NAAR PAGINA: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

PASTICHES (1)

In 1944 gaf Ellery Queen The Misadven-tures of Sherlock Holmes uit, een bloem-lezing met pastiches en parodieën rond Holmes  Hij maakte gebruik van deze vorm Klik hier voor de volledige tekst van The Misadventures of Ellery Queenvan vleierij om eer te betonen aan de beroemdste figuur in detective fictie. Het is dan ook passend te noemen dat precies ook deze vorm van eerbetoon Ellery Queen ook zelf te beurt viel. De eerste aanzet hiertoe werd blijkbaar door Queen zelf gemaakt. In The Devil to Pay  doet hij zich voor als Hilary "Scoop" King,  een krantenreporter. Dat zelfde jaar (1938) verzorgde Queen, de uitgever, een bloemlezing onder de titel Challenge to the Reader waarin de identiteit van 24 beroemde speurders werd verborgen in de verhalen waar ze in voorkwamen. "The Adventure of the Hanging Acrobat" werd herbemeubeld met Hilary King, detective. We moeten echter toegeven dat het eenvoudig weg vervangen van de naam van het hoofdpersonage in een verhaal gewoon te weinig is om te beantwoorden aan de definitie van een echte pastiche.  


     Thor Fredric (Tor Fredriksson, 1913-1961) tekende cartoons voor de Zweedse pers in Finland gedurende de jaren 30 en WOII.  Enkele voorbeelden hiervan werden in 2014 ontdekt in een boek over WOII cartoons.  Afbeelding courtesy Jyrki Vainio
Boven: Thor Fredric (Tor Fredriksson, 1913-1961) tekende cartoons voor de Zweedse pers in Finland gedurende de jaren 30 en WOII.  Enkele voorbeelden hiervan werden in 2014 ontdekt in een boek over WOII cartoons.  Afbeelding courtesy Jyrki Vainio



Ellery Queen beschreef zelf het verschil tussen een pastiche en een parodie op verschillende manieren:

"Een pastiche is een ernstige en oprechte imitatie precies zoals de originele auteur dan zou hebben gedaan. Maar schrijvers van parodieën, die grappige of satirische uitwijdingen maken, hebben niet zulke hoogwaardige scrupules. Meestal streven ze de meest vreemde vervorming na en zo zagen vele ingenieuze "travesties" het daglicht."

"Een parodie is een burleske imitatie van een ernstig werk; een pastiche is gewoonlijk een ernstige imitatie aangepakt op precies dezelfde wijze als de originele auteur het zou doen.
Alleen illustere voorbeelden verdienen zo'n gepassioneerde hommage. ... Een pastiche, wiens doel ernstig is, en waarvan de vormgeving enorme kennis, onderscheidingsvermogen en moed vereist is onvermijdelijk een zeldzame literaire vorm.
"
                                      
(101 years of entertainment - 1946)

Tijdens het ons overzicht van de verhalen (pastiches, persiflages, vermeldingen, eerbetonen,...)  moeten we echter voor ogen blijven houden dat ons "onderwerp" niet alleen detective
(1) is, maar ook schrijver(s) (2) en uitgever van een tijdschrift (3). Maar laten we beginnen bij de detective...

In "The Final Problem" (1946) door Bliss Austin, een zgn.
"Baker Street Irregular", is één van de hoofdfiguren Christopher Morley. Dit verhaal maakt gebruik van Sherlock Holmes' materiaal om EQMM's eerste wedstrijd voor detective kortverhalen te parodiëren. De jury dat jaar bestond uit Morley, Howard Haycraft en Ellery Queen, en Austin speelt hen hier uit als de detectives in het verhaal. Zelfs Richard maakt zijn opwachting! Het is een uiterst genietbaar klein detective verhaal, met veel humor and een uitstekende parodie van zowel de kortverhalen van Holmes als die van Ellery Queen.
(Mike Grost)



In februari 1947 gaf EQMM opnieuw een verhaal uit van Maurice Richardson dat de naam droeg "The Last Detective Story in the World". Het verhaalt de gebeurtenissen rond de laatste grote krachtmeting tussen Holmes and Professor Moriarty. Beide doen een beroep op respectievelijk de grootste speurders en criminelen. Ellery Queen verschijnt net lang genoeg in Holmes' team, om een beet te krijgen van Nero Wolfe's vleesetende orchidee.


In 1945 schreef Thomas Narcejac "Le mystère des ballons rouges : à la manière d'Ellery Queen" dat voor het eerst werd gepubliceerd in de bundel Nouvelles confidences dans ma nuit (1947). Later kwam het ook terecht in de verzameling pastiches van de grote detectives genaamd Usurpation d'identité dat in Frankrijk werd uitgegeven in 1959 (1983, 2001). In het totaal kon men er 18 pastiches terug vinden. In 1945 schreef Thomas Narcejac "Le mystère des ballons rouges : à la manière d'Ellery Queen" dat voor het eerst werd gepubliceerd in de bundel Nouvelles confidences dans ma nuit (1947). Later kwam het ook terecht in de verzameling pastiches van de grote detectives genaamd Usurpation d'identité dat in Frankrijk werd uitgegeven in 1959 (1983, 2001). In het totaal kon men er 18 pastiches terug vinden (rechts). Sinds maart 2018 is het ook een Engelse vertaling beschikbaar als "The Mystery of the Red Balloons" in de bloemlezing The Misadventures of Ellery Queen.




Nog zo'n Holmesiaanse pastiche werd ons gebracht door Viola Brothers Shore
(EQMM, november 1948) en droeg de naam  "A Case of Facsimile" Het hield het oplossen van een misdaad in door Shirley Holmes in de Edgar Allan Poe School met behulp van Samantha Spade, Regina Fortune, Nerissa Wolfe en Elsie Queen!



Gedurende de overgangsperiode in de late jaren 40 - vroege vijftiger jaren werden weinig pastiches gepubliceerd behalve die rond de figuur van Holmes. EQ's verschijning bleef dan ook beperkt tot zaken die te catalogeren vallen onder Sherlockiana of Watsoniana. Een voorbeeld hiervan is zeker "International Investigators, Inc."
(EQMM, februari 1952) Waarin E.G. Ashton schrijft over een organisatie van grote fictionele detectives die bijeenkomen om te discussiëren over diverse zaken maar in hoofdzaak Holmes. Ellery is er ook en wordt omschreven als een "stille jonge Amerikaan wiens pince-nez zijn licht zilveren ogen beschermde". Een andere deelnemer geeft zelfs aan dat Queen "verstandiger gekleed liep dan de meeste Amerikanen, zijn manieren uitnemend waren en zijn Duesenberg goed." Zoals Lord Peter aangeeft, "moet een Lord altijd overklast worden door een Queen."



Nog een bijeenkomst van het Eerste Internationale Congres voor Fictionele Speurneuzen in W.Heidenfeld's "The Unpleasantness at the Stooges' Club"
(EQMM, februari 1953) waardoor de respectievelijke "Watsons" er alleen voor staan wanneer misdaad toeslaat. Je hoort er Nikki Porter uitroepen: "Oh, was Ellery maar hier!"



R.G.G.Price's "Tec's Twilight" (EQMM, september 1953 origineel uitgegeven in 1951) omvat de memoires van een ouderwordende speurneus die alleen werkt, omdat hij van mening is dat die rivalen vele cliënteel hebben verloren omdat deze hen associëren met de personen waarmee ze omgaan. Deze Engelse' Tec geeft toe dat hij veel opgestoken heeft over atmosfeer van Amerikanen als Philo Vance en Ellery Queen, die "urenlang in een kamer van de moord gaat staan alleen maar om de atmosfeer op te snuiven."



Ellery werd ooit zelfs geparodieerd als een pinguïn samen met een aantal andere "Penguin"-detectives. Hiervoor moet je Stuart Palmer's artikel "Some of my Best Friends (are Penguins)"
(EQMM, juni 1950) lezen waarin hij het over de pinguïns heeft en er ook zijn collectie beeldjes en tekeningen toont. EQ wordt hier weergegeven "zijn hoofd brekend over de eerste uitgaven en balancerend op de slappe koord der logica".



Opnieuw maakt hij zijn opwachting in hoog gezelschap in Murder in Pastiche Or Nine Detectives All at Sea
van Marion Mainwaring (1954) Mallory King ontmoet er een aantal nauwelijks verholen detectives die een  moord moeten ontrafelen: Atlas Poireau (Hercule Poirot), Trajan Beare (Nero Wolfe), Spike Bludgeon (Mike Hammer), Sir John Nappleby (Sir John Appleby), Jerry Pason (Perry Mason), Lord Simon Quinsey (Lord Peter Wimsey), Miss Fan Sliver (Maud Silver) Broderick Tournier (Roderick Alleyn).

 
Zeker geen pastiche maar wel een zekere vorm van erkenning kwam er ook buiten het detective-genre. In het toneelstuk van Jerome Chodorov en Joseph Field uit 1954-1955 genaamd Anniversary Waltz, waar de hoofdfiguur wordt onderworpen aan een spervuur van vragen en weert deze af met de woorden "Wie denk je dat je bent, Ellery Queen?"
 
Uit de populaire serie I Love Lucy seizoen 4 aflevering 4 "The Matchmaker" (Aflevering uitgezonden op 25 oktober 1954): Wanneer een boze Ricky op een avond niet thuiskomt van zijn werk, sust Fred een bezorgde Lucy door te zeggen: "Ik stel voor dat we een paar weken wachten en dan Ellery Queen verwittigen."
 
Terwijl we nu toch hebben over niet gedrukte eerbetonen: de doo-wop groep "The Olympics" scoorde in 1959 een hit genaamd "Private Eye" met daarin volgende zinnen:
"I wanna be a private eye
I'm gonna get real mean like Ellery Queen"
Waarmee de auteur meteen bewees niet veel Queen boeken te hebben gelezen...



"Ten Month's Blunder" (1961)
van J. N. Williamson krijgt detective Celery Keen als hoofdrolspeler in dit van een stervensboodschap voorziene verhaal. Wat betekent het in bloed geschreven woord FAN? De opzet is een klassiek verhaal met drie mogelijke verdachten.  Als parodie redelijk onderhoudend, maar zoals zo vaak het geval wat problematisch als het komt op het interpreteren van de stervensboodschap, gezien hier toch wat specialistische kennis is vereist.  (Ho-Ling Wong)



A
ls EQ eerst nog werd opgevoerd als bijrol in pastiches dan was dit vanaf de jaren
60 zeker anders. In het amusante "The English Village Mystery" van Arthur Porges
(EQMM, december 1964)
vinden we Mr.Celery Green terug die een misdaad te lijf gaat in Tottering-on-the-Brink, Engeland. Hij is er nog steeds wanneer in het nabije Fretful Porcupine hij zijn volgende en laatste verschijning maakt. In deze "The Indian Diamond Mystery" (EQMM, juni 1965) wordt hij omschreven als "onbeschaamd, aanstellerig, soms oneerbiedig en soms overhaast". Het zijn ook de eerste, maar lang niet de laatste pastiches die Queen's vroege methode van naamgeving gebruikten.



Eve Titus is de auteur van een twintigtal kinderboeken, waaronder deze over Basil of Baker Street. Eén van die verhalen werd zelfs verdienstelijk verfilmd door de Disney studio's. Zowel in Basil & The Lost Colony
(1964) als  Basil & The Pygmy Cats (1971) krijgen we verschillende maal te maken met de figuur Tillary Quinn.  



Norma Schier schreef verscheidene imitaties van beroemde detective verhalen, daarin maakte ze gebruik van anagrammen voor de namen van speurders en auteurs. Zo liet ze Leyne Requel schitteren in "Dying Message"
(EQMM, juli 1966) een mooi voorbeeld van een "titel gambit" waarin zo ongeveer iedereen en alles dat te maken heeft met EQ tot anagrammen wordt herleid.  Bij het verschijnen in EQMM verklaarde Dannay in een noot van de uitgever alle in het verhaal verborgen anagrammen. Deze verhalen werden gebundeld in The Anagram Detectives (Otto Prenzler Mysterious Press, 1979).


"Elroy Quinn' Last Case" (EQMM, juli 1967) is een is doordringende pastiche geschreven door Dennis M.Dubin en beschrijft een oude en zeer onzekere EQ die wordt aangesproken door Inspecteur Velie, Jr om hulp te bieden bij het oplossen van een misdaad die een bedreiging vormt voor de wereldvrede. Al zijn de aanwijzingen voorspelbaar toch blijft het voor de lezer van het Queen canon een waar plezier. En dan nu een intermezzo van een geheel andere orde. Queen deed een gastoptreden, maar dan wel in een persiflage, in een knotsgekke strip genaamd New Inferior 5 (Nr.7 maart-april 1968) waarin de vijf 'helden' in contact komen met "Allergy Queen" een speurder in dienst van een criminele mastermind. Uiteindelijk wordt Queen net voor zijn grote onthulling letterlijk herleid tot stof...
In "The Cataloging on the Wall" door David Peel (Wilson Library Bulletin, Apr 1971) zat een "Uitdaging aan de Lezer" en we zagen bibliothecaris/ drugverslaafde/ schrijver/ uitgever/ detective  'Quellery Een'  een vervangster zoeken voor zijn overleden catalogiste Slinki Porter (die hij zelf om het leven bracht).
Jon L. BreenWest 87th Irregular beste verhalen zijn liefdevolle imitaties naar het werk van Van Dine of Ellery Queen. Breen is verbazingwekkend goed in het heropwekken van de sfeer bij deze auteurs - alhoewel het eigenlijk meer een parodie te noemen is roept  "The Lithuanian Eraser Mystery" (EQMM maart 1969 en EQ's Eyes of Mystery, 1971)  alle emoties op die men kreeg bij het lezen van de verhalen waarop dit werd gebaseerd. Gedurende het theaterseizoen 1968 keert E.Larry Cune terug naar het Grieks Theater in New York, de scene van één van zijn voorgaande triomfen waarin hij de moord oploste op de astmatische Mr.Anagopolous -- een zaak gekend als "The Greek Coughin' Mystery" E.Larry's compagnon is Nora Redcap, en we worden ook voorgesteld aan Inspecteur Cune en Sergeant Healey. 


Breen deed dit met veel humor nog eens over "C.I.A. Cune's Investigatory Archives. PLAGARISM DEPARTEMENT: The Idea Man" (The Queen Canon Bibliophile Volume 1 Nr.4 1969) alsook tweemaal voor EQMM "The Swedish Boot Mystery" (EQMM nov 1973) en "The Adventure of the Desorientated Detective" (EQMM sep 1976) allen variaties op een "dying message".



"Open Letter to Survivors" van Francis M.NevinsWest 87th Irregular (EQMM, Nr 342, mei 1972) begint met een lijn uit (Hoofdstuk 10) van Ten Days' Wonder: "En dan was er de zaak Adelina Monquieux. Gebonden door een overeenkomst met de executeurs van het testament van deze wonderlijke dame, mag de merkwaardige oplossing pas in 1972 onthuld worden". Nevins neemt die draad op in dit verhaal uit 1972 rond een niet nader genoemde "grote whodunit-schrijver die massa's zaken voor de New Yorkse politie tot een goed eind bracht" die naar Adelina Monquieux's huis komt. Adelina's erfenis voorziet in een nalatenschap ten gunste van haar drie identiek uitziende zonen Xavier, Yves & Zachary die elk een half miljoen dollars zullen erven met daarenboven de opbrengst van een half miljoen dollar in een trust. Haar nicht Marie krijgt enkele honderd duizenden. De overblijvende twintig miljoen dollar zullen naar een goed doel gaan en natuurlijk wordt Adelina vermoord! Alhoewel de naam van de detective in het verhaal nooit wordt vermeld is diens identiteit overduidelijk.



Nils Hardin samensteller en auteur van de fanzine Xenophile gaf in juni 1975 een speciaal Ellery Queen-nummer uit, hij probeerde er een persiflage genaamd "The Ghana Word Mystery" door L.Ray Quaine, een grap of woordspelletje want op de titel en twee geschrapte lijnen na, ziet men alleen twee blanco pagina's.


"Whodunit?" (1976) (Jean Paul Satire aka Peter David & Myra "Emjay" Kasman) is een parodie en cross-over tussen Star Trek (the original series) en Hutton's Ellery Queen. In de  Ellery Queen TV show , met Jim Hutton wordt James T. Kirk in zijn kleedkamer vermoord teruggevonden (verbrand met een faser en  margarine!). Hij liet een laatste boodschap na. Uhu en Ellery, inspecteur Queen en Velie moeten de moordenaar zien te vinden onder de bemanning van de USS Enterprise! De setting is bizar, maar zeer zeker geschreven als was het een "episode" van de Ellery Queen TV show, compleet met de typische dialoogfragmenten bij het begin van het verhaal waarin alle verdachten voorkomen alsook een "Uitdaging aan de "Kijker"(?)! Naar het einde toe lijkt het verhaal meer te steunen op Star Trek-fandomania. Onderhoudend maar vreemd. (Ho-Ling Wong)
 
Detective Comics No. 459 - Mei 1976 Op de kaft zien we Alfred Pennyworth, de naderende politie, een zich ontmaskerende Batman en Elliot Quinn�s lichaam. (Tekeningen: J.L.Garcia Lopez - Editing: Julius Schwartz)Marty Pasko schreef het script voor een 12 pagina Batmanstripverhaal "A Clue Before Dying" (Detective Comics No. 459 - mei 1976).  Hierin probeert Batman de dader te vinden van de moordenaar van detective-schrijver Elliot Quinn, die mogelijks jaren terug ook de een architect ombracht in Quinn's huis. Niet enkel een eerbetoon aan Queen maar in het verhaal komt wel degelijk ook een zekere Lt. Dannay voor! 
 
Opnieuw een kleine omleiding in de wereld van de popmuziek. Een bekender voorbeeld dan hetgeen we eerder aangaven is de Tavares hitsingle "Whodunit" uit 1977 geschreven door K.St.Louis en F.Perren:
   "... She went dancin' in the dark, somebody stole her heart
   Ellery Queen if you're so keen
   Won't you help me find my sweet thing (Yeah, yeah)...
"
 

(lees hier verder...)

 

The Further Misadventures of Ellery Queen samengesteld door twee West 87th Irregulars Josh Pachter &‎ Dale C. Andrews is verkrijgbaar via Wildside Press. Klik op de banner om te bestellen...
 

NAAR PAGINA: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15


 
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie?  | Q.E.D. | Moord en scene | Nieuw | Auteursrecht
Copyright © MCMXCIX-MMXXII   Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden.