NAAR PAGINA: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 |
DE DERTIENDE GAST
e Queen samenwerking evolueerde ook doorheen de jaren. "Het botsen van persoonlijkheden is goed voor het eindproduct. En wij hebben maar wat gevochten. We waren meer verwikkelt in een vorm van competitie dan wel een samenwerking. Dit resulteerde in een scherpere rand."(Schenker) Volgens Dannay probeerde ze "elke vorm van samenwerking door de mens gekend" alvorens te kiezen voor het systeem dat bij hen paste. Ze weigerden echter dit systeem met de wereld te delen, maar sindsdien hebben hun kinderen toch laten doorschemeren dat het vooral Fred de verhaallijnen uitschreef, de figuren creëerde en Lee van de gedetailleerde blauwdruk voorzag die hij dan tenslotte helemaal aankleedde. Deze overeenkomst werd door hun talenten bepaald. ''Ik ben er zeker van dat pa nooit met de plots zou komen aandraven die Fred vond" zei zoon Rand Lee in een interview. Het staat bovendien ook vast dat, alhoewel ze elkaar trouw bleven, de samenwerking niet altijd over rozen ging; de neven vlogen frequent tegen elkaar uit en die passie kan soms in de boeken worden herkend. Rand Lee vervolgde: "... Pa's grieven ten aanzien van Fred waren niet louter professioneel. Vaak nam ik de telefoon aan, hopend dat de lijn vrij was om na enkele momenten de hoorn neer te leggen met pa's en Fred's discuterende stemmen nog naklinkend. Soms gooide pa de gegeven verhaallijn neer terwijl hij het uitschreeuwde, "Hij geeft me de meest belachelijke figuren om mee te werken en verwacht dan dat ik ze realistisch in beeld breng!" Neef Fred voelde zich waarschijnlijk ook tekortgedaan door pa's behandeling van zijn verhaallijnen... ." De vraag waarom ze dan wel bij elkaar bleven kan dus eigenlijk het simpelst worden beantwoord met de vaststelling dat ze elkaar nodig hadden om dit resultaat te bekomen. "De drie voornaamste principes bij het schrijven die mijn vader me bijbracht
waren (1) lees alles, (2) schrijf elke dag, (3) en wanneer je de eerste versie klaar hebt,
herbegin met alle adjectieven en bijwoorden te verwijderen, tot zelfs de bijzinnen.
Vervolgens, voor de tweede versie, plaats enkel die zaken terug die je nodig hebt om de
mening van het verhaal over te brengen." |
Boven links: Lee en Dannay inspecteren op foto negatieven de opties voor een Ellery Queen kaft (Foto: Mark Kauffman, 1 jun 1952) Boven rechts: "Ellery Queen" in een reclame voor Ballantine (1952). |
|
Gedurende de negentien jaar van hun samenwerking met Gollancz hebben Dannay
en Lee hun Engelse uitgever nooit gezien - hij ging niet naar de Verenigde
Staten en zij kwamen niet naar Engeland: het lijkt zelfs onwaarschijnlijk
dat Victor Lee ooit heeft ontmoet. Pas na de oorlog kwamen hij en Frederic
eindelijk oog in oog te staan, tijdens reizen naar Amerika, en er groeide
een wederzijdse sympathie, die werd bestendigd toen Dannay Londen bezocht in
het begin van de jaren vijftig. Tenminste één boek werd onder de geboortenaam, Daniel Nathan, uitgebracht namelijk de fictieve memoires van zijn jeugd in Elmira, het kreeg de naam The Golden Summer en werd gepubliceerd in 1953. De uitgever (Little, Brown) wilde maar al te graag het verband tussen het boek en de naam Queen laten uitlekken, om de verkoop wat te helpen maar Dannay zag hiervan af, omdat het boek op eigen kracht zijn weg diende te vinden. Little, Brown hadden het natuurlijk bij het rechte eind de Ellery Queen associatie is zo belangrijk voor de verkoop nu als het was in 1953. In 1958 schreven hun Finishing Stroke en sloten hiermee een periode af, en hadden het eigenlijk bedoeld als laatste boek. Fred verkocht zijn verzameling kortverhalen aan de Universiteit van Texas en was er zelfs twee semesters professor van "creatief schrijven". |
|
Boven links: Fred speelt schaak met zijn zoon Doug, 22 (die zich ook aan het schrijven waagt) terwijl zijn vrouw Hilda ("Bill") toekijkt. De andere zoon, Richard is, op 16 jarige leeftijd, een getalenteerd goochelaar. (Foto en originele tekst uit Coronet magazine, 1956). Boven rechts: Opening van de Ellery Queen Collection in Austin, Texas. Fred Dannay en zijn echtgenote "Bill" Hilda kijkend naar een deel van de meer dan 3 000 eerste edities en manuscripten van detective verhalen die hij verkocht aan de University of Texas (1958). (Picture courtesy of Richard Dannay) |
|
De daaropvolgende periode werd waarschijnlijk meer door geldelijke motieven ingegeven met
"nieuwe" verhalen die vaak opgepoetste oude ideeën waren of geschreven met/door
"spookschrijvers". De vierde periode in de Ellery Queen verhalen toont aan
dat de auteur nog steeds wil experimenteren van de strikt deductieve traditie. Het had de
neiging terug te grijpen naar de puzzelaspecten, zijn mysteries in kunstmatige, sterk
afgelijnde omgeving plaatsend en verkenningen van nieuwe facetten van thema's die Queen
reeds in zijn vroeger werk had belicht. Aandachtige lezen van de Ellery Queen verhalen onthullen een aantal terugkerende thema's, naast de voor de handliggende items van fair play en de stervensboodschap suggereert Nevins dat er minstens 25 zijn, maar dat aantal kan wisselen naarmate een fijner onderscheid tussen de items wordt gemaakt. |
|
Manfred B. Lee was één van de vooraanstaande gasten in een reeks lezingen aan de Bowling Green State University. Op 22 maart 1962 bracht hij er een lezing over "The Misadventures of Ellery Queen". Op het eind van de jaren 60 leed Manfred aan een serie hartaanvallen waardoor hij op dieet werd geplaatst. Bovendien leed hij aan een aantal psychische stoornissen waaronder schrijversblok. De sciencefiction schrijvers Theodore Sturgeon en Avram Davidson werden binnengehaald om anoniem de Dannay verhaallijnen in nieuw Queenboeken te gieten. De andere niet-Queenverhalen die werden uitbesteed werden wel door Lee herzien en dit blijft tot op vandaag de dag voor nogal wat onenigheid onder de fans zorgen omtrent het echte Queen-gehalte van ieder boek. Op 3 april 1971 stierf Lee aan de gevolgen van een nieuwe aanval tijdens zijn overbrenging naar het ziekenhuis in New Milford. Zijn vrouw Kaye Brinker Lee zou 20 jaar later in het ziekenhuis van Cork City, Ierland overlijden. | |
Het belang van Fred's huwelijk met Hilda, "Bill" is wat ondergewaardeerd – vanaf de dag van hun huwelijk in 1947 tot aan haar dood, 25 jaar later, in 1972. Dat was precies de periode waarin zoveel van hun geroemde Ellery Queen verhalen werden geschreven (alsook het laatste). Haar liefde en gezelschap maakten dit, meer dan wat of wie dan ook mogelijk, om dan nog te zwijgen over het opvoeden van de twee jonge zonen (8 en 14) na Mary’s dood. Ze hielp hen dan ook het verschrikkelijk verlies van zijn eerste vrouw te boven komen en het leven heropbouwen. | |
Boven links: De Dannays en de Lees na een award uitreiking in 1968. Boven rechts: Fred en Hilda thuis in Larchmont. |
|
red wou eigenlijk verder
Ellery Queen verhalen schrijven ofwel alleen ofwel met hulp van anderen. Maar het lot had hem niet vergeten. In 1972 stierf ook zijn tweede vrouw Hilda aan kanker en Fred, die diabetes had, begon zelf weg te kwijnen. Enkel zijn werk voor EQMM hield hem nog recht. Fred begon nog een relatie met een vrouw die hij al langer kende maar ook bij haar werd kanker gediagnosticeerd. |
|
Boven rechts: Fred Dannay in 1973, een jaar na Hilda's
overlijden Onder: Fred in zijn woonkamer in Larchmont (1973, dank aan Santi Visalli) |
|
Dan verscheen Rose Koppel ten tonele. Ze was zelf minder dan een jaar
weduwe geworden, toen ze werd uitgenodigd op een
Nieuwjaarsfeestje in Larchmont, New York en
er voorgesteld aan de enige "vrije"
man in het gezelschap, Fred Dannay. De vonk sprong over en het koppel begon
elkaar op regelmatige basis te zien. Het was pas veel later dat haar werd verteld dat Fred ook bekend was onder de naam Ellery Queen.
Ze huwden in november 1975 in het New York’s Plaza Hotel, alhoewel de
plechtigheid bijna werd uitgesteld omdat de rabbi die in de plechtigheid zou
voorgaan plots aan een hartaanval bezweek. (Nevins) Fred bloeide terug open en tijdens zijn laatste jaren genoot hij met volle teugen van de media-aandacht die hem te beurt viel. Daartoe behoorde de eerste van twee reizen naar Japan waar ze waren uitgenodigd als gasten van Fred's Japanese uitgever Kozo Igarashi. "De absolute onverwachte bewondering, vleierij en bijna verafgoding die hen stond te wachten was ver buiten zijn verwachting of verbeelding. Het werd een verdiende beloning." (Rose Koppel, 2016) Op 14 maart 1978 hield Parker Brothers International zijn CLUE Kampioenschap in New York's Biltmore Hotel. Onder diegene aan de wedstrijd in twee rondes kwamen deelnemen of observeren waren Isaac Asimov, Frederic Dannay, Walter Gibson (schepper van The Shadow), Brian Garfield en James Grady. Deze en andere detective schrijvers konden hun kunde meten met detectives uit New York's Police Department. Uiteindelijk Percy Spurlark Parker gekroond als CLUE kampioen. Nadat hij in mei en juni 1978 ook in The Dick Cavett show te zien was, maakte Fred, in oktober, een reis naar Israel. Zijn interesse aangevuurd door And On the Eighth Day. Het is dit verband met zijn boek waardoor Rose dan ook een zeer emotionele Fred zag die de tweede eeuwse rollen en documenten uit Masada en de Qumran kon bekijken. In december 1978 trad Fred als zichzelf aan in twee tv-episodes van de zesdelige BBC documentaire Crime Writers geregisseerd door Douglas Argent. De afleveringen van telkens 25 minuten lang dragen de titel "Murder for Pleasure" (waarin ook Stanley Ellin, Brian Garfield, Denis Healey) en "Puzzles, Pure and Complex" (met Patricia Hodge, P.D. James, Julian Symons en Colin Watson). |
|
|
|
Vroeg in 1979 werd in de Lotus Club te New York voor Ellery Queen een verjaardagsfeest gehouden, ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van The Roman Hat Mystery. Er waren ongeveer 130 personen aanwezig. Fred genoot met volle teugen van de ervaring maar wees ook op het grote verdriet. Met name dat Manny Lee er niet bij was om in deze eer en plezier te delen. Op 17 april 1979 kreeg Fred een ere-doctoraat "Doctor of Humane Letters" in het Carroll College van Waukesha, Wisconsin. Deze plannen gingen bijna niet door toen Fred weigerde om een obligatoire speech te geven. Fred was er immers van overtuigd dat hij geen gave had om in het publiek te spreken. Velen zouden zeggen dat hij nooit meer verkeerd was over iets in zijn hele leven. Dus werd er een panel aangevoerd die Fred vragen kon stellen. Iedereen gaf Fred een lange staande ovatie, terwijl Fred door het hele gebeuren duidelijk diep geraakt was. (Allen J. Hubin) |
|
Boven links: Fred die de attributen ontvangt horend bij zijn doctoraat in het Caroll College van Waukesha, Wisconsin. (1979) Boven rechts: Een gedeelte van de groep die samenkwam op een receptie in voorzitter's Cramer's huis na de uitreikingceremonie. Rond Fred, gezeten met aan zijn linkerzij zijn vrouw Rose, zie je van links naar rechts: Steve Stilwell, Al Hubin, Mike Nevins, Marilyn Hubin, Don en Marge Pendleton, Ned en Cathy Guymon, Randy Cox, Bob Fish en John Ball. |
|
Later dat jaar werden ze opnieuw uitgenodigd voor een tweede bezoek aan Japan. Dit keer door de filmmaatschappij die Calamity Town verfilmde die wou dat ze de première in Tokio bijwoonden. Bovendien kregen ze er een trip naar Bangkok bij. Op de terugweg gingen ze via London, waar ze het laatste deel van hun reis naar huis per Concorde deden. Op 15 juni 1981 gingen Fred en Rose naar het derde "Crime Writers' International Congress" dat doorging in Stockholm. De internationale jury waarin Fred zitting had wees de toen onbekende Frank Sisk, een 65 jarige Amerikaans journalist, als winnaar aan met het kortverhaal "A visit with Montezuma". Dat leverde hem naast publicatie ook een wagen op. Dhr. Sisk reed nadien door de Connecticut vallei rond met zijn prijs een $18,000 Saab 900 Turbo. Vele schrijvers waren aanwezig. In onderstaande groepsfoto zijn ze nog net te zien achteraan (klik op de foto hieronder voor een grotere versie) |
|
Boven links: Fred en Rose tijdens het Crime Writers' International Congress in Stockholm. Boven rechts: Op het congres werd hen op 20 juni 1981 een trip aangeboden per schip naar Åland. Tijdens die trip werd een fotoshoot georganiseerd. Van L naar R: Hillary Waugh, Peter Lovesey, Desmond Bagley, Dorothy B Hughes, Julian Symons en Fred Dannay (a.k.a. Ellery Queen). Peter Lovesey vermoed dat het "slachtoffer" Carolyn was, de voormalige echtgenote van Otto Penzler, eigenaar van de Mysterious Bookshop, New York. (Met toestemming van Peter Lovesey) |
|
Na zijn 75ste verjaardag ging hij snel achteruit en zou hij ook verschillende keren gehospitaliseerd worden. Toen hij twee weken eerder onwel werd op Fire Island keerde hij terug naar zijn Larchmont thuis. Tijdens de derde hospitalisatie in 1982 stierf hij op 3 september. Fred die diabetespatiënt was stierf een natuurlijke dood in het White Plains Hospital. | |
Ook Fred voorzag Rose van
ervaringen die ze anders nooit zou beleefd hebben. Zelfs na zijn dood, werd ze nog
steeds door de Japanse fans vereerd (als "Mrs. Queen"). Zo was ze
eregast
op het huwelijk van de dochter van Fred's Japanse uitgever. In 2014 werd in
de maand september haar 100ste verjaardag uitgebreid gevierd, en diezelfde
uitgever bracht haar uit bezoek, welke haar enorm veel deugd deed. 61 jaar leefde ze in haar appartement in NYC waar boven haar favoriete stoel Fred's prachtige portret hing dat ze zelf had geschilderd. |
|
In 2010 bracht Rose Dannay nog zelf haar autobiografie uit, My Life With a Man of Mystery: The Love Story of Ellery Queen and Me. (in 2015 heruitgegeven als My Life with Ellery Queen, A Love Story met een voorwoord van Mike Nevins). Een artikel van Tina Chandler wist toen dit te vertellen: "Misschien is het haar levenservaring, maar Dannay kent het geheim waar sommige wetenschappers nog steeds naar zoeken namelijk de sleutel tot het geluk. Als zelfverklaard gelukkig persoon hield Rose Dannay er van om er met haar beroemde, maar eerder gereserveerde,echtgenoot op uit te trekken. Wanneer ze uitnodigingen kregen bleef hij 'neen' zeggen en zij bleef 'ja' zeggen..." | |
Boven rechts: Foto van de kaft van
My Life with Ellery Queen, A Love Story door Rose Koppel Dannay. |
|
Rose overleed op 6 december 2014, ze was 100 jaar, 3 maand en 2 dagen oud. | |
De zonen van Fred Dannay spelen nog steeds een zeer actieve rol bij het in stand houden van de literaire erfenis van hun vader. Hieronder te zien tijdens een discussie over Ellery Queen's The Dutch Shoe Mystery in Otto Penzler's Mysterious Bookshop: speciale gast Richard Dannay (1 feb 2021).
|
|
|
|
Inleiding |
Plattegrond |
Q.B.I. |
Liist Verdachten | Wie?
| Q.E.D.
|
Moord en scene |
Nieuw |
Auteursrecht Copyright © MCMXCIX-MMXXIV Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden. |