXIX   Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden.